Het Noorse jazzmilieu heeft een onmiskenbaar stempel gedrukt op de ontwikkeling van de mondiale moderne jazz. Musici als Nils Petter Molvaer, Bugge Wesseltoft, Arve Henriksen, Mats Eilertsen, Trygve Seim en Sidsel Endresen hebben het afgelopen decennium hun vleugels uitgeslagen en zijn inmiddels over de wereld uitgezwermd. 

Allen zijn ze min of meer afgeleiden van de aartsvaders van de Noorse jazz, Jan Garbarek en Terje Rypdal. En ook hebben ze allen één kenmerk gemeen: hun vertaling van de natuur, het landschap, de sfeer en het klimaat van hun land in muziek. Al willen sommigen daar niet van horen en worden zij het meer dan beu dat die vergelijking altijd wordt getrokken. Je komt er echter niet onderuit dat een aantal elementen in de muziek die Noorse jazzmusici voortbrengen, elkaar overlappen.

Bij het Tord Gustavsen Quartet, dat in Paradox in Tilburg een eenmalig concert voor Nederland verzorgde, was het niet anders. De vier betoonden zich als een schilderclub, die met zorgvuldige penseelstreken vooral landschappen schetste. Landschappen vol kleuren, met de zon erboven, in de verte besneeuwde bergtoppen en diep beneden geheimzinnige fjorden. Dat klinkt allemaal nogal poëtisch en verheven, maar je zult het maar te doen krijgen om dit alles in muziek weer te geven.

Dat deden Gustavsen en zijn mannen echter voortvarend. Met oud en nieuw werk – dit laatste van de cd Extended Circle van vorig jaar – sloten zij geheel aan bij het concept van cd-label ECM, dat deze muziek koestert en in groten getale op de markt brengt.  Afzet is gegarandeerd, wat ook bleek uit de vele toeschouwers die deze avond naar Paradox waren getogen en uitgelaten reageerden op het concert van het kwartet.

Harmonie is het sleutelwoord dat in de hedendaagse Noorse jazz overheerst. Het Tord Gustavsen Quartet deed dit begrip alle eer aan. Met zacht aangeblazen, uiterst melodische lijnen op de tenor- en sopraansaxofoon van Tore Brunborg werd sfeer geschapen, gekneed en naar hoge toppen gevoerd. Pianist Tord Gustavsen was onmiskenbaar de leider van de band, hij voerde als een hoofdman zijn musici door het materiaal, maar aan de totaalklank werkten ze alle vier evenredig.

CONTRABAS UIT 1933

Contrabassist Sigurd Hole had onlangs in Amsterdam een contrabas uit 1933 aangeschaft. Of het aan de aard van het instrument lag of aan de behandeling ervan, feit was dat de bas een onwaarschijnlijk zingende klank had. Op de noten plaatste de geluidstechnicus van de band een lichte galm, waardoor ze zacht rollend doorklonken en het karakter van de muziek het dromerige meegaven dat vele Noorse musici nastreven. Die galm was ook constant aanwezig bij het tenor- en sopraansaxspel van Brunborg. Om de totaalklank te vervolmaken koesterde Tord Gustavsen zelf wat elektronica met als eindresultaat: dik geslaagd. En waar hij het heel soms niet helemaal voor elkaar kreeg, deed zijn stem de rest: zijn aankondigingen waren fluisterend, sacraal bijna. Waarbij de vraag oprees of hij altijd zo moeilijk converseert.

Wie niet veel van de geschiedenis van de jazz weet, kreeg van Tord Gustavsen c.s. een lesje. Want de basis van hun muziek wortelt in met name cool jazz. Dat houdt tevens in dat je van hen geen revolutionaire bokkensprongen mag verwachten. Het eigentijdse – waarmee zelfs effecten uit Arabische muziek werden bewerkstelligd – zit ‘m vooral in het streven naar klankkleureffecten en het gebruik van elektronica..

Wellicht speelde dat mee in de constatering dat een gloednieuw stuk, dat nog niet eens een naam had, het interessantste concertdeel opleverde. Waar het kwartet voor een deel teert op een enorme ingespeeldheid op elkaar, was het in deze nieuwe compositie vooral zoeken naar en aftasten van elkaar. Dat leverde prachtige spanningsvelden op en dat was nu net het facet dat de rest van het repertoire ontbeerde. De concertbezoekers maalden er echter niet om, die kwamen immers voor ongerept schone muziek.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld STEF MENNENS

 

Tord Gustavsen Quartet – ECM artists in Concert
Paradox Tilburg, 6 mei 2015
www.tordg.no/trio/

Tord Gustavsen piano en elektronica
Tore Brunborg tenor- en sopraansaxofoon
Sigurd Hole contrabas
Jarle Vespestad slagwerk

Previous

JazzNu zoekt medewerkers

Next

Guillaume Perret schept nieuw elektronisch heldendicht

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook