Er is iets met die baard. altaxofonist, componist en bandleider Sam Newbould staat op de hoes van zijn laatste album ‘Homing’ ‘en profile’ gefotografeerd tegen een achtergrond van een eenvoudige keuken. Zijn altsaxofoon en zijn gezicht – half verscholen achter een flinke boskabouterbaard – roepen iets weerloos op.

Homing is Newboulds derde album. Momenteel toert hij met zijn Sam Newbould Quintet door Engeland, waarna de band later deze maand de Nederlandse jazzscene zal vertegenwoordigen op jazzahead! – het festival en de jazzbeurs in Bremen die voor sommigen een springplank naar internationale doorbraak vormt.
Newbould werd geboren op het platteland van Yorkshire in Noord-Engeland. Hij behaalde een master in filosofie aan de Durham University, studeerde een jaar aan de Berlijnse Hanns Eisler Hochschule für Musik en kwam in 2016 naar Nederland, waar hij dankzij een beurs zijn opleiding kon voortzetten aan het Conservatorium van Amsterdam.
Sinds zijn komst naar Amsterdam in 2016 lijkt Newbould hier zijn plek gevonden te hebben, net als twee andere internationale talenten: de Israëlische drummer Guy Salamon en de Spaanse pianist Xavi Torres. Op dit album wordt het Sam Newbould Quintet verder aangevuld door de Nederlandse contrabassist Jort Terwijn en tenorsaxofonist Bernard van Rossum.
Terug naar die baard. De eerste compositie van Homing draagt de mysterieuze titel Barba tus sapientes. Deze Latijnse titel betekent zoiets als ‘wijsheid gaat niet verder dan de baard’. Het is dus geen ode aan de nymf Barba, maar een gedragen groove die begint met de tenor- en altsaxofoon in een unisono melodie. Langzaam beweegt het geheel als een opwaartse gang op een trap: het unisono wordt meerstemmig, het arrangement krijgt een pianobreak, waarna de solo’s het verhaal een nieuwe wending geven. Die bescheidenheid is misplaatst. Het album bevat talloze lagen van muzikale wijsheid en vindingrijkheid die liefhebbers gegarandeerd zullen verheugen.
Voor de eeuwige studenten – zoals veel jazzmusici zijn – is het laatste nummer, Dog Dance, een absolute aanrader. Op YouTube circuleren drie verschillende versies. Door deze achter elkaar te beluisteren worden zowel de improvisaties als het arrangement prachtig uitgelicht. Bovendien leent Dog Dance zich uitstekend om in een ‘loop’ te worden afgespeeld en zou het zomaar een hit kunnen worden tijdens salsa-danslessen.
De titel Below the Elbow komt drie keer terug op het album. De lange versie klinkt als een volksmelodie, compleet met vraag- en antwoordpassages, contrapuntische uitwerkingen en een schitterende altsaxofoonsolo die elegant wordt overgenomen door de piano. Bij de eerste reprise keert het deuntje terug, maar nu als een trage tweestemmige etude voor de twee blazers. De tweede reprise laat de contrabas de melodie spelen als een rubato solo.
Het hele album ademt een zekere kwetsbaarheid. Anglesey had net zo goed Anglesey Blues kunnen heten. Langzaam begint een keyboard met een ijle melodie, terwijl de drums zo mechanisch klinken als een drummachine. Pas aan het eind komt er een knipoog met een van de blauwste blue noten die je ooit hebt gehoord. Een ingetogen altsaxofoon verschijnt als een schaduw. De contrabas is tergend traag – tot die ene blauwe noot een glimlach ontlokt. De tenorsaxofoon komt tevoorschijn vanonder het tapijt, melodieus en melancholisch, als de meest gevoelige Stan Getz-solo.
Homing opent als een tweestemmige blazersetude, onderbroken door een pianoriff, waarna het losbarst. Kat-en-muislijnen tussen de blazers en de piano worden gestuwd door een pompende contrabas. De dribbelende drums veranderen in percussieve klappen; Salamon laat horen dat hij ook een stevige timbalero is. Alles wordt uitgevoerd met de precisie van een tapdanser, met breaks die steeds een nieuwe doorstart aankondigen. Newboulds altsaxofoon vliegt als een postduif met absolute urgentie naar huis. Geruisloos begint het volgende nummer.
Het album is overwegend ingetogen, met Twinkle Twinkle en Dog Dance als lichtere voetnoten. Dog Dance is gewoon een kleine samba: ritme en fluitjes, percussie en een altsaxofoon die door alles heen zwemt, onderweg andere instrumentalisten tegenkomt, even samen voortgaat, en via een ritmebreak een nieuwe richting inslaat. De overgang naar de tenorsolo is naadloos, West Coast-cool en vol prachtige noten.
De beste samenvatting? Schitterende melodieën, ingetogen composities met een snufje humor. Sommige stukken zouden met gezongen teksten kunnen uitgroeien tot standards. Het samenspel is van begin tot eind subliem, en elke solo wordt tot op de tel nauwkeurig overgenomen. Hier wordt echt naar elkaar geluisterd. De klank van Newbould en zijn band roept bij vlagen herinneringen op aan Spyro Gyra. Dit kwintet klinkt als een hecht ensemble.
De student die in 2016 met een stoppelbaardje aan zijn Europese carrière begon, is nu een eigenzinnige muzikant met een prominente baard. Misschien biedt die baard hem een schuilplaats om onopvallend zijn muzikale ontdekkingstocht voort te zetten. Voor de luisteraar creëert hij in ieder geval een klein mysterie. Sam Newbould is nog lang niet uitverteld.
MONICA RIJPMA
SAM NEWBOULD QUINTET
Homing
Zennez Records
Sam Newbould – alt- en sopraansaxofoon en composities
Bernard van Rossum – tenorsaxofoon
Xavi Torres – piano en elektronica
Jort Terwijn – contrabas
Guy Salomon – drums