De toevoeging ‘Group’ aan de naam van leider Markus Stockhausen, kan je laten denken dat er tijdens concerten nogal wat mensen op het podium staan. Maar dat valt wel mee: Stockhausens Group bestaat uit vier musici, inclusief hemzelf. Maar het grote in het woord ‘Group’ schemert wel door in de muziek die het kwartet maakt.

Markus Stockhausen, leider van een 'klassiek' trompetkwartet.
Markus Stockhausen, leider van een ‘klassiek’ trompetkwartet.

Trompet, piano, contrabas, slagwerk. In de terminologie van jazz is er dan sprake van een ‘klassiek’ trompetkwartet. Misschien wel de bekendste jazzbezetting, naast de kwartetten waar de trompet is vervangen door een saxofoon. De Markus Stockhausen Group is ook zo’n trompetkwartet – met een cello in plaats van een contrabas – maar hier is het begrip ‘klassiek’ in de samenstelling uitgebreid naar het spelconcept: de vier musici mengen klassieke invloeden met hun eigen kijk op jazzmuziek.

Die vermenging is niet uniek, het is een tendens die de laatste tijd sterk toeneemt. Met als positief speerpunt, dat elke jazzformatie die zich hieraan waagt, op eigen wijze kiest welke hoek van de klassieke muziek zij opzoekt. Stockhausen c.s. lijken die van de strijkkwartetten te hebben uitverkoren, hoofdzakelijk ingegeven door de aanwezigheid van een cello.

Jörg Brinkmann vervulde een glansrol op cello.

De Markus Stockhausen Group weegt haar muziek af tegen wat er voor goeds in de wereld is of zou moeten zijn. De titels van de stukken spreken boekdelen: Better World, Warm Light, Little Dream, Sunday Morning, Morning Stars, Swan Song, There Is Always Hope. Zelfs Revolution draagt liefde en geduld in zich, want die revolutie zou moeten plaatsvinden in de hoofden van de mensen, al is het maar om vrede te krijgen, zo luidde de uitleg van leider Stockhausen. Mensen verbinden op welke manier dan ook, dat droeg hij telkens uit. Er dient daarbij te worden opgemerkt dat ook de andere bandleden bijdroegen aan het repertoire. De wens voor een betere wereld is dus niet alleen in Stockhausens handen.

Markus Stockhausen bespeelde naast trompet en fluegelhorn ook een piccolotrompet.
Markus Stockhausen bespeelde naast trompet en fluegelhorn ook een piccolotrompet.

Een aantal stukken was subtiel opgebouwd en dat gold ook voor de inzet van elektronica. Die was als in gerechten waar je het zout weglaat om kruiden de uiteindelijke smaak te laten bepalen. De elektronica en de echo die vaak over de muziek sluimerde, gaven de sfeer iets van lang vervlogen tijden mee. Steeds was er het afgewogen evenwicht tussen de gezamenlijke kracht die stukken kenmerkte en de zachtheid waarin andere waren gebed. Die kracht kreeg dan weer intermezzi mee van kamermuziekachtige uitingen van één of twee instrumenten, zoals van de piano en/of de cello.

Jeroen van Vliet... mitraillerende notenreeksen...
Jeroen van Vliet… mitraillerende notenreeksen…

Pianist en cellist hadden sowieso een verbond gesmeed. Hun vaak intieme samenspel werd vaak gevormd doordat ze nauwelijks merkbaar hoofdknikjes uitwisselden. De toon van cellist Jörg Brinkmann wordt bij elk concert dat je bijwoont sterker; hij speelt uiterst beheerst en daardoor loepzuiver en toch indringend. De korte soli die hij neerlegde waren een lust voor oor en oog. Dat gold minder voor slagwerker Christian Thomé. Of het nu lag aan de versterking, de geluidsbalans of aan hemzelf: zijn spel was te vaak te dominant en deed je verzuchten: zette hij maar vaker percussie in, waarmee hij – telkens als hij dit deed tijdens dit concert – zijn prominente aanwezigheid positief ondergroef.

Christian Thomé was op zijn best als hij percussie-instrumenten hanteerde.
Christian Thomé was op zijn best als hij percussie-instrumenten hanteerde.

Markus Stockhausen is technisch perfect op zowel de trompet als de fluegelhorn. Op dit laatste instrument was hij het interessantst. Toch miste je, met name in de stukken die daar stilzwijgend om vroegen, meer eigen inbreng. Markus Stockhausen ging te vaak volgens het boekje te werk en dat is helaas een verschijnsel dat zich regelmatig voordoet bij technisch hoogstaande instrumentalisten. En Jeroen van Vliet? Daarover kun je – nog altijd – alleen maar in superlatieven spreken. In Warm Light was weer een staaltje van akelig nauwkeurig op hun plek vallende noten te horen, in Swan Song – een van zijn eigen stukken – zijn mitraillerende notenreeksen waar je vanwege de ongeëvenaarde snelheid bijna bang van zou worden. Maar de muziek o zo dwingend de lucht intillen.

Markus Stockhausen op fluegelhorn.

Ooit was er het Concert for Bangladesh en met de toegift There Is Always Hope introduceerde Markus Stockhausen het Concert for Ukraine. Dit etiket is vrij uitwisselbaar want de muziek van zijn Group is waarlijk universeel. De toon was klaaglijk, zoals bij gipsymuziek. Muziek van hoop en tevredenheid, zoals die deze avond vrijwel steeds doorsijpelde. Laten we hopen dat deze heilwens het slotakkoord wordt voor het geteisterde land Oekraïne.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

 

MARKUS STOCKHAUSEN GROUP
Paradox Tilburg, 6 mei ‘22

Markus Stockhausen – trompetten en fluegelhorn
Jeroen van Vliet – 
piano
Jörg Brinkmann – cello
Christian Thomé –
slagwerk

 

WWW.MARKUSSTOCKHAUSEN.DE

Previous

Kika Sprangers’ ode aan de verbeelding is voltreffer

Next

Fred Hersch, zengeving samen met strijkkwartet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook