Theon Cross. Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Theon Cross

Kemet is de mythologische naam voor het oude Egypte. Het land in Noord-Afrika, dat zijn goden uitzond naar het westelijk deel van dat continent om er met een duizelingwekkend aantal muzikale ritmes uit terug te keren. En die ter hand te stellen aan de wereld. Afro-Amerikaanse musici gingen ermee aan de slag, de ritmes werden favoriet in Europa, zwierven door Afrika, Australië en Azië en zijn nu terecht gekomen bij vier jonge Engelse musici die zich tooien met de naam Sons of Kemet. Zonen die de hedendaagse jongerenmuziek, maar evenzeer ook de mondiale improvisatiemuziek van dwingende, nieuwe impulsen voorzien.

Als je het over improvisatiemuziek hebt, dan praat je ook over jazz. En daar ligt de kern van Sons of Kemet’s opvattingen. Jazz is immers gebaseerd op de ritmes die uit West-Afrika weggevoerde slaven meebrachten naar Noord-Amerika. Waarop zij hun gospel-, spiritual- en bluesmuziek baseerden. Waaruit dan weer de Afro-Amerikaanse jazz is voortgekomen. En al zijn die ritmes in hedendaagse verschijningsvormen van jazz niet altijd terug te horen, ze zijn er wel. Sons of Kemet, het kwartet rond tenorsaxofonist Shabaka Hutchings, heeft de West-Afrikaanse ritmieken van alle frutsels ontdaan en ze in de onbarmhartige schijnwerper van die eeuwenoude basis terug geplaatst. Het resultaat is extatisch. Sons of Kemet gaf in Paradox een concert dat verpletterde, grenzen oprekte, tot het diepst de ziel van de luisteraar raakte en alle duivels in je losmaakte. Het drong door tot de basis van al het menszijn: de hartenklop van het leven.

Shabaka Hutchings. Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Shabaka Hutchings

DANSORGIE

Een concert van Sons of Kemet is een ware dansorgie. De muziek van het kwartet wordt tot een bijna ongelooflijk polyritmisch niveau opgetrokken. Telkens als deze ritmecarrousel een punt bereikt waarop je concludeert: nu zijn ze er, dan zijn ze er nog lang niet en voert de muziek zichzelf naar nóg duizelingwekkender hoogten. Door zijn eindeloze herhalingen lijkt het concept van Sons of Kemet op hypnotiserende soefimuziek, waarin tijd en ruimte plaaatsmaken voor verruiming van de geest.

Twee slagwerkers, een tenorsaxofonist en een tubaïst, kennelijk heb je niet meer nodig om de bakermat van de jazz- en improvisatiemuziek in een contemporain kader te plaatsen. Mits je natuurlijk de bandnaam Sons of Kemet draagt. Drummer Sebastiaan Rochford was ziek en werd vervangen door Maxwell Hallet van The Comet Is Coming, ook een van de groepen van Shabaka Hutchings. De muziek van de Sons leed er geen moment onder. Dat bleek al bij de begintonen. De twee slagwerkers gingen even in gelijke ritmes met elkaar op, de tubaïst liep zich warm door op een koebel het ritme mee te tikken. Even, heel even. Want toen begonnen de drummers tegendraads de muziek te beïnvloeden en trad Shabaka Hutchings aan voor de eerste lange, hallucinerende solo op tenorsaxofoon. Tijd voor Theon Cross om de tuba om te gorden en de ritme-TGV echt op volle snelheid te laten komen.

Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Maxwell Hallet.

Shabaka Hutchings bleek over een Coltraniaans uithoudingsvermogen te beschikken. Waarbij vooral zijn – hier zo terzake doende – ritmische frasering opviel. Moeiteloos gleed hij door de zo lange traditie van de jazztenorsaxofoon. Zich de ene keer in de rug gedekt wetend door de tuba, die op andere momenten het stokje juist overnam. Theon Cross betoonde zich een baarlijke duivel op zijn instrument, die er niet voor terugdeinsde ritme en melodie in één cadeauverpakking te stoppen. Op zijn lange tubasolo – die zelfs de op dat moment aan de rand van het podium vertoevende slagwerkers verraste – kon je zonder extra inspanning dansen. Na die solo was er de ritmekaravaan weer, eerst in de richting van latin, maar door de slagwerkers al snel als met een Starfighter doorgevlogen naar Afrika.

Tom Skinner. Foto Gemma van der Heyden/JazzNu.com
Tom Skinner

KETELS OPSTOKEN

Hoe de Sons of Kemet het voor elkaar kregen was een raadsel, maar telkens weer kwamen ze uit in die ritme-orkaan, waar – wie anders dan – Satan de ketels opstookte. Het werd met dit alles ook een avondje opfriscursus voor de dames en heren jazzmusici die even zijn vergeten waar Abraham, pardon Duke Ellington, niet zijn mosterd, maar wel de ingrediënten haalde voor zijn zo geroemde junglemuziek.

RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

Sons of Kemet
Paradox Tilburg, 21 januari ’17

 Shabaka Hutchings – tenorsaxofoon
Theon Cross – tuba
Maxwell Hallet – slagwerk
Tom Skinner – slagwerk

 WWW.SONSOFKEMET.COM

Previous

De onbekende verten van drummer Vinsent Planjer

Next

Antoine Pierre (rondetijd 6.46,93)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook