Het podium van Paradox baadt voor aanvang van het concert van Nik Bärtsch’ Mobile in blauw licht. Als het concert begint, doven de lichten in de zaal. Op het podium worden de muzikanten iets meer uitgelicht, maar het is overduidelijk dat duisternis een onmisbare factor wordt tijdens het concert van de uit Zwitserland afkomstige groep.
Duisternis en muziek, moet je daar uit afleiden dat de muziek van Mobile het daglicht niet kan verdragen? Voor een gedeelte wel. Zie dat halfduister als metaforisch: Nik Bärtsch sluit dát gedeelte van muziek buiten zijn concept, dat de gekte van alledag belichaamt. Hij daalt af in de spelonken van de menselijke geest, waar het brein niet wordt gevoed door goedkope, alledaagse prikkels. Maar waar de geest zichzelf in gang zet om op zoek te gaan naar schoonheid. Híer naar de schoonheid van muziek.
TRIPMUZIEK
Nik Bärtsch’ Mobile maakt wat ze in de jaren zeventig tripmuziek noemden. Waar Hawkwind de belangrijkste exponent van was. Maar waar elke vergelijking met Mobile mank aan gaat. Het Britse Hawkwind produceerde zogeheten spacerock; zwaar door hardrock, drugs en sciencefiction beïnvloede geluidsmuren. Die voornamelijk werden opgebouwd door een audio-generator, een elektronische effectenmachine. Als je maar lang genoeg naar Hawkwind luisterde, werd je ook zonder inname van drugs meegenomen op een dualistische trip door de menselijke geest. Die je voor enige tijd buiten de werkelijkheid plaatste.
Dit laatste is wat Nik Bärtsch’ Mobile ook bewerkstelligt. Je geest gaat een eigen leven leiden en brengt beelden naar binnen waar je eerder – waarschijnlijk – geen weet van had. Maar dit is het enige, piepkleine raakvlak met Hawkwind: Mobile is veel doordachter, intellectueler, aangrijpender en vooral muzikaal-technischer. Nik Bärtsch c.s. hebben geen audio-generator nodig: sterker nog, elk elektronisch hulpmiddel ontbreekt hen, zelfs een microfoon.
De muziek van Nik Bärtsch wordt vaak vergeleken met die van Steve Reich. De Zwitser zou verder bouwen waar de Amerikaan is gestopt. Dat is maar voor een klein deel waar. Bärtsch maakt zeker geen muziek naar de strenge wetten van de minimal music. Daar wordt vooral gewerkt met faseverschuivingen in de muziek, bij Mobile gaat het meer om bloksgewijze veranderingen. Nik Bärtsch omschrijft zijn muziek niet voor niets als ‘ritual groove music’. De ‘drone’ van de pure minimal music is afwezig, de gelaagdheid van Bärtsch’ muziek ligt veel meer aan de oppervlakte, waardoor zij voor een veel groter publiek is te consumeren. Dat was in Paradox duidelijk te merken: de toehoorders waren in groten getale komen opdagen.
PERCUSSIONIST
Voor Mobile breidde pianist Bärtsch de bezetting van zijn al langer bestaande trio Ronin uit met percussionist Nicolas Stocker. Zodoende stonden er een piano, basklarinet, contrabasklarinet, slagwerker en percussionist op het verhoog. De contrabasklarinet en een grote dieptrom zorgden voor de duistere, mysterieuze effecten, die vaak werden versterkt door bekkens maar vooral door de ritmiek waarvoor was gekozen. Steeds maar weer overheerste die hypnotiserende cadans die geen melodie behoeft, maar zelf het lichaam is waar Mobile’s muziek op steunt.
Het was niet alles geestverruimend wat de klok sloeg. De contrabasklarinet had meerdere functies. In het begin van het concert gaf hij aanvankelijk accenten aan, die steeds opstandiger werden zodat de piano de leiding overnam en zich slechts beperkte tot twinkelingen van de rechterhand. Ook de piano nam overigens deel aan het percussieve karakter van de muziek: hij vergleed meermalen in ritmisch getokkel, doordat de linkerhand van Bärtsch de snaren afdempte. En de basklarinet van Sha werd bespeeld met diens linkerhand, terwijl de rechter een hihat beroerde, met de voet in beweging gebracht.
De twee slagwerkers/percussionisten vielen de piano bij met getik op zogeheten woodblocks. Ook gongen, belletjes, een shaker, brushes, gewrijf over trommelvellen, alles diende volop de creatie van de muziek. Zelfs geklingel van glazen achter de bar detoneerde voor één keer eens niet en werd onderdeel van de totaalklank. Akoestisch gebracht en onderdeel gemaakt van de akoestiek van Paradox. We zijn tegenwoordig niet anders meer gewend dan dat dit soort muziek wordt voortgebracht met een hele riedel aan elektronica en op zijn minst een of meerdere laptops. Hier gold nog het edele handwerk, wat een verademing!
CONTINUUM
Nik Bärtsch’ Mobile speelde oud werk en nieuwe stukken van de zojuist uitgekomen cd Continuum. Het maakte echter niet uit. Naarmate het concert vorderde lette je er ook niet meer op of de instrumenten zich onderling onderscheidden: de muziek was immers alles omvattend. Bijeengehouden door de contrabasklarinet, hier symbool voor de vergankelijkheid van klank. Want toen de laatste noot verstierf en het licht weer aanfloepte, mocht het concert dan wel voorbij zijn, de stimulans van des aanwezigens geest werkte door, nog dagenlang.
RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN
Nik Bärtsch’ Mobile
Paradox Tilburg, 13 april ’16
Nik Bärtsch – piano
Sha – basklarinet en contrabasklarinet
Kaspar Rast – slagwerk en percussie
Nicolas Stocker – percussie