De Franse jazzpianist, componist, dirigent arrangeur, acteur (etcetera) Claude Bolling werd 10 april zesentachtig jaar. Bolling werd geboren in Cannes, studeerde aan het Conservatorium van Nice, daarna in Parijs. Zijn talenten werden al vrij snel herkend en vanaf zijn veertiende speelde hij al professioneel piano in de band van Lionel Hampton, met Roy Eldridge en Kenny Clarke. Bolling, die bekend staat als een groot liefhebber van de traditionele jazz, droeg in de late jaren zestig bij aan de traditionele jazzrevival. Hij raakte bevriend met jazzlegendes als Duke Ellington en Oscar Peterson.
Bolling heeft niet alleen zijn sporen verdiend met jazz. Hij heeft ook filmmuziek geschreven voor meer dan honderd (voornamelijk Franse) films en daarnaast staat hij bekend om een reeks van zogenaamde ‘crossover’-samenwerkingen met klassieke musici als Alexandre Lagoya, violist Pinchas Zukerman, trompettist Maurice André en cellist Yo-Yo Ma. Zijn Suite for Flute and Jazz Piano Trio, met fluitist Jean-Pierre Rampal, was een groot succes in Europa en de Verenigde Staten.
U bent inmiddels ruim zeven decennia actief in de (jazz) -muziek, hoe kijkt u aan tegen de ontwikkeling van de jazz sinds u uw carrière begon?
Toen ik begon met optreden was ik 14 jaar oud. Jazz was in die tijd erg populair. Free jazz of moderne jazz bestonden uiteraard nog niet in die periode. Jazzmuzikanten kwamen bij elkaar in cafés, brasseries, pubs. Jazz was vooral livemuziek. Vandaag de dag is jazz lang niet meer zo populair en is het een van de vele smaken geworden waar de mensen uit kunnen kiezen. Elke muziekstijl kent zijn eigen publiek.
En ook binnen de jazz zijn er verschillende smaken. Zo staat u bekend als een liefhebber van traditionele jazzmuziek, waaronder het werk van Charlie Parker. Dit jaar is het eenenzestig jaar geleden dat hij is overleden. Hoe kijkt u aan tegen zijn rol in de ontwikkeling van de jazz?
Charlie Parker, een uitzonderlijke saxofonist, vertegenwoordigt voor mij het begin van de ontwikkeling van de jazzmuziek. Zijn betekenis voor de jazz is niet minder dan die van de saxofonisten na hem, zoals John Coltrane. Om op te vallen is het voor saxofonisten van essentieel belang om een goede solist te zijn. De gemiddelde luisteraar realiseert zich niet wat ieder band- of orkestlid bijdraagt aan de muziek, tenzij dit lid ook solist is.
Een andere jazzlegende, Duke Ellington, is een groot voorbeeld voor u geweest. Wat heeft u geleerd van zijn muziek?
Alles. Van Black and Tan Fantasy en Mood Indigo tot aan zijn laatste composities. Hij was een groot componist en hij wist het beste van al zijn bijzondere orkestleden naar boven te brengen. Hij schreef zijn muziek met de intentie om zowel de diepste saxofoonnoot als de hoogste trompetnoot volledig tot hun recht te brengen.
U heeft gespeeld met de groten uit de Amerikaanse jazz, maar u bent geworteld in de Europese jazzscene. Ervaart u verschillen tussen de twee continenten?
Europese – of beter: Franse – jazz is zeker beïnvloed door de Amerikaanse jazz en vice versa. Tal van Amerikaanse jazzmusici kwamen in de jaren veertig, net na de oorlog en in de jaren vijftig naar Europa als gevolg van de Amerikaanse segregatie. Het spreekt voor zich dat Europese musici die met hen hebben gespeeld ook door hen zijn beïnvloed. Vervolgens hebben zowel de Europeanen als de Amerikanen elk op hun continent weer een eigen stijl ontwikkeld. Er zijn dus verschillen, maar er is ook sprake van een wisselwerking.
Welke muzikanten inspireren u tegenwoordig nog?
Toen ik mijn carrière begon werd ik beïnvloed door Earl Hines, Teddy Wilson, Art Tatum, Willy ‘The Lion’ Smith en natuurlijk Duke Ellington. Duke heeft me regelmatig gezegd dat hij werd geïnspireerd door alle pianisten. En dat geldt eigenlijk ook voor mij.
U speelde veel met klassieke musici, onder wie Alexandre Lagoya, Jean-Pierre Rampal en Yo Yo Ma. Is jazz eigenlijk wel het juiste label voor uw muziek?
Jazz is de muziek die ik het eerst speelde en de stijl die ik meteen omarmde. Met dank aan de jazz ontmoette ik prachtige en inspirerende mensen die me hebben aangemoedigd om verder te gaan met muziek maken. Je mag jazz met een gerust hart de motor van mijn leven noemen. De andere muziek (filmmuziek, liedjes, crossover) kwam later in mijn carrière, afhankelijk van de gelegenheid die zich voordeed. Ik kan mijn werk moeilijk etiketteren. Ik noem mezelf componist, arrangeur, pianist en bandleider. Maar de belangrijkste gemeenschappelijke deler blijft natuurlijk de muziek!
U heeft een enorme hoeveelheid filmmuziek gecomponeerd. In 1972 heeft u meegewerkt aan de Jerry Lewis- film ‘The day the clown cried’. Een aangrijpende film over de Holocaust, het leven in een vernietigingskamp. De film is nooit uitgebracht. Hoe kijkt u daar nu op terug?
Ach, wat kan ik er over zeggen? Het project was een initiatief van Jerry Lewis, die de film heeft geregisseerd en de (hoofd-) rol van clown vertolkte. Jerry vroeg me om de filmmuziek te schrijven. Maar het is uiteindelijk nooit in de bioscoop gekomen omdat de producent het financieel niet kon rondkrijgen.
Uw muzikale activiteiten bestrijken een breed scala aan stijlen en combinaties. Welke projecten hebt u voor ons in petto?
Eigenlijk heb ik momenteel geen concreet project onderhanden. Ik richt me tegenwoordig vooral op mijn trio-, combo-, of big bandwerk en het het is mijn streven om dat nog lange tijd te doen.
Is er jazz in de toekomst?
Met muziek is het eender als met de mode. De ontwikkelingen volgen onvermijdelijk een bepaald patroon. Denk aan een componist als Johann Sebastian Bach. Hij werd volledig vergeten in de negentiende eeuw en beleefde een eeuw later een come-back. Ik hoop persoonlijk op een revival van de de jazz uit het swingtijdperk.
ROBIN ARENDS