De Noorse tubaspeler Daniel Herskedal mag je zonder enige belemmering een fenomeen noemen. Maar wat vrijwel nooit mogelijk is: kwalificeer zijn bandleden ook maar zo. Het Daniel Herskedal Quartet dat deze avond in Paradox optrad, is van topkwaliteit, is met niets of niemand te vergelijken en stond derhalve garant voor een gedenkwaardig optreden.

 

Daniel Herskedal, grootmeester op de tuba.
Daniel Herskedal, grootmeester op de tuba.

Alleen al die bezetting: tuba, bastrompet, altviool, piano en percussie. Akkoord, je mag er ook nog slagwerk bij voegen, maar dan zeker niet in de traditionele zin van het woord: een authentieke drumkit was ver te zoeken. Misschien op de piano na, zoeken alle bandleden van Herskedal hun weg met instrumenten die zeldzaam zijn in de geïmproviseerde muziek en alleen die keuze al haalt je van het pad weg van de grootste gemene deler. Met andere woorden: de vier musici van dit kwartet bepalen zelf wel hoe hun muziek moet klinken en nog meer kiezen zij zelf daar hun instrumentarium op uit.

Helge Andreas Norbakken speelt op een zelf samengesteld slagwerkinstrumentarium.
Helge Andreas Norbakken speelt op een zelf samengesteld slagwerkinstrumentarium.

Hoe het Daniel Herskedal Quartet klinkt? In elk geval niet zoals Afro-Amerikaanse muziek, waar zoveel Westerse jazzmusici uit putten. De vier kwartetleden komen uit Noorwegen en dát is in elk geval al duidelijk te horen. Dat ze mateloos improviseren is ook een feit, dat ze hun blik op Arabische muziek hebben gericht en dat ze als geen ander sfeer weten te scheppen die je diverse landschappen in tilt, is ook al waar. Daarmee is echter het muzikale credo van dit bijzondere kwartet nog niet voor honderd procent weergegeven. Laten we het er maar op houden dat de mengeling van jazz-, klassieke- en oosterse wereldmuziek en stronteigenwijze visies voor een alles omvattende totaalklank zorgen.

Bermund Waal Skaslien bevond zich met zijn altviool in een enigszins vooruitgeschoven positie.
Bermund Waal Skaslien bevond zich met zijn altviool in een enigszins vooruitgeschoven positie.

Je zou verwachten dat een instrument met de monstrueuze omvang van een tuba, alles gaat overheersen. Niets is minder waar. Bij Daniel Herskedal vervult de tuba evenzeer de melodie als het ritme. De afwisselingen tussen tuba en bastrompet zijn kort en garanderen daardoor een spannende kleurrijkdom. Naast deze twee instrumenten bevindt ook de altviool zich in een enigszins vooruitgeschoven positie. Bergmund Waal Skaslien kiest voor een strak geluid, zonder vibrato. Soms was daarbij een piepklein geluid de basis, verstevigde het zichzelf, hield even aan om dan langs razendsnelle toonladders de lucht in te schieten.

Eyolf Dale gaf de piano naast een romantisch kleurtje, er soms ook even goed van langs.
Eyolf Dale gaf de piano naast een romantisch kleurtje, er soms ook even goed van langs.

Tijdens het concert gaf Daniel Herskedal een korte omschrijving van zijn visie op de muziek van het kwartet: “Voor mij is het niet belangrijk welke instrumenten ik om me heen heb, het gaat er om wat de musici ermee doen.” En zo kon het gebeuren dat opzwepend vioolspel een tevreden brommende tuba naast zich trof, of een intrigerend, multi-ritmisch percussie-intro een romantisch kleurende piano als maatje meekreeg. Transcendente schoonheid, zonder schurende contrasten, terwijl ze er wel waren.

Bij Helge Andreas Norbakken klinkt alles net even anders dan je gewend bent.
Bij Helge Andreas Norbakken klinkt alles net even anders dan je gewend bent.

Het slagwerk van Helge Andreas Norbakken was zelf samengesteld en voor een deel zelf gemaakt. Een autovelg, brushes van takkenbossen en Indiase trommels bepaalden onder meer de klankkleur. Elke trom, elke gong, elk belletje en elk bekken, alles klonk net iets anders dan je gewend bent. Het spaarzame gebruik van een dieptrom gaf een geweldig contrast aan de weidse klanken van het kwartet. En perfect passend binnen de Noorse sferen die steeds boven de muziek zweefden. Zoals dit ook het geval was toen de altviool als gitaar werd bespeeld en de toegevoegde galm muziek en publiek opnieuw de oneindigheid van Noorwegen in trok.

De tuba is bij Daniel Herskedal zowel een melodie- als ritme-instrument.
De tuba is bij Daniel Herskedal zowel een melodie- als ritme-instrument.

Het laatste stuk van het concert – voor de toegift met de versluierende titel Eternal Sunshine Creates A Desert – was Crosswind Landing. Het intro op tuba was overweldigend. Er zat een citaat van Schilderijententoonstelling van Modest Moessorgski in opgesloten. Maar hoorde je ook water kolken? En een trein op gang komen? Nee, hier werden de poorten van de hogeschool voor tubakunst uit hun hengsels gelicht. En was er wellicht toch sprake van water. Spreekwoordelijk water, dat zich langs rotsen een fjord in stort: onhoudbaar, ontembaar, tijdloos vallend.

Daniel Herskedal bespeelde ook de zelden voorkomende bastrompet.
Daniel Herskedal bespeelde ook de zelden voorkomende bastrompet.

En of dat water nu vorm kreeg door een tuba, bastrompet, altviool, piano of slagwerk, het maakte niets uit. Het was het Daniel Herskedal Quartet dat je hoorde met muziek die nauw verwant is aan de oerknal. Wat een prestatie toch weer.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

 

DANIEL HERSKEDAL QUARTET

Paradox Tilburg, 16 november ‘19

Daniel Herskedal – tuba en bastrompet
Bergmund Waal Skaslien – altviool
Eyolf Dale – piano
Helge Andreas Norbakken – percussie en slagwerk

www.danielherskedal.com

 

Previous

Reinier Baas: ‘Af en toe mag je gitaar best ’n klapje geven’

Next

Hilverjazz Festival kijkt uit naar zijn derde editie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook