‘Ton Petit’ is het nieuwste groepje en tevens de nieuwste cd van Anton Goudsmit. Met contrabassist Sean Fasciani en slagwerker Tim Hennekes vormt hij een gesmede drieëenheid, die de gitarist nu eens van een andere kant laat horen.

In de klassieke muziek zijn er nogal wat gitaristen die het kleine gebaar eren. In de jazz ook, maar dan moeten ze geen Anton Goudsmit heten. Toch is diezelfde Anton G. degene die een cd heeft gemaakt met een trio dat hij Ton Petit heeft genoemd. In het Frans betekent dat ‘jouw kleintje’. Anton Goudsmit zou er ook wel ‘klein toontje’ bedoeld mee kunnen hebben. Maar het kan evengoed zijn kat Molly zijn, die volgens de gitarist ook de tonnen aan tijd, geduld – vanwege Covid-19 – en een handvol goede ideeën voor dit album heeft meebeleefd. 

In een dik half uur laat de gitarist horen dat hem niet alleen het grote, wijdse gebaar eigen is. Het is niet zo dat de zes stukken die de cd vullen een overzicht vormen van zijn technisch kunnen. Daarvoor zouden tien cd’s nog niet voldoende zijn. Maar met Ton Petit laat Anton Goudsmit wel horen hoe fraai hij alle invloeden die hem ooit bereikten, in zijn spel zijn geïncorporeerd.

Daarbij is het een zegen dat hier nu eens geen gitarist speelt, die een afgeleide is van John Scofield of Marc Ribot. Anton Goudsmit beperkt zich niet tot nauwe straatjes die er al decennialang liggen. Hij is wis en waarachtig een jazzgitarist, getuige alleen al zijn gedegen improvisaties die hij vaak wervelend, voor de vuist weg, ten beste geeft. Maar de vergaarbak die is gevormd door de velen die hem voor gingen, daar smult hij gretig uit. En daarbij maakt het hem niet uit of dat met jazz is gebeurd, of pop, of Afrikaanse muziek, of Latijns-Amerikaanse. Alles is welkom, als het maar bijdraagt aan Goudsmits eigen stijl.

Ton Petit brengt mooie melodieën, waarvan het openingsstuk Graat / Paling meteen getuigt. Onder de gitaarklank zit een lichte echo, de contrabas van Sean Fasciani omklemt harmonie en melodie, licht slagwerk legt zachte accenten over het geheel. In het daaropvolgende el Hugonote / Franje kruipt de drummer wat meer uit zijn schulp. Hetgeen ook gezegd kan worden van gitaar en bas, al is het alleen maar door het schurende ritme. Hier klinkt de gitaar soms als die van een flamencospeler.

Anton Goudsmit heeft een gedegen keuze gemaakt om zich te omringen met Sean Fasciani en de jonge Tim Hennekes. Zij sluiten nauw aan bij de verteltrant van de gitarist. De rust en kalmte die uit hun spel sprankelt, geeft de totaalklank fraaie ornamenten, waarop het voor de leider goed dwalen is. En van waaruit hij alle ruimte krijgt om tóch op sommige plekken gas te geven, zoals in The Fridge. Hier is er geen sprake van ornamenten, maar van ruggesteun die de snelle, vrije improvisatie een reuzekracht geeft.

En om de diversiteit nog eens te benadrukken word je in Karma-tic meegenomen naar de klanken zoals we die kennen van de cd-serie Éthiopiques, uiterst melodieus en opwindend. Waarbij de indruk die Anton Goudsmit zelf heeft gecreëerd heftig wordt bevestigd: ook het kleine gebaar is bij deze grote geweldenaar in veilige handen.

RINUS VAN DER HEIJDEN

 

ANTON GOUDSMIT’S TON PETIT

Dox Records

Anton Goudsmit – gitaren
Sean Fasciani – contrabas
Tim Hennekes – slagwerk

 

www.antongoudsmit.nl

Previous

Rodrigo Faina schetst zijn leven in muziek en literatuur

Next

De jonge jaren van The Ramblers mooi geboekstaafd

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook