Donder & Apeland spreken in hun aanbeveling van de cd ‘Het Verdriet’ van de filosofie achter jazz. Wat ze met die opmerking bedoelen komt in de tekst niet uit de verf. Des te meer in hun muziek op deze cd, die een proeve wil zijn van de Noorse traditie in volksmuziek. Die kenmerkt zich door ‘improvisatorische vrijheid, gevoel voor melodie en complexe ritmes’. Juist, dat is dus de link met jazz, dat is een hint richting de filosofie achter jazz.
Heel wat jazzmuzikanten kregen en krijgen misschien nog steeds hun eerste muzikale scholing in de context van kerk en geloof. Zingen tijdens de kerkdienst, zingen in een gospelkoor en van lieverlee vaak het leren bespelen van een instrument. Bijvoorbeeld piano of orgel, voor de begeleiding en muzikale omlijsting van plechtigheden, ook op school. In de meeste gevallen bleek het een stevige basis voor een latere carrière in jazz of klassieke muziek.
Ziedaar de overeenkomst met de muziek op Het Verdriet. De gast van het pianotrio Donder is Sigbjørn Apeland, die op deze cd harmonium speelt, maar van huis uit ook organist is én, heel toepasselijk wat betreft de repertoirekeuze, docent etnomusicologie aan de universiteit van Bergen. Bovendien heeft Apeland een achtergrond in kerkmuziek en West-Noorse volksmuziek. Zeven stukken op Het Verdriet zijn gebaseerd op transcripties van oude Vlaamse en Nederlandse volksmuziek, waaronder het uit volksliedboeken bekende Daar zat een sneeuwwit vogeltje.
Het nummer Io parto, e non più dissi (Ik ga, zei ik, en verder niets) is een arrangement van een vijfstemmig madrigaal van Carlo Gesualdo da Venosa. Lei, milde ljos (Leid me, zacht licht) is het enige stuk op de cd met een Noorse titel en met een sacraal gehalte. Het is een versie van de hymne Lead Kindly Light van Charles H. Purday, een componist van kerkelijke gezangen uit de 19e eeuw.
Overigens, denk in dit geval bij bewerkingen van Vlaamse en Nederlandse volksmuziek niet aan het zondagse radioprogramma Onder de Groene Linde van Ate Doornbos. Het is verre van hetzelfde.
Het aangekondigde Noorse improvisatiegehalte op Het Verdriet schuilt dus voornamelijk in de uitwerking van de nummers, die door het geluid en ook de traagheid van het harmonium bijna allemaal een sfeer van psalmengezang en bijbehorende melancholie krijgen. Een soort memento mori, hetgeen de titel van de cd recht doet. Terwijl het van oorsprong toch overwegend seculiere muziek is, weliswaar deels stammend uit een theocentrisch gerichte Middeleeuwse samenleving.
Het harmonium was en is in de christelijke gemeente de huiskamerversie van de psalmpomp, het kerkorgel. Apeland verloochent zijn wortels in de Luthers-evangelische kerkmuziek niet. Door de langgerekte improvisatielijnen gaat helaas heel wat melodie verloren en raak je zo en dan het spoor bijster in de improvisatie. Maar, intrigerend is het zeker, dat het Donder-trio koos voor zo’n avontuur in op zijn zachtst gezegd niet zo’n voor de hand liggend repertoire en zo’n gastmuzikant.
Intrigerend is ook de klankkleur die de groep weet te bereiken. De muziek zuigt je wel vast. Je krijgt steeds de neiging als het ware te gaan graven in het arrangement. Muziek die boeit en blijft boeien, beter kun je het als musicus niet doen.
JAN BOL
DONDER & APELAND
HET VERDRIET
W.E.R.F. Records
Harrison Steingueldoir – piano
Sigbjørn Apeland – harmonium
Stan Callewaert – contrabas
Casper Van De Velde – drums