Wielrennen vangen in muziek. Dat was het streven van Mathijs Leeuwis toen hij de cd ‘Galibier’ opnam. Tien eigen stukken, die de roem, glorie en neergang van het professionele wielrennen muzikaal verbeelden. Met een pianist, gitarist en drummer komt in een dik half uur Leeuwis’ passie voor wielrennen én het bespelen van zijn pedal-steelgitaar voorbij.

Mathijs Leeuwis had naast het eerbetoon aan wielrennen nog een bedoeling met Galibier. Hij wil de muzikale mogelijkheden van de pedal-steelgitaar verder onderzoeken. Het instrument onttrekken aan de countrymuziek waarin het furore maakte, en evengoed aan de stroming americana, waarin het ook regelmatig opduikt. De musici op Galibier doen dat door klankexperimentjes en kleine improvisaties.

De titels van de stukken op Galibier verwijzen alle naar wielrennen. Col du Télégraphe, Galibier, Mont Ventoux en Champs Élysées zullen in dit verband voor de meeste mensen voor zich spreken; Henri Desgrange, Monseré en Docteur Fuentes kunnen wat raadselachtiger klinken. Desgrange was een journalist die in 1903 de eerste Tour de France organiseerde, Jempie Monseré een uiterst talentvolle Belgische wielrenner, die in 1971 op 22-jarige leeftijd door een ongeval om het leven kwam. En Docteur Fuentes? Hij is Eufemiano Fuentes, een sportarts die het professionele wielrennen volledig kopje onder liet gaan in allerlei dopingzaken.

Zowel de muziekliefhebber als degene die het wielrennen een warm hart toedraagt zullen bij het beluisteren van Galibier met gespitste oren luisteren hoe Mathijs Leeuwis c.s. de brug hebben geslagen tussen beide fenomenen. De recensent van deze cd is een fervent fietser, maar hij is er niet in geslaagd te analyseren waarom een stuk bijvoorbeeld de titel Requiem draagt. Natuurlijk valt dat wel enigszins te verklaren: het wielrennen heeft vele doden geteld en rouw is in muziek niet zo moeilijk te verklanken. Maar of je de verbinding hoort? Bij Descente de Lautaret en Solo kun je met geen mogelijkheid verklaren waarom deze stukken die titels dragen, hetgeen voor een aantal andere eveneens geldt.

Mathijs Leeuwis verklaart in een toelichting dat de 2645 meter hoge Col du Galibier op de cd in de eerste vijf nummers wordt beklommen, de overige vijf willen gedetailleerde verhalen zijn waarin het professionele wielrennen wordt uitgebeeld. Het zal wel. Wat je hoort zijn klanklandschappen, organisch neergelegd door de pedal-steelgitaar. De overige drie instrumenten gedragen zich voornamelijk ornamenteel, verschaffen zichzelf ruimte voor individuele toevoegingen aan de muziek, die je onder de noemer ‘improvisaties’ zou kunnen samenvatten. Bovenal klinkt boven de muziek het enthousiasme uit dat de vier musici aan de dag leggen.

Dat enthousiasme wordt nog eens benadrukt door de wetenschap, dat alle stukken direct zijn opgenomen, zonder herkansingen. Het album is analoog vastgelegd, wat in elk geval het aspect wielrennen de nodige authenticiteit meegeeft. Galibier is daardoor vooral een ode aan de pedal-steelgitaar, die hier in een nieuwe context wordt geplaatst en zeker door het thema waaraan hij is opgehangen, naar nieuwe wegen op zoek is gegaan.

RINUS VAN DER HEIJDEN

Mathijs Leeuwis – Galibier
Galibier Records

Mathijs Leeuwis – pedal steel- en basgitaar
Mathijn den Duijf – piano en synthesizer bas
Marzio Scholten – gitaar
Mischa Porte – drums

www.mathijsleeuwis.com

Previous

Fabelachtige brug blues en jazz van Samuel Blaser

Next

Dré Pallemaerts’ Seva koestert de subtiele jazz

Lees ook