COLUMN
“Heren, wat doen we met de Jazz Kirmes? Annuleren. Wat doen we met de Big Band Dag? Annuleren. Wat doen we met de rondtrekkende New-Orleansorkesten? Annuleren. The Young Jazz Night? Annuleren.” Ziehier een stukje ‘Zoom’ uit de bestuurskamer op papier.
Subtiel, als een sluipmoordenaar bekruipt mij dezer dagen de coronarealiteit. Niet de verschrikkelijke cijfers en statistieken, niet het al zoomend voortdurende annuleren, alternatieve data zoeken en nieuwe prijsafspraken maken… De kleine momenten worden bepalend voor de verandering, het verdwijnen van het spontane contact, effe het oogcontact na een concert met gelijkgestemden. De knipoog, de aanraking. Het verdwijnen van waar het – onuitgesproken – in de muziek voor staat in onze samenleving. Is dit heftig? Welnee, maar wel ingrijpend.
Met enkele kleine gebeurtenissen wil ik dit toelichten. We verliezen iets; hierbij de kleine waarheid.
In onze zoektocht naar de jaarlijkse Heerlen Jazzt-poster trok een foto van Nicole Bolton de aandacht. Het beeld: een man loopt op de rug gezien door een steeg, draagt een contrabas over zijn schouder. De steeg ligt in Heerlen, een slechts bij weinigen bekende plek. Al snel begint het wie-raadt-de-plek-spel, maar dit terzijde. Even later meldt zich een vrouw, het is de vriendin van de man met de contrabas, zo lijkt het. Zij wil de poster wel graag hebben.
Dat kan. Ik zal hem wel effe langs brengen. Adres volgt. Zo gezegd, zo gedaan. Het regent en waait hard. Ik pak de poster in, of beter rol hem op. Leuk dat de foto gebruikt kon worden, leuk dat er belangstelling voor is. Leuk om hem langs te brengen. De nieuwe realiteit dient zich echter aan. Aan de deur; de keuze tussen de bel en de brievenbus. Wat in normale tijden altijd een leuke ontmoeting, een sociaal moment had kunnen zijn, krijgt een vreemde draai. Rekening houden met contacten met vreemden, 1,5 meter, geen onnodige ontmoetingen. De poster gaat door de brievenbus. Ik loop terug naar de geparkeerde auto. Het gaat nergens over en toch een gemis.
Gaat er nog wel wat door? Om teveel bezoek te voorkomen hanteren we een reserveringslijst. Er waren geen mensen speciaal uitgenodigd. Je kunt reserveren. Wie het eerst komt wie het eerst maalt. Er is een apart mailadres voor in het leven geroepen. Eigenlijk is het wel even leuk. Je weet wie er komen en er is opeens contact met de liefhebbers. Het is schijn. Je wilt ook niet de privacyregels overtreden, dus je kunt er niks mee. Het is een lijstje, in het geval dat er iemand ziek wordt, mensen in afzondering moeten, corona zijn tol opeist. Niets voor een concert op zondagmiddag. Als je er over nadenkt moet je het gewoon doen, invullen en achter de hand houden. Niks anders.
KOP KOFFIE
Ben, de Bèn, staat boven aan de trap van het Cultuurhuis. Het was een mooi, energiek concert. Wat mag je anders verwachten van Ben? Het concert is voorbij. Hij heeft nog een lange nachtelijke rit voor de boeg. De dertig uitverkorenen die het concert mochten bijwonen zijn aan het vertrekken. Kan er nog een kopje koffie vanaf? Liefst zwart. Boven aan de trap staat mijn held uit de jaren negentig. Hij vraagt een kopje zwarte koffie. Ik had van alles kunnen verwachten. De vraag om een zwart kopje koffie… Is dat alles wat er is? Neen, mag niet. Geen koffie voor Ben. Dat vind ik te ver gaan. Ik oefen druk uit. Ben krijgt alsnog een koffie. We verdwijnen allemaal in de donkere nacht.
De man met de contrabas over zijn schouder, loopt de steeg uit. Weg. Het is kil, tegen de gevels weerkaatsen zijn voetstappen. Clichés , zoals de voorgaande zinnen… Hoe is het om een van de fijnste jazzevenementen in Nederland te mogen organiseren? Het is de kunst van het zo prettig mogelijk annuleren geworden. Het is kut. Is het als in de oorlog? Welnee, zeker niet. Dit grijpt wel in, maar gaat weer over. Dat wilde ik toch nog even zeggen. We moeten onszelf moed inpraten, maar wie zijn ‘we’?
JO DAUTZENBERG