“Misha en ik, wij willen niet deugen!” Provocerende woorden van componist Louis Andriessen. Hij sprak ze op het symposium rond leven en werk van componist en pianist Misha Mengelberg. Hij, die vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw een grote invloed uitoefende op de wereld van de geïmproviseerde muziek, werd op 5 juni tachtig jaar. Om dat te vieren organiseerde het Holland Festival samen met het Bimhuis op 6 juni ‘Misha’s Middag’. Met de vier boeiende sprekers George Lewis, Louis Andriessen, Floris Schuiling en Kevin Whitehead, werd een prachtig portret geschetst van de betekenis die Mengelberg geeft aan zijn omgeving.
We kijken naar een videofragment waarbij Misha, zijn dochter en spreker George Lewis Monopoly spelen. Misha zit in het midden. Zijn ellebogen op tafel, een sigaret tussen zijn vingers en zijn hoofd in zijn handen, terwijl hij met alle geduld de spelregels uitlegt. “Hij hield van spelletjes”, vertelt Lewis.
“Ik weet nog goed dat ik hem in 1987 een van mijn eerste klassieke composities liet horen. Hij vond het natuurlijk helemaal niets”, schatert Lewis. “Maar daarmee leerde hij mij iets heel belangrijks: het belang van verschillende meningen.” Lewis is componist en trombonist en kent Mengelberg goed van zijn tijd bij diens Instant Composers Pool (ICP). De Amerikaan Lewis werkt op dit moment als leider van het compositieprogramma Klassiek aan Colombia University en is druk bezig met zijn eigen project Afterword, een opera. Lewis heeft een tiental videofragmenten meegenomen om van herinnering naar herinnering te wippen.
Supermarkttasje
Lewis vertelt geamuseerd over een beschaafd brandje dat drummer Han Bennink stichtte op het podium; over componist (en vader van Misha) Karel Mengelberg; over leermeester Kees van Baaren, de Notenkrakers en herhaalt Misha’s woorden over zijn prestaties met het ICP: “Afschuwelijk, een zes min geef ik het”. De leden van het ICP in de zaal moeten er hartelijk om lachen, ze weten wie het zegt.
Gieren moeten ze bij het fragment uit 1989. Het speelt zich af achter het podium tijdens het North Sea Jazz Festival, waar Mengelberg onverschillig met zijn Bird Award in de weer is . In een wit plastic supermarkttasje heeft hij het beeldje onder zijn arm weggemoffeld. Het laat hem onberoerd. Als hij erachter komt dat er ook prijzengeld bij zit, bedankt hij echter vriendelijk.
Toch geeft het harde gelach van de collega-musici aan dat er iets onvergetelijks schuilgaat in de herinnering aan dit specifieke moment. Ook toont Lewis een fragment van het Camden Jazz Festival waar ze met ICP een stuk van Monk spelen en spreekt prachtige woorden over zijn beleving: “Zij hadden al veel ervaring en ik zat toen net bij de groep. Toen kwam ik er achter dat met Misha improviseren een spel is dat je altijd leek te verliezen.”
“Misha en ik horen te spelen en niet te veel te emmeren”, roept Louis Andriessen wanneer hij het podium opstapt en eens flink uithaalt op de piano. “We hebben altijd samen gevochten tegen de traditie. En terecht. Het is wel goed dat ik er ben vandaag, want iemand moet ook uitleggen dat het niet allemaal zo begon. We ontmoetten elkaar op het conservatorium in Den Haag en hadden alle twee een klassieke componist als vader.”
Dan stokt componist Andriessen even. “Ik heb deze toespraak natuurlijk wel voorbereid, maar je moet dat nooit teveel doen. Misha en ik, wij willen niet deugen! En dan doen we dus iets verkeerds of vervelends en dan gaat ‘t fout, zoals nu. Weet je wat dan het voordeel is? Dan moet je dus improviseren!”
Twaalftoonsgekkigheid
Andriessen vertelt opgewonden over ‘de prehistorie van Misha’, tevens hun gezamenlijke studietijd. Over het kwartet waar hij toen al actief mee was, met Piet Noordijk en Jacques Schols, en hun gemeenschappelijke liefdes: de twaalftoonsgekkigheid en John Cage. Door die laatste kwamen ze in aanraking met het zen-boeddhisme. “We waren toen heel open van geest, dat is waar de gekkigheid begon…”
“We gingen van de avant-garde naar ironie. En van ironie naar absurdisme. We waren bijvoorbeeld gek van Beckett. Ik herinner me ook een performance waarbij ik op een tuinstoeltje met afgezaagde poten onder de piano zat. Dik drie kwartier gebeurde er erg weinig. Ik was druk met mijn eigen partij; ik moest op bepaalde plekken kloppen onder de piano. De eerste vijf minuten was het een hilarische vertoning, daarna gingen de klanken leven. Het was zeker absurdistisch, dus dat ging de goede kant op.” Andriessen sluit zijn verhaal af met een vurig pleidooi om volgend jaar rond deze tijd de televisie-opera Parafax op te voeren. Een opera over wezentjes die leven op televisieschermen, geschreven door Mengelberg.
Donkere wolk
De eigenzinnigheid van Mengelberg krijgt deze middag steeds meer vorm in het Bimhuis. Zijn vrienden en collega’s spreken hartverwarmende woorden en lachen om de mooie herinneringen. Ook is er ruimte voor de emotie om het langzame verlies van een goede vriend en collega-musicus. Mengelberg lijdt aan dementie, een constant aanwezige donkere wolk die zorgt voor een alsmaar slechtere gezondheid. De Instant Composers Pool, die Mengelberg in 1967 samen met Han Bennink en Willem Breuker oprichtte, blijft actief en houdt de visie van Mengelberg in ere.
Floris Schuiling sprak gedurende twee jaar breeduit met alle musici van het ICP voor zijn studie, waarin hij de betekenis van ‘instant composition’ onderzoekt en de invloed daarvan op de musici in kaart brengt. “Misha hield zich bezig met de democratisering van muziek. Ook was hij op zoek naar een manier om muziek zo op te schrijven, te componeren, dat er nog vrijheid bleef om te reageren op de omgeving.”
Schuiling analyseerde de ICP en daarbij typeert hij Mengelberg als een virus. “Als je met Misha speelt, dan speel je tegen elkaar, niet met elkaar. Saxofonist Michael Moore constateerde het ook: ‘Ik denk dat Misha heel veel in spelletjes denkt’.
Jazzkenner en journalist Koen Schouten, presentator van het symposium, vraagt Schuiling hoe hij de analyse en de gesprekken met Misha heeft ervaren. Was het ergens, hoe raar dat ook klinkt, prettig dat Misha er nu niet meer inhoudelijk op kan reageren? “Soms misschien wel”, overdenkt Schuiling ter plekke. “Dwars als hij is, blijft een uitleg van zijn mening soms achterwege. Dat is niet altijd even gemakkelijk als je zijn werkwijze probeert te doorgronden.” Koen Schouten, die hem ook vaker heeft mogen interviewen, knikt heftig en herkent die strubbeling. Daaromtrent sprak Lewis begin van de middag de typerende woorden: “Misha always plays the counter melody.”
Koeien
Aan Kevin Whitehead, jazzrecensent en schrijver, werd gevraagd om te komen spreken over koeien. Dat nam hij letterlijk. “Als ik over koeien moet spreken, dan wil ik dat ook goed doen…” Met anatomische tekeningen van een koe op het scherm begint hij te spreken over de vier magen van de koe en over het herkauwen van materiaal. Hoe Misha zijn duo-optredens met drummer Han Bennink altijd op band opnam, daar vervolgens de opvallendste deeltjes uit selecteerde om die vervolgens te gebruiken tijdens een concert. Als het hem beviel schreef hij het op en gaf hij het aan zijn collega-musici om het vervolgens nog een keer te herkauwen op het podium.
Eigenaardiger wordt het verhaal wanneer Whitehead vertelt over de vijandelijke relatie van Mengelberg met zijn parkiet, omdat deze ook verliefd was op zijn vrouw, Amy. “Ook daar ontstond muziek”, legt Whitehead uit. “Tegen elkaar, in plaats van met elkaar.”
En die koeien? Dat moest natuurlijk gaan over de opera Koeien die Mengelberg schreef en die op 9 en 10 juni 2015 wordt opgevoerd in Amsterdam, tijdens het Holland Festival. Mengelberg heeft het werk nooit afgemaakt, dat hebben Cherry Duyns en Guus Janssen begin jaren negentig gedaan, vertelt Whitehead: “Van wat ik weet hebben ze het in elk geval drastisch ingekort, dat lijkt me ook wel slim. Want vier uur zeuren over bijen die irriteren lijkt me een beetje lang. En of de opera nou komisch of serieus bedoeld is, dat is mij niet helemaal duidelijk.” Dan besluit Whitehead: “Werk onafgemaakt laten nodigt musici uit om er mee te werken.”
Schrale troost
De programmamakers hebben van Misha’s Middag een knap staaltje werk gemaakt. Zoveel prachtige woorden en liefhebbende observaties geven de componist een gezicht. Een man die in spellen denkt en vaak kiest voor het tegenovergestelde en daarmee de comfortzone ver achter zich laat. Een componist met lef. Lef om van de gebaande paden af te dwalen. En heel belangrijk: niet zonder respect voor zijn collega-musici, zijn vrienden. Hij creëerde een uitdaging. Een uitnodiging om geïmproviseerde muziek op een nieuwe manier te benaderen. De warmte die hij met het spel dat hij speelde wilde overdragen, is deze middag in het Bimhuis voelbaar.
Altsaxofonist Benjamin Herman, die eerder twee albums uitbracht met muziek van Mengelberg, bracht samen met Dominic J Marshall (piano), Tobias Nijboer (contrabas) en Tijn Jans (drums) een aantal van Misha’s minder abstracte composities ten gehore. Uiteraard in eigen stijl, verzorgden zij kwalitatief, indrukwekkende intermezzo’s. Zij speelden onder andere Samba Zombie en De Sprong, O Romantiek der Hazen.
Bij dementie wordt pas in het laatste stadium het muzikale geheugen aangetast. Dat moet een schrale troost zijn. Voor Misha Mengelberg en voor ons. Om zijn visie op improvisatie en alle herinneringen, woorden en muziek in ere te houden zijn de handen ineengeslagen. Erik van den Berg publiceerde deze middag zijn boek Worp en Wederworp met 26 interviews met Mengelberg, afgenomen tussen 1961 en 2011. Tevens werd de tentoonstelling Misha Criss-cross, met foto’s van Francesca Patella, geopend in het Bimhuiscafé.
MAUD MENTINK
Misha’s Middag
Bimhuis, 6 juni 2015 (11.00-16.00)
Presentatie: Koen Schouten
Sprekers: George E. Lewis, Louis Andriessen, Floris Schuiling, Kevin Whitehead
Muziek: Benjamin Herman (altsaxofoon), Dominic J Marshall (piano), Tobias Nijboer (contrabas), Tijn Jans (drums)Boekpresentatie ‘Worp en Wederworp’ van Erik van den Berg
Organisatie: Holland Festival, Universtiteit van Amsterdam, Instant Composers Pool, Bimhuis, in samenwerking met Nederlands Jazz Archief