Pianist Marta Warelis groeide op in Polen en studeerde jazz in Groningen en maakte lange tijd intensief deel uit van de Amsterdams improscene. Mijn ogen/oren werden geopend tijdens haar concert in het Bimhuis met het Dave Douglas Quintet met wie ze begin 2023 door Europa toerde, en waarin ze schitterde in een sterke rol als smaakvol en oorspronkelijke en krachtige stylist. Sindsdien is ze minstens veertien keer te horen geweest in het Bimhuis, en natuurlijk op veel andere podia in en buiten Amsterdam waaronder bijvoorbeeld De Ruimte in Noord.
Logisch dus dat het Bim(productie)huis Marta Warelis de vrije hand wilde geven om een avond geheel naar eigen inzicht muzikaal te verzorgen en daarmee ook luister te geven aan het vijftigjarig bestaan dat deze maand uitbundig gevierd wordt. Als enige opdracht kreeg ze mee om te reflecteren op de tijdgeest van nu. Ze stelde een buitengewoon precies toegeruste, creatieve band samen, waarmee ze een week lang aan het werk kon, verzorgd door de Bimhuis-organisatie. Een artist-in-residence eigenlijk, aangezien ze tegenwoordig in Berlijn woont.
De verwachtingen waren hoog gespannen, want zo’n project moet maar net lukken… er kan in een week veel mis gaan tussen mensen. Maar er kan ook een nieuw ensemble geboren worden dat als het ware al een hele tijd lijkt te bestaan – al was het maar in het geestesoog van de makers (en in de fantasie van programmeur Frank van Berkel).
Het concert dat volgde was buitengewoon verzorgd, beeldend en fantasievol. Veelal kabbelde de muziek redelijk rustig en organisch voort als in een prettige droom. Met weinig abrupte ontwikkeling maar toch telkens verschuivend en fris anders dan ervoor. Langzame geluidslandschappen gedroegen zich zoals je ze vanuit een trein kunt waarnemen. Vertragend en rustgevend, een beetje als in een film. Marta Warelis’ muziek zou bij veel films of documentaires trouwens zeer op z’n plek zijn. Zo speels en lyrisch en vindingrijk en met veel ruimte voor eigen invulling en fantasie.
Anders dan bij standaard-jazz ontwikkelde zich hier bijvoorbeeld een thema uit – op ‘t eerste gehoor – onduidelijke clusters van geluiden en noten die ogenschijnlijk zonder veel verband opborrelden. En als dat thema vervolgens door de drie blazers uiteindelijk helder werd neergezet, viel alles muzikaal enorm op z’n plek. Da’s knap, want je moet de spanning de hele tijd maar vast weten te houden, onder elkaar op het podium en met en naar het publiek in de zaal.
Warelis heeft goed geluisterd naar illustere voorgangers als Cecil Taylor, Don Pullen en Misha Mengelberg en meer recent naar Matthew Ship, maar anders dan bij hen hoeven er geen grote maatschappelijke misstanden voor hele bevolkingsgroepen meer aan de orde gesteld te worden. Er hoeft geen grote sociale strijd meer gevoerd te worden zo lijkt het. Als zij percussieve clusterakkoorden uit de piano trekt hoor je meer precisie en weloverwogendheid. Minder rauwe explosieve energie, meer krachtige overtuiging van binnenuit. Alsof de onderwerpen die aan de orde gesteld worden minder over een harde proteststem gaan zoals in de jaren ‘60 en ‘70 en meer over een energieke, compromisloze samenwerking waarin verschillen juist aantrekkelijk zijn en gevierd (en gehoord) mogen worden. Zoiets. Het is maar een interpretatie.
Het publiek was in elk geval ademloos en zeer aandachtig, wat verraadt dat Marta Warelis heel goed slaagde in haar verhalende en onderhoudende opzet. En ik wil wedden dat alle aanwezigen op enige manier een mooie verstilde reis maakten door een eigen landschap van associaties en sentimenten.
De laatste compositie was zeer representatief voor alles wat voorafging. Op een geprepareerde piano (dus met kleine dingetjes tussen en op de snaren) begint ze te spelen met klankschaaltjes, heel rustig en feeëriek. Slagwerk (wat een drummer die Frank Rosaly, volkomen vrij en spontaan en van een voortreffelijke precisie en scherpte, èn met mooie zwarte Klukkluk-staartjes) slagwerk dus komt er zachtjes bij met een wereld aan geluidjes en accenten, dan contrabas met de hoge G-snaar die expres aanloopt op de toets, wat een soort zacht knerpend en vragend geluid oplevert. Blazers spelen kleine loopjes en geluidjes erdoorheen zoals we goed kennen uit de impro. Daaruit volgt een prachtige ballad, met een lyrisch thema begeleid door heavy rommelende drums, clusterakkoorden op piano en een pedal-tone op bas (toon die doorklinkt als een soort drone).
Vervolgens friemelt de trompet er asymmetrische frases en geluiden door èn gaan achterop het toneel na verloop van tijd heel traag acht warme schijnwerpers aan, waardoor in combinatie met de muziek een enorm dramatisch effect optreedt en – ook niet per ongeluk – het aandachtig publiek ineens in ‘t zonnetje zit! Briljante vondst.
Zo smelt je dus samen met de musici op het podium en zo ga je diep in je tenen voelen dat je allemaal bij elkaar hoort of kunt horen. Ondanks al die verschillen, of misschien wel dankzij….
KEES VAN BOVEN
Foto’s ROGIER BOOGAARD
MARTA WARELIS
Reflex
Bimhuis Amsterdam, 11 oktober ‘24
Ab Baars – klarinet en tenorsaxofoon
Karen Ng – klarinet en altsaxofoon
Ben LaMar Gay – trompet
Marta Warelis – piano en synthesizer
Ingebrigt Håker Flaten – contrabas
Frank Rosaly – drums