Enige vorm van bombast kan Avishai Cohen niet worden ontzegd. Dat kan ook nauwelijks anders als je een groot symfonieorkest inhuurt om jouw muzikale boodschap te versterken. Je kunt er echter ook mee over de rand vallen en dat overkomt de contrabassist ook voor een deel. ‘Two Roses’ is een album met een uitgangspunt dat wortelt in het verleden waar soortgelijke initiatieven het er een stuk beter van af brachten.
Daarbij mag je denken aan projecten die Gil Evans, Charlie Parker en Ornette Coleman ondernamen. Evans met big bands die vaak een orkestrale inslag kenden, Parker die met strijkers zijn boodschap verder verspreidde en Coleman die voor Skies of America de hulp inriep van het London Symphony Orchestra. Allemaal gelaagde muziek, waarbij het samengaan van jazz en orkestrale elementen tot nauwkeurige symbioses leidde.
Van dat samengaan is bij Two Roses van Avishai Cohen nauwelijks sprake. Volgens eigen zeggen van de contrabassist is “een album opnemen met een orkest een fantastisch avontuur, heel anders dan een jazzplaat. Een orkest heeft zijn eigen ritme, het is een organisme en je moet doorgronden hoe het ademt”, zo vindt hij. Allemaal waar, maar daarmee is nog niet het achterliggende ‘waarom’ van deze kennelijke hartenwens van Cohen verklaard. Want het blijven twee fenomenen: het Gothenburg Symphony Orchestra en het Avishai Cohen Trio. Met dit laatste is trouwens niets mis, als het autonoom opereert, dan hoor je klasse en vakmanschap. Geldt trouwens ook voor het grote orkest, maar samen kunnen ze nauwelijks een ei bakken.
Avishai Cohen is een liefhebber van melodische muziek, waaraan hij zijn eigen harmonieën toevoegt. Wellicht is dit een van de redenen waarom hij mondiaal zo mateloos populair is. Two Roses zal ook wel weer een schot in de roos zijn, want het is vooral ‘mooi, mooi, mooi’ wat hij heeft uitgedokterd en als opdracht heeft meegegeven aan het Gotenburg Symphony Orchestra. Maar zoals het altijd met ‘mooi, mooi mooi’ gaat, dan ga je over de top en dat doet Avishai Cohen op nogal wat plekken van dit album ook.
Neem de Nat King Cole-klassieker Nature Boy. Het nummer kent talloze uitvoeringen, veelal afgeleid van de versie van Cole. Avishai Cohen heeft de klassieker ook geselecteerd; hij gaat er zelf bij zingen. Puur voor de liefhebber natuurlijk, want als Cohen de hoogte in moet, last hij een trucje in om daar te komen, een soort tussenstapje waarmee hij zijn stem ietwat de hoogte in krijgt. Zijn Nature Boy onderscheidt zich nauwelijks van wat anderen ermee deden. Avishai Cohen had beter eens naar Abbey Lincoln geluisterd, dan was hij er wellicht achter gekomen dat het echt veel geïnspireerder kan.
Two Roses bevat niet alleen symfonische klanken, ook Cohen’s facetten uit zijn handelsmerk, zoals muziek uit zijn geboorteland Israël, Sephardische, Noord-Afrikaanse en Slavische muziek. Luister naar zijn Arab Medley, waar het Gothenburg Symphony Orchestra even uit zijn symfonische harnas loskomt en het samen met het trio van Avishai Cohen een fraai exposeetje geeft van Arabische muziekculturen. Daar staat dan het tranentrekkende titelstuk Two Roses tegenover, met een lalalala-koortje en zwaar opgeklopte orkestrale indrukmakerij van de Zweden. Hetzelfde geldt voor Emotional Storm en Puncha Puncha met alweer een zingende Cohen. Typisch dat hij hierover zegt: “Als ik Puncha Puncha hoor, word ik meegevoerd naar een ander tijdperk, waar niets hetzelfde is.” Merkwaardig, want juist hier geldt wederom dat het veel is van wat eerder al oorspronkelijker is gedaan.
Tot slot: mocht Two Roses floppen, dan staat er in elk geval één nummer op waarmee Avishai Cohen zo een of andere Top-10 kan binnen denderen: When I’m Falling. En dan maar hopen dat hij zich niet al te erg bezeert.
RINUS VAN DER HEIJDEN
AVISHAI COHEN – TWO ROSES
Razdazrecordz
Avishai Cohen – zang, contrabas, elektrische bas en minimoog synthesizer
Elchin Shirinov – piano
Mark Guiliana – drums
Gothenburg Symphony Orchestra o.l.v. Alexander Hanson