Verschillende buitenlandse studenten van het conservatorium van Amsterdam oogsten veel lof in de Nederlandse jazzmedia, onder wie Sun Mi-Hong, Teis Semey en anderen. Een naam om binnenkort aan dat rijtje toe te voegen is Federico Calcagno. De Italiaanse basklarinettist en componist laat daar weinig twijfel over bestaan op zijn nieuwe album ‘Liquid Identities’ (Aut Records). Het is het eerste album van de gelijknamige band.

De band voert acht eigen composities van Calcagno op. Alle nummers zijn gehuld in dezelfde prachtige, vervreemdende kwaliteit die het geluid van de band kenmerkt. De kakofonische groepsgesprekken roepen ondefinieerbare emoties op, puttend uit het vocabulaire van 20e-eeuwse klassieke muziek en avant-gardistische jazz. Calcagno is op zijn best als hij onder de chaos een keihard ritmisch fundament heeft verstopt, zoals op de ijzersterke opener Modernity en Rhino Milk.

Op Blame, voortgekomen uit een bewerking van het nummer Mabel van Kenny Wheeler, smijt de band een funky groove neer waarin de dynamische mogelijkheden die de vreemde bezetting biedt, volop worden aangegrepen. Tijdens Soares’ solo duikt Calcagno opeens de diepte in en geeft er een smerige lading aan met een drone-noot van zijn basklarinet.

Dat de band een vuig geluid in de vingers heeft laten ze opnieuw zien op één van de nieuwe stukken van het album: Disruptive Innovations. Net als de disruptieve innovaties die kenmerkend zijn voor het huidige kapitalisme, volgen Calcagno en Soares elkaar steeds sneller op in hun solo’s. Het kookpunt komt uit de hoorn van Soares die een nietsontziende multifonische schreeuw aanhoudt tot het pijn begint te doen.

Hoewel elk afzonderlijk nummer bol staat van de dynamiek, mist het album die misschien een beetje als geheel. Zo is de opening van het nummer Road to Koog prachtig melancholisch en ingetogen. Het roept in de luisteraar een smeekbede op om daar te blijven. Al snel volgt er toch weer één van Calcagno’s ‘chopped-up’ (= opgeknipte) frases die de band tijdens de solosectie in een dynamisch bereik brengt dat je vaker aantreft op het album.

Het is echter niet zo dat er geen idee achter lijkt te zitten: als de melancholische intro van Road to Koog aan het einde weer klinkt, hoor je in je hoofd er zo een rapper als Freddie Gibbs overheen dansen, na die ritmische ideeën die net zijn opgeworpen. Ook op Melting Nostalgia, het andere nummer met een meer ingetogen thema, lijkt Calcagno opzettelijk te kiezen voor contrast. Toch vragen die zachtaardigere delen erom meer ruimte te krijgen.

Naast Calcagno en Soares schitteren ook de andere bandleden als solisten, maar de band is misschien het sterkst als er helemaal geen sprake is van een solist. Zo doet Thessalonikefs met verve een impressie van een mitrailleur in zijn duo-improvisatie met Soares op There Was A Rhythmn, en stuwen Masafrets en Moncada de band in de collectieve zoektochten terug naar het thema.

Het nummer Miles Drives doet denken aan een uitspraak die Miles Davis deed over zijn album Birth of the Cool. Eén van de sterkste punten van het album, aldus Davis, was het feit dat je de melodieën voor je geliefde kon zingen als je samen over straat liep. Ik zou adviseren op een date niet hetzelfde te proberen met de nummers van Liquid Identities, tenzij je goed hebt geoefend. Maar sommige frases blijven net zo aanstekelijk in je hoofd ronddolen als die melodieën van Miles, ‘chopped-up’ en chaotisch als ze zijn. Het album is ijzersterk, en je hoort dat de band eigenlijk nog beter kan ook.

FREEK DIJKSTRA

Liquid Identities – Liquid Identities
Aut Records

Federico Calcagno – basklarinet, composities
José Soares – altsaxofoon
Adrian Moncada – piano
Pau Sola Masafrets – cello
Nick Thessalonikefs – drums

Website Federico Calcagno

Previous

Hugo van Els, man achter de vernieuwende jazz van UJazz

Next

Jachthoorn

Lees ook