De blues, vertakt in het verleden en opgepikt en van nieuwe veren voorzien. Dat is de bedoeling achter een zeldzaam mooi album dat trombonist Samuel Blaser zojuist uitbracht: ‘Early In The Mornin’’. De blues wordt hier naar onze tijd getransponeerd en de enkeling die nog nooit van blues heeft gehoord, zou er onmiddellijk voor vallen. Ouderwets vakmanschap dat je ongenadig bij de kladden grijpt, dat is ‘Early In The Mornin’’.
Samuel Blaser is al jaren gegrepen door de blues zoals die uit de moerassen van de Mississippi Delta opsteeg. De tijd van W.C. Handy, Muddy Waters, Howlin’ Wolf, Robert Johnson, Pinetop Perkins. Noem ze maar op, al die grote namen. Samuel Blaser heeft hun invloeden ingedronken, maar tegelijkertijd heeft hij zich gelaafd aan wat jazzmusici met de blues hebben gedaan en heeft hij intensief geluisterd naar Europese componisten als György Ligeti en György Kurtág, die op hun beurt zich lieten leiden door de muziek van Bela Bartók. Hoe breed wil je het hebben, zou je bijna verzuchten.
Trombonist Samuel Blaser heeft zijn invloeden, zijn uitwerking ervan, zijn ideeën over blues en zijn verbindingen met het heden vastgelegd op het album Early In The Mornin’, een welhaast adembenemend document dat binnen een uur de oude blues transponeert naar onze tijd. Niet alleen vanwege het uitgebreide assortiment instrumenten waarvoor is gekozen, ook door de eerder gemelde invloeden waarvan in elk van de tien composities vrijwel steeds iets doorschemert. Bovendien heeft Blaser twee prominente gasten uitgenodigd: altsaxofonist Oliver Lake en trompettist Wallace Roney.
De eenzame nazaat van de zwarte slaven, op het wankele terrasje voor zijn op instorten staande houten keetje, met een versleten gitaar op schoot of mondharmonica aan de mond; voor deze beelden denk je terug te moeten naar de jaren twintig van de vorige eeuw. Nee hoor, ’s mans oerschreeuw om gerechtigheid leeft ook bij Samuel Blaser. De slepende tragiek van de Deltablues is immers het fundament waarop Early In The Mornin’ rust. Zes stukken op de cd zijn traditionals, gearrangeerd door Blaser, de vier overige van zijn eigen hand.
De cd opent met Creepy Crawler, een van de twee composities waarop Oliver Lake meespeelt. Het zijn beide ook de imposantste van het album. Oliver Lake betoont zich hier als een ware blues shouter op zijn altsaxofoon, waarmee hij een onvoorwaardelijke kabel trekt naar de vrije jazz uit de jaren zeventig. Levee Camp Moan Blues is het andere stuk waarin hij participeert en dat doet hier ook Wallace Roney. Nergens is de verbinding van verleden en heden zo sterk als hier: de samenklank van trompet, altsaxofoon en trombone bezorgt je kippenvel, de jachtige toetsklanken van Russ Lossing lijken op de vlucht van een haas voor het geweer van de jager, het slome slagwerk van Gerry Hemingway maakt het bluesgevoel compleet.
De veelvoudige aanwezigheid van instrumenten maakt dat Blasers bedoelingen waar worden gemaakt: trombone, toetsinstrumenten, contrabas, slagwerk, altsaxofoon en trompet zijn de eigentijdse toets, het ultieme vakmanschap van de musici verheft de brug tussen toe en nu in het kwadraat. Early In The Mornin’ is door al zijn verwijzingen ook nog eens een almanak die de geschiedenis van de jazz in een nieuwe tijd duwt. Mal’s Blues bijvoorbeeld, een van de tien composities roept niet alleen het reuzendom van Mal Waldron in herinnering, het is de zoveelste onwrikbare constructie tussen de hartenkreet van die arme zwarte en de rijkdom van de jazz van nu.
RINUS VAN DER HEIJDEN
Samuel Blaser – Early In The Mornin’
Out Note Records/Outhere Music
Samuel Blaser – trombone
Russ Lossing – piano, Fender Rhodes, Wurlitzer, clavinet, Minimoog en Hammond B3
Masa Kamaguchi – contrabas
Gerry Hemingway – slagwerk en harmonica
Gasten:
Oliver Lake – altsaxofoon
Wallace Roney – trompet