Hij is er, de nieuwe cd van het John Coltrane Quartet: ‘Blue World’. In amper twee jaar verschijnen er pardoes twee albums van een musicus die al meer dan een halve eeuw geleden overleed. ‘Blue World’ is vooral een cd voor de verstokte Coltrane-fan.

Vorig jaar dook plotseling de dubbel-cd Both Directions at once – The Lost Album op. Nauwelijks een jaar later Blue World. Tweemaal krachtvoer voor de ware Coltrane-fan, want in beide gevallen gaat het op één opname na (Vilia – take 5 op The Lost Album) om nooit uitgebracht materiaal. Smullen derhalve, al wordt die vraatzucht op Blue World nogal getemperd door de eenzijdigheid die de schijf kenmerkt. Drie opnames van Village Blues en twee van Naima zijn wat veel van het goede, vooral omdat ze onderling in uitvoering nauwelijks verschillen.

Hoewel dit argument ook geldt voor The Lost Album, dat maar liefst vier uitvoeringen van Impressions telt, is de diversiteit alleen al door de hoeveelheid van veertien stukken – tegenover acht (korte) – op Blue World, een stuk groter. Maar de echte verzamelaar en/of doorleefde Coltrane-fan zal zich door dit obstakeltje niet laten weerhouden.

Want ook Blue World is het aanhoren meer dan waard. Dat vergt enige uitleg. Blue World is een weergave van een opnamesessie uit 1964, toen John Coltrane zich committeerde aan de Canadese filmmaker Gilles Groulx, een in die jaren belangrijke naam binnen de filmindustrie van Quebec. Coltrane was met hem in contact gekomen door zijn contrabassist Jimmy Garrison. Groulx, een dusdanige bewonderaar van Coltrane dat hij al diens platen in de kast had staan, wilde voor zijn eerste grote speelfilm, Le chat dans le sac, per se muziek van Coltrane als soundtrack.

Het probleem was echter – uiteraard – geld. Groulx kon voor Le chat dans le sac beschikken over een budget van 75.000 dollar. Nauwelijks voldoende om een complete rolprent samen te stellen en al helemaal niet om Coltrane in te huren als componist voor nieuw werk. Daarop besloten beiden om bestaande composities door het John Coltrane Quartet opnieuw te laten inspelen. Dat gebeurde op 24 juni 1964 in de Van Gelder Studio’s in New York. Ook weer vanwege het geld moest dit in één keer gebeuren.

In dat toen nadelige aspect zit nu echter wel de kracht van de acht opnamen. Coltrane, die op dat moment volop bezig was met wat later zijn magnum opus zou worden, A Love Supreme – flarden van vingeroefeningen hiervoor klinken op deze nieuwe plaat door – had net de opnames van het album Crescent achter de rug. Serieus vakwerk derhalve en dat waren de opnames voor Blue World een stuk minder. Misschien zag de tenorreus deze opdracht als een schnabbel; op wat nu Blue World bevat, is dat zeker niet af te horen.

De grootste kracht van dit album zit verborgen in de ontspannen manier waarop Coltrane zijn ‘klassiekers’ hier vorm geeft. Van zijn zo beroemde sheets of sound is nauwelijks sprake – de stukken lenen er zich ook niet zo voor – maar de lyriek die in met name Naima en Like Sonny is te horen, doet meer dan weldadig aan. Ook de interpretatie van de overige leden van het kwartet is verrassend.

De kleurrijke accenten die pianist McCoy Tyner zich toeëigent plaatsen nieuwe ornamenten in de uitvoeringen. Elvin Jones slaat zich bonkend en zoals zo vaak nóg meer voor de tel door het materiaal heen. En alleen al de gortdroge, maar o zo mooie contrabassolo van Jimmy Garrison aan het begin van Traneing In laat je naar de cd-winkel snellen om deze toch ook weer saillante cd van dat eeuwigdurende wonder John Coltrane – en zeker diens klassieke kwartet – urenlang op de speler te laten vertoeven.

RINUS VAN DER HEIJDEN

John Coltrane – Blue World
Impulse/UMe

John Coltrane – tenorsaxofoon
McCoy Tyner – piano
Jimmy Garrison – contrabas
Elvis Jones – slagwerk

 

Previous

Vera Marijt (rondetijd 5.01,54)

Next

LUX Nijmegen opent met Kika Sprangers eigen jazzseizoen

Lees ook