Aart Strootman, gevangen in de podiumlichten.

Zeldzaam en gedurfd. Zo mag je de samenstelling noemen van een concert dat zowel gelouterde als prille musici bijeen bracht. De kracht van muziek was de gedeelde constante en die zorgde voor adembenemende momenten.

De Nederlandse formaties F.C. Jongbloed en TEMKO traden als een soort voorprogramma in het strijdperk met het wereldberoemde Bang on a Can All-Stars. Een ‘soort voorprogramma’, want de beide ensembles vermengden zich in het eerste concertdeel met de Amerikanen voor de uitvoering van Langzame Verjaardag van Louis Andriessen. Dat werd een belevenis van de bovenste orde: er was met zestien musici op het podium sprake van een enorme klankdichtheid.

Estefania Abeledao Losada van F.C. Jongbloed. Op de achtergrond spelen Nina Nederlof en Cathinca Porsius.

SLEPEND

Die kreeg vooral gestalte door de slepende partijen van alle snaarinstrumenten en vier fluiten. De afzonderlijke inbreng van diverse instrumenten, zoals klarinet en viool lieten echter een zekere transparantie doorbreken en voerden de onderhuidse spanning steeds verder op. Waarbij de grote verdienste was dat helderheid voorop bleef staan en Langzame Verjaardag voor elke toehoorder genietbaar bleef.

TEMKO en F.C. Jongbloed zijn initiatieven van gitarist/componist Aart Strootman. De 31-jarige musicus, geboren in Oud-Beijerland, studeerde aan Fontys Conservatorium in Tilburg, won vorig jaar de Gaudeamus Award en was dat jaar ook artist-in-residence bij November Music. Hij mag deze onderscheiding dit jaar voeren bij Concertzaal Tilburg. Zodoende was hij initiatiefnemer van het project Bang on a Can All-stars featuring TEMKO & F.C. Jongbloed. En voegde hij weer een mijlpaal toe aan een carrière die zich als een drietrapsraket ontwikkelt.

Sonja Oberkofler speelt baritonsaxofoon bij F.C. Jongbloed.

F.C. Jongbloed, bestaande uit studenten van AMPA (voorheen Fontys Conservatorium) en TEMKO, het trio van Strootman zelf, openden dit concert met – verrassenderwijs – twee composities van de Duitse elektronicapioniers Kraftwerk. Aart Strootman had gekozen voor twee stukken van het eerste album van de groep: Kraftwerk uit 1971. Het cultnummer Ruck-zuck en Von Himmel Hoch bevatten niet alleen een hoge moeilijkheidsgraad, maar toonden ook de capaciteiten van F.C. Jongbloed. De dynamiek van de muziek strekte zich uit van een voortdenderende trein tot een klankveld van kleine geluiden: een stokje tegen een triangel, fluisterend aangeblazen fluiten, een nauwelijks beroerde cello en viool, een koesterende basgitaar en knisperende elektronica, F.C. Jongbloed en TEMKO presenteerden zich in de volle lengte en breedte en namen volledig bezit van de Concertzaal.

Ramon Lormans is de slagwerker van TEMKO.

WARM DRAAIEN

Maar ja, toen kwam Bang on a Can All-Stars, warm draaiend in het voornoemde Andriessenstuk Langzame Verjaardag. Om daarna het nauwelijks opgekomen publiek onder te dompelen in een waanzinnige en wellicht daardoor ongelooflijke carrousel van fantasie, avontuur, vakmanschap en bizarre trektochten door de wereld van álle muziek. Er werd werk gespeeld van het multimediaproject Field Recordings, dat naar eigen zeggen is gehuld in experimenten en geheimzinnigheid. Componist en mede-oprichter van Bang on a Can All-Stars, David Lang verwoordt het aldus: “Field Recordings is een verhaal over geesten. We hebben componisten uit allerlei muziekculturen en –stijlen gevraagd zaken die al bestaan – een stem, geluid, een flard melodie – op te nemen en er rondom heen een nieuw stuk te schrijven.” Om zodoende verbindingen te leggen tussen wat je ziet en niet ziet, het heden en dat wat niet bestaat, verleden en toekomst. Neergelegd in film, videoprojecties, muziek en lang vergeten archiefbeelden. Ziedaar Field Recordings.

Ashley Bathgate van Bang on a Can All-Stars.

Bang on a Can All-Stars putte in Tilburg uit deze smeltpot van fantasie en werkelijkheid. Het kwintet begon met een minimal-musicachtige compositie van zijn andere mede-oprichter Michael Gordon: gene takes a drink. De start met cello en klarinet was nodig om het gehele kwintet met steeds herhaalde, korte frasen die steeds krachtiger werden, terug te voeren naar de beginperiode van Philip Glass.

Three was de eenvoudige titel van een driedelige kleine suite van free-jazzpionier Ornette Coleman. Schitterend was hoe in het eerste deeltje de groepsimprovisatie op losse, individuele stukjes was opgebouwd, waarbij de vrijheid volledig bleef behouden. Het tweede deeltje was meer gecomponeerd, het derde weer volledig vrij. Vreemd, omdat er nauwelijks sprake was van improvisaties-met-eigen-inbreng; de partituur speelde hier de baas.

Mark Stewart van Bang on a Can All-Stars leert Fred Jacobsson van TEMKO tijdens de soundcheck een speciale techniek op de basgitaar.

BRIAN ENO

Het hoogtepunt lag in het derde van de vier concertdelen. Dat was het eerste deel One One uit het befaamde Music for Airports van Brian Eno. Michael Gordon arrangeerde het. De nadruk werd gelegd bij gitaar, piano en vibrafoon, die een dragend frame bleken voor de contrabas en cello. Ook hier was weer sprake van een eindeloze herhaling van het thema, dat slechts uit een handvol noten bestond. Deze nieuwe blik op Music for Airports was ronduit indrukwekkend en werkte hypnotiserend door de dramatiek die Bang on a Can All-Stars aan deze muziek meegaf.

Mooier dan met Workers Union van Louis Andriessen hadden de Newyorkers hun optreden niet kunnen afsluiten. De basklarinet van Ken Thomson voerde met korte, afgebeten en snelle frasen naar een steeds uitgestelde, indrukwekkende apotheose. Een razend moeilijke aanpak met diepe grondtonen, machinale klanken en onvoorspelbare tempowisselingen. Dit alles gezet in een onwaarschijnlijke uitvoering, die nergens een overboord tuimelende noot toestond. Telkens als je dacht: dit is het hoogtepunt, werd er nóg hoger gereikt. Spatzuiver, gedurfd en fascinerend vertolkt door een ensemble dat zijn gelijke niet kent.

Ken Thomson prepareert tijdens de soundcheck zijn klarinet.

MEKKERAARS

Tijd om aan deze laatste bewering aan te haken: Bang on a Can All-Stars verzorgde een eenmalig concert in Nederland. Concertzaal Tilburg durfde het aan de Amerikanen te koppelen aan aanstormende jonge musici. Alleen al die keuze had een talrijk publiek gerechtvaardigd. Als Bang on a Can All-Stars het volledige concert voor zijn rekening had genomen, dan nog was een volle Concertzaal niet meer dan normaal geweest. Waar waren al die mekkeraars die het er altijd maar over hebben dat er in dit land op muziekgebied zo weinig gebeurt? Zíj hadden driekwart van de lege Concertzaal kunnen vullen. Maar nee hoor, lekker zeuren vanuit je luie stoel en voor een wereldconcert als dit niet eens komen opdagen. Maar morgen wel weer emmeren, hè. Afgesproken?

RINUS VAN DER HEIJDEN
foto’s GEMMA VAN DER HEYDEN

Bang on a Can All Stars met TEMKO en F.C. Jongbloed
Concertzaal Tilburg, 31 oktober ‘18

TEMKO
Aart Strootman – gitaar
Fred Jacobsson – basgitaar
Ramon Lormans – slagwerk

F.C. Jongbloed
Nina Nederlof – dwarsfluit
Andrea Agostini – dwarsluit
Cathinca Porsius – dwarsfluit en piccolo
Eduardo Gaspar-Polo-Baader – altfluit
Estefania Abeledao-Losada – viool
Floor Bakker – cello
Michael van Dijk – gitaar

Bang on a Can All-Stars
Ken Thomson – klarinet en basklarinet
Mark Stewart – gitaar
Ashley Bathgate – cello
Robert Black – contrabas
David Cossin – percussie en slagwerk


www.bangonacan.org

Previous

Dick de Graaf wil landing muziek verrassender maken

Next

November Music ’18 kent weer een ijzersterke opening

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook