Het Amsterdamse Jazzfest werd dit jaar voor de zesde keer georganiseerd. Het minifestival, waarin jazz en improvisatiemuziek uit allerlei continenten en stromingen wordt aaneengeregen, vond wederom plaats in Studio K. Dit jaar stonden er ook drie concerten geprogrammeerd in het restaurant van het aangrenzende StayOkay-hotel.
Het festival wordt mede gepresenteerd door het Bimhuis en Maggie Black’s Jazz Rub, volgens de festivalflyer ‘een wereldwijd “pop-up” concept dat kan variëren van een éénmalig concert tot een festival-partnerschap dat onder andere verantwoordelijk is voor evenementen in Londen en Berlijn’. Het is de organisatie uitstekend gelukt een afwisselend programma samen te stellen. Tutu Puoane & Jesse van Ruller, KOFFIE, het jazzorkest van het conservatorium van Amsterdam onder leiding van Johan Plomp, Sputnik 3, Reinier Baas & Tarus Mateen en elf andere acts staan van 17.00 uur tot 00.30 op vier podia. Er zijn verschillende concerten gelijktijdig geprogrammeerd, dus er moeten keuzes worden gemaakt.
Een interessante combinatie is die van contrabassist Ernst Glerum met gitarist Jasper Stadhouders. De kleine zaal is al vrij snel vol. Een groot aantal geïnteresseerden moet voor de deur blijven wachten totdat er voldoende gasten de zaal verlaten hebben en er gelegenheid geboden wordt om nieuwe toe te laten. Op de eerste rij zit Jazzfest bestuursvoorzitter Vera Vingerhoeds mee te genieten van de onversterkte set. Stadhouders beperkt zich tot zijn akoestische gitaar. Hij wordt begeleid door Glerums contrabas, waarvan de snaren zowel door vingers als strijkstok worden beroerd. Op het programma staan vooral klassiekers van onder andere Eric Dolphy, Duke Ellington en Ornette Coleman. In de originele uitvoeringen staat het koper centraal. Stadhouders en Glerum bewijzen dat snaren volstaan om de muzikale boodschap over te brengen.
Het Vuma Levin kwintet, winnaar van de Keep An Eye Jazz Award 2016, is een gezelschap dat naar eigen zeggen gewend is om te spelen voor een publiek van tien personen. De ruime zaal SK1 (een kleine 150 stoelen) is nu echter geheel gevuld. Het kwintet brengt mooie dingen teweeg. De set bestaat uit toegankelijke eigen nummers van de Zuid-Afrikaanse Nguni Sothomuziek, waarin afwisselende ritmes worden gekoppeld aan sprankelende melodieën. De versterking laat helaas te wensen over. Als de Zuid-Afrikaanse bandleider zijn gitaarspel kracht bij zet, brengt de installatie een vervelende galm voort. Ook de vleugel klinkt onaantrekkelijk schel en vlak. Het publiek lijkt zich er niet om te bekommeren en blijft toestromen totdat de deur uit veiligheidsoverwegingen wordt geblokkeerd.
SHAI MAESTRO
Twee dagen na het uitbrengen van zijn nieuwe album staat hij met zijn trio op het podium in Amsterdam: de Israëlische pianist Shai Maestro. Maestro heeft zijn vaste drummer Ziv Ravitz aan zijn zijde. Aan de contrabas staat echter niet de vaste bassist Jorge Roeder, maar de Amerikaan Joe Sanders, getooid met een zwarte cowboyhoed. De trioleden zijn prima op elkaar ingespeeld en Maestro speelt vooral materiaal van zijn vorige albums. Hij brengt tussendoor ook een nummer van zijn nieuwste cd, een album dat in tegenstelling tot zijn overige materiaal, veel elektronische elementen bevat. Op het podium van Jazzfest doet hij het zonder elektronica. De trioleden gebruiken hun eigen lippen om gefluit mee voort te brengen. De aanstekelijke ritmes galmen lang door in de zaal die ’s ochtends nog voor het ontbijt werd gebruikt door katerige jeugdherbergbezoekers.
En dan is er nog het trio Tin Men and the Telephone, bestaande uit Tony Roe (piano en elektronica), drummer Bobby Petrov en contrabassist Pat Cleaver. Beelden, afkomstig van de Amerikaanse presidentsverkiezingen worden op de wand van de zaal geprojecteerd, terwijl het trio er op door fantaseert. Daarnaast wordt het publiek getrakteerd op een tenniswedstrijd, een muzikaal begeleid betoog over oorlogvoering met atoomwapens. De aanwezigen bepalen met een te downloaden app per smartphone het verloop van de nummers. Of het nu gaat over het gebruik van de snaredrums, de intensiteit van het basspel of het toepassen van bepaalde ‘soundbites’, het publiek mag kiezen. Ook worden de telefoons in de zaal via de app gebruikt om Roe’s solo’s mee te versterken en verspreiden. Meer interactie tussen band en publiek is vrijwel niet denkbaar.
ZHENYA STRIGALEV
Naast het Shai Maestro Trio staat een andere publiekstrekker op het podium in het restaurant van StayOkay, het trio van de Russische altsaxofonist Zhenya Strigalev, bestaande uit de Jason Moran- begeleiders, basgitarist Tarus Mateen en drummer Nasheet Waits. De saxofonist gebruikt zowel zijn instrument als elektronica om zijn melodieën de zaal in te vuren. Het zijn krachtige melodielijnen die zelden vervelen. En toch mis je de interactie. Waar Tinmen bij het publiek op schoot gaat zitten, leeft Strigalev zich onbeperkt uit, zonder zich te bekommeren om de aanwezigheid van medemuzikanten of toehoorders. Enfin, niets nieuws onder de zon. Hetzelfde zal ooit over John Coltrane zijn gezegd.
Jazzfest weet meerdere zalen gelijktijdig vol te krijgen met vernieuwende en uitdagende muziek. Maar de jazz staat centraal. En dat is al een feest op zich.
ROBIN ARENDS
beeld SOPHIE CONIN
Jazzfest
Studio K en StayOkay-hotel Amsterdam, 12 november 2016