Het publiek in de Rondazaal van TivoliVredenburg is heel gemêleerd. Je zou bijna zeggen van 7 tot 77 jaar. Eén mevrouw is een echte fan. Ze heeft een dvd bij zich die Marcus Miller al heeft getekend ‘in de tijd dat ik hem zag met Miles bij het North Sea Jazz Festival in Den Haag’. Ze gaat vanavond voor een nieuwe handtekening van ‘de man die nooit ophoudt te swingen’.

Marcus Miller.
Marcus Miller.

En dit is inderdaad het eerste wat opvalt. Marcus Miller speelt met een enorme strakke timing en niet alleen hijzelf, uiteraard ook de hele band. De muziek wordt daar zeker niet droog of mechanisch van. Het blijft swingen waardoor iedereen zin krijgt om de heupen los te schudden.

Jazz ontmoet hier wereldmuziek en uiteraard is er een uitstapje naar Motown met Miller’s knallende uitvoering van Papa Was A Rolling Stone, het liedje met volgens hem de grootste ‘bad-ass bassline’, aangevuld met ruwe riffs en wah-wah-effecten van gitarist Adam Agati.  Afrikaanse invloeden zijn duidelijk hoorbaar in bijvoorbeeld B’s River, geïnspireerd door de beschrijving van een rivier in Zambia die Marcus Miller’s vrouw eens gaf. Speciaal hiervoor bespeelt hij de guembri, een traditionele Marokkaanse basgitaar.

SON OF MACBETH

Maar ook zijn roots uit Trinidad en Tobago komen aan bod in Son of Macbeth, waar vertrouwde collega Mino Cinelu (percussie) en nieuwkomer in de band, Alex Bailey (drums) Caribische ritmes met volle overtuiging inzetten. Het enige wat ontbreekt is een steeldrumsolo, maar dit manco wordt op magistrale manier door trompettist Marquis Hill en uitblinker Alex Han op saxofoon opgepakt.

 

Het dit jaar verschenen album Afrodeezia is het resultaat van Miller’s inzet als woordvoerder van UNESCO’s Slave Roots Project. Daarin volgde hij de route die miljoenen slaven ooit hebben moeten volgen, langs West-Afrika, Zuid-Amerika, het Caribisch gebied en zo tot in de VS. Het is een persoonlijke reis waarin hij ook tracht zijn voorouders en het verleden van zijn familie beter te begrijpen. Het is tevens een boeiende muzikale trip die de luisteraars meeneemt langs allerlei muziekstijlen, zoals jazz, soul, funk, Caribisch en Motown.

Het album is ontstaan naar aanleiding van het prachtige nummer Goree (Go-ray), van het in 2012 uitgebrachte album Renaissance. Nadat de directeur van UNESCO een live-uitvoering van dit nummer bijwoonde, vroeg hij Miller om mee te doen aan het project. Inspiratie voor Goree (Go-ray) is Miller’s bezoek aan het zo geheten eiland aan de kust van Senegal, dat honderden jaren de laatste plek was die Afrikaanse slaven zagen voordat ze op schepen werden gezet voor de lange en ondraaglijke reis naar Amerika.

SYMBOLISCH

En ook vanavond krijgt Goree (Go-ray) een symbolische betekenis voor muzikanten en publiek, wanneer Miller in zijn introductie een misschien onverwacht maar heel natuurlijk verband legt tussen verleden en heden. “Goree (Go-ray) is geschreven uit woede en wrok, maar ook als eerbetoon voor het doorzettingsvermogen van de mens om toch weer altijd de moeilijkste, zwaarste en somberste situaties te overleven. Het is belangrijk om te blijven geloven en erbij stil te staan dat de mensheid dat kan. Vooral nu.” Miller’s woorden vragen niet om een applaus, maar het is aan de reactie van het publiek te merken – misschien als een teken van saamhorigheid, misschien als opluchting of dank – dat iemand die gedachten heeft weten te verwoorden.

 

Marcus Miller.
Marcus Miller.

Miller verlaat het podium, geeft toetsenist Brett Williams alle ruimte voor een zwaarmoedige introductie en keert terug met een basklarinet. Zoals meer liedjes vanavond, wordt het dan volgende stuk  crescendo opgevoerd; solo’s volgen solo’s, de sfeer verandert, Miller zet zijn instrument neer en gaat er ook bij dansen.

De ‘oude garde’ op het podium,  Miller en Cinelu, genieten zichtbaar met een brede glimlach op hun gezicht en gebruiken de momenten waarop ze niet spelen voor wat dansbewegingen. De ‘jongeren’ staan wat ingetogener en serieuzer te spelen. Naast zoals was te verwachten vele nummers van Afrodeezia, worden ook schitterende interpretaties van klassiekers zoals Miles Davis’ Jean Pierre ten gehore gebracht. Miller neemt zonder enige moeite het ritmische en melodische deel voor zijn rekening, soms afwisselend, soms tegelijk.  Hij geeft eenieder de ruimte om uit te blinken op zijn instrument, nogal eens op een bijna uitdagende manier.

CANVASDOEK

Elk liedje is een canvasdoek waar deze virtuozen hun eigen kleuren van het moment op kunnen zetten. Op deze wijze spelen ze met zes of zeven nummers gemakkelijk een twee uur durend concert vol, waarbij de tijd voorbij vliegt.

tekst en beeld SOPHIE CONIN

Marcus Miller
TivoliVredenburg Utrecht – 24 november 2015
www.marcusmiller.com

Marcus Miller –basgitaar, basklarinet en guembri
Marquis Hill – trompet
Alex Han – sopraan- en altsaxofoon
Adam Agati – gitaar
Brett Williams – toetsen
Mino Cinelu – percussie
Alex Bailey – drums

Previous

Kim Hoorweg toont zich verrassend en gedurfd

Next

Nacht van de Jazz in Paradox eigenzinnig gerealiseerd

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook