Het was een elpee die 54 jaar geleden voor geen meter liep: ‘Love Cry and Super Nimbus’ van de Loek Dikker Groep. Leider Dikker weet niet meer of er toentertijd vijfhonderd of duizend zijn geperst, maar inmiddels is deze cult-elpee dik uitverkocht. “Ik heb er zelf nog één”, lacht Loek Dikker.

Love Cry and Super Nimbus dus, de enige plaat die de Loek Dikker Groep ooit uitbracht. Dat was in 1970, in 1975 meldde Loek Dikker zich met een andere groep, het Waterland Ensemble. Dat werd door de toenmalige jazzliefhebbers wel gepruimd. De Dikker Groep waarschijnlijk ook, maar Love Cry and Super Nimbus absoluut niet. “Niemand wist wat hij of zij ermee aan moest”, zegt Loek Dikker 54 jaar later. En dat is alleszins begrijpelijk, want er gebeuren muzikale dingen die je wel in de tijd van nu, maar zeker niet in die van 1970 kunt plaatsen. Het samengaan van in die jaren vérgaande jazzimprovisaties, gestoeld op de toen in zwang zijnde free jazz plus de verworvenheden van eigentijdse, gecomponeerde en geïmproviseerde muziek wordt op Love Cry and Super Nimbus wel héél ver doorgetrokken.

Neem het openingsstuk Trauriger Sonntag; je weet niet wat je overkomt. Want je hoort wel muziek, maar je ganse geest wordt in beslag genomen door een onaangenaam overkomende ruis. Gaat dit openingsstuk hier om? Of om de onderliggende muziek? Vragen waar je geen antwoord op krijgt. Trauriger Sonntag werd in 1933 gecomponeerd door de Hongaar Rezsó Seress, op verzoek van László Jávor, wiens verloofde hem had verlaten, waarop hij serieus zelfmoord overwoog. Zodoende is Trauriger Sonntag ook bekend geworden, als Lied der Selbstmörder. 

Wat de bedoeling nu was van dit krankzinnige geruis en even krankzinnige lied op deze cd? Waarschijnlijk het aan de kaak stellen van de modernistische gecomponeerde muziek, die vaak maanden en maanden vergt om dan tot klinken te worden gebracht binnen een paar minuten. De mannen van Loek Dikker lachten er om: hun Trauriger Sonntag duurde ook een paar minuten, maar had geen maanden voorbereiding nodig: instant composing maakte er ter plekke nieuwe muziek van. Wat kosmische ruis over het oorspronkelijke strijkorkest en voilà, de nieuwe muziek kwam vanuit het heelal neergedaald. En wie het niet begreep, niet hoorde of wilde horen? Pech, want na het openingsstuk worden de resterende negen stukken ook door de improvisatiemangel gehaald en wordt verbazing op verbijstering gestapeld. 

In Commercial wordt iets wazigs aangeprezen door een stem-op-afstand (die van Jos Brink…), Cosmological Tuning kent twee versies, de leegheid van een concertzaal word je even in de maag gesplitst en Bach’s Vioolconcert in A moet je beluisteren door fiks met de balansknop te pielen. Om links de melodie of rechts het interrumperende slagwerk te kunnen horen. En zo gaat het maar door. Een enigszins geoefend luisteraar raakt nog net niet de draad kwijt, maar owee degene die onbekommerd aan dit avontuur begint. 

Opvallend voor die tijd was de afwezigheid van blaasinstrumenten. Althans, de bijna-afwezigheid, want plots meldt zich een Tibetaanse lange-afstandshoorn, die klinkt of in het olifantenverblijf van de Beekse Bergen een olifant aan het bevallen slaat.

De Loek Dikker groep trad begin jaren zeventig wekelijks op in meditatiecentrum De Kosmos (voorheen Fantasio) in Amsterdam. Van mediteren zal niet veel terecht zijn gekomen, want Loek Dikker liet deze recensent raden hoeveel bezoekers gemiddeld zijn concerten bezochten. “Nul”, lacht hij. De Stichting Jazz Werkgroep durfde het niettemin toen aan deze obscure elpee uit te brengen. Maar dat is niet zo verwonderlijk, want muzikale durfal Herbert Noord zwaaide er de scepter. 

En het Nederlands Jazz Archief toont dezelfde durf. Onder aanvoering van Frank Jochemsen en Wim Essed werd Loek Dikker benaderd, hij stopte er wat geld in, sponsors deden hetzelfde en nu kan Love Cry and Super Nimbus, deze boodschap uit het dolhuis van de vrije improvisatie, gewoon in de cd-speler worden geschoven. Nou ja, gewoon… Toch maar doen, want het is een fascinerend tijdsdocument.

RINUS VAN DER HEIJDEN

LOEK DIKKER GROEP

Love Cry and Super Nimbus

Nederlands Jazz Archief

Loek Dikker – piano
Erik-Jan Kromhout – viool
Aimée Versloot – altviool
Wim Essed – contrabas
Ralph de Jong – Tibetaanse lange-afstandshoorn en slagwerk
Pierre Courbois – slagwerk

www.jazzarchief.nl

Previous

Bart van Dongen heft na drie inbraken bijna geknakte hoofd weer op

Next

Hé Paradox, waar blijft de Nederlandse jazzhistorie op jullie podium?

Lees ook