De roadmanager van Carla Bley komt een tikje zenuwachtig over als de interviewer en fotografe van JazzNu voor een interview het restaurant van het Bimhuis binnenlopen. Mevrouw Bley en haar trio hebben een vertraging van twee uur opgelopen op het vliegveld van München en zitten nog aan tafel in het café-restaurant. Bley houdt een korte tour door Europa om haar nieuwste album ‘Andando El Tiempo’ te presenteren. We lopen de roadmanager achterna naar de kleedkamer. Steve Swallow loopt achter ons aan, gevolgd door zijn eega Carla Bley. Swallow schudt ons de hand en installeert zijn vrouw op een stoel en vraagt haar of ze koffie wil. Een medewerker van het Bimhuis wijst hem op de gereedstaande koffiemachine in de hoek. Swallow weigert beleefd zijn partner af te laten schepen met een kopje automatenkoffie. “Ik loop wel even naar het restaurant hierboven.” En plots zit JazzNu alleen aan tafel met Carla Bley.

De componiste is in mei tachtig jaar geworden. Ze ziet er vermoeid uit. “Ik heb twee uur rust misgelopen waar ik zo op gerekend had”, verzucht ze. Achter haar staat een uitgeklapte Blokker-strijkplank met een vaalgewassen geel dekje en een eenvoudig strijkijzer erop. Haar roadmanager klapt de strijkplank in. “Ik weet precies hoe dat werkt. Ik ben ooit ook student geweest.” De fotografe schiet enkele foto’s. Swallow komt terug met een Café Americano en zet deze liefdevol voor zijn vermoeide partner neer.

Gemma van der Heyden/JazzNu.comMevrouw Bley, dit jaar is uw album ‘Andando El Tiempo’ uitgebracht, een album met nieuwe stukken, nieuwe composities. Hoe begint u een nieuw album?
Ik begin eigenlijk al met een nieuw album zodra ik een tournee heb afgerond. Als ik klaar ben met het opnemen heb ik weer een mooie voorraad nieuwe nummers voor mijn nieuwe tour. Als ik dat niet doe dan herhaal ik de rest van mijn leven dezelfde muziek. Ik geloof dat de mensen die actief zijn in de popmuziek daar minder problemen mee hebben. Ik hoef dat echter niet te doen, dus doe ik het niet. Ik schrijf telkens nieuwe muziek waarmee ik kan optreden. Ons nieuwste album is daar geen uitzondering op. Het is gewoon een van mijn dertig albums.

Uw voorlaatste album, ‘Trio’s’, bestaat uit ouder materiaal en uw laatste album bestaat uit nieuwe composities. Maar u wilt zichzelf niet meer herhalen?
Dat is zo. Ik werk tegenwoordig niet meer voor mijn eigen label. Ik neem nu op voor ECM. En Manfred Eicher (de eigenaar van het label, RA) wilde dat we een album met oudere stukken gingen opnemen. Hij is al vijftig jaar een liefhebber van mijn werk. En wij hebben aan zijn verzoek gehoor gegeven. Ik heb deze keuze niet bepaald, dat deed Manfred. Ik heb overigens nog nooit eerder samengewerkt met iemand die me vertelde wat ik moest doen. Manfred is mijn eerste producent.

Hoe heeft Manfred Eicher dit wel voor elkaar gekregen?
Ik vertrouw hem volledig en ken zijn vakmanschap. Hij weet namelijk precies hoe je een album moet maken, veel beter dan een muzikant dit kan. Omdat de musicus meestal niet het hele plaatje doorziet. Die denkt bijvoorbeeld: “Ik kan dit nummer spelen, dus ik ga dit nummer op plaat zetten”. Of: “Ik hou van Indiase muziek, ik ga nu een album maken met uitsluitend Indiase muziek.” Of: “Ik ben geswitcht van piano naar Hammond, dus ik ga nu alleen nog maar platen uitbrengen met Hammondorgelmuziek.” En zo werkte en dacht ik ook. Maar Manfred kijkt veel verder. Hij ziet een album als een kunstwerk. Het is dus iets anders dan een visitekaartje of een biografie. Het is veel breder dan dat. Wat Manfred ermee doet heeft meerwaarde, dat is waar ik in ben geïnteresseerd. Dit was ongekend voor mij. Ik gaf Manfred de ‘credits’ om een kunstwerk te maken van het materiaal dat ik hem aanleverde en hij deed er mee wat hij wilde.

Het album bevat bijzondere composities, het is geenBest of Carla, maar het is Manfreds persoonlijke keuze. Bent u het eens met deze selectie?
Natuurlijk. Ik deed alles wat hij wilde. Ik was geïnteresseerd in wat er zou gebeuren. Ik was ineens niet meer verantwoordelijk voor wat er op de voorkant van de hoes staat, niet meer verantwoordelijk voor de tekst en noem maar op. Al mijn hele leven heb ik al deze klussen zelf uitgevoerd, omdat ik mijn eigen label had. En nu kon ik dit eindelijk overlaten aan iemand. Hij koos de nummers en wij hoefden alleen maar oké te zeggen. Je kunt je niet voorstellen hoe prettig dat voor ons was.

Gemma van der Heyden/JazzNu.comU heeft uw albums in Lugano opgenomen. Is dit Manfreds keuze?
Dat is ook zijn keuze, alles is zijn keuze. De fotograaf is zijn keuze, de foto, het omslag is zijn keuze. Het is geweldig om dit uit handen te geven. Toen ik mijn eigen label had, moest ik alles zelf doen. Ik heb zelf de boekjes samengesteld, ik heb de foto’s voor de boekjes geselecteerd, ik heb de begeleidende teksten geselecteerd, etcetera. Maar nu hoef ik me alleen nog maar te concentreren op de muziek, ik denk dat ik op deze manier mijn tijd veel beter kan benutten.

Dus u kunt zich nu volledig op uw composities storten?
Ja, en ik hoef me geen zorgen meer te maken over de details, dat is echt heerlijk.

Uw nieuwe composities creëert u uitsluitend voor het trio?
Ja.

En uw toekomstige composities?
Alles doe ik vanaf nu alleen nog maar voor een trio. En het eerste album waar ik je over heb verteld, mijn eerste ECM-album, dat waren heropnames van muziek die ik heb gecomponeerd voor groepen van verschillend formaat, waaronder de bigband, sextet, kwintet of wat dan ook. Ik heb deze muziek tot de essentie teruggebracht. Maar deze stukken op mijn laatste album Andando El Tiempo waren net klaar voordat we op tournee gingen met ons trio. Dit trio, dat is nu mijn instrument.

Een instrument zonder drums, zonder Billy Drummond, die onderdeel uitmaakte van uw kwartet Lost Chords.
Billy Drummond zou er nu ook bij zijn als we ons dat konden veroorloven. Helaas is het tegenwoordig zo lastig om rond te komen met onze muziek, dat we ons noodgedwongen hebben moeten beperken tot een trio. Enerzijds ben ik blij dat we er muzikaal gezien in zijn geslaagd om onze ideeën waar te maken. Anderzijds is het voor mij als pianist erg hard werken in een trio, daarom ben ik erg blij dat we Andy hebben. Hij neemt een groot deel van de spanning bij me weg. Dat vind ik erg fijn.

Wat maakt het zo spannend voor u?
Ik ben niet begonnen als uitvoerend musicus, wel als componist en het uitvoeringsgedeelte is daardoor voor mij een zware opgave. Zodra ik begin met spelen, en met name als mijn trioleden beginnen te spelen, is het oké. Dan hebben we een fijne tijd. Ik probeer altijd weer iets moois neer te zetten. Ik probeer mezelf te verbeteren, net iets verder te gaan dan in de optredens ervoor, precies zoals de jongens zich bij elk optreden proberen te overtreffen. ‘They are working on there shit too’ (Bley lacht). Als ik nog voor mijn bigband zou werken, zou ik dat niet doen. Ik was de dirigent en componist en arrangeur en wilde graag dat spelers zo goed mogelijk uit de verf kwamen, maar ikzelf nam geen prominente rol in. Een bigband leent zich daar niet voor.

Wat prefereert u? Het trio waarin u momenteel participeert, een orkest of bigband, of timmert u liever aan de weg als componist?
Ik denk dat ik de voorkeur heb voor het trio. Ik denk dat me dat beter ligt dan de bigband. Het participeren in een trio is, zoals ik al zei, een zware opgave voor ons alle drie. In een trio moet ieder lid een enorme berg werk verzetten, werk dat in een bigband over veel muzikanten wordt verdeeld. In ons geval is Steve verantwoordelijk voor de baslijn, de solo’s, de harmonie. Daarnaast moet hij zijn aandacht bij het muziekpapier houden. Andy speelt zo ongeveer alle in de bigband aanwezige partijen. Hij neemt alle blazerssolo’s voor zijn rekening. Hij speelt de trompetsolo’s, de trombonesolo’s, hij speelt de alt-, tenor- en sopraanpartijen. En ik vertegenwoordig het samenspel, het riet, de trombones, de trompetten en de ritmesectie. We hebben alledrie zoveel te doen. Je kunt je in deze samenstelling niet echt ontspannen.

Gemma van der Heyden/JazzNu.comAls u componeert bent u alleen. Hoe slaagt u erin uw composities geschikt te maken voor al uw trioleden?
Nou, de manier waarop ik begon met mijn bigband was… laat ik anders beginnen: ik componeerde aanvankelijk niet voor de bigband. Ik schreef voor tien hoornspelers en ik liet iemand anders de partijen voor de bigband uitwerken. Op een gegeven moment dacht ik: ‘Dat kan ik toch ook zelf doen!’ en ik ging ermee aan de slag. Ik ben erg blij dat ik dat gedaan heb. De bigband was een enorme uitdaging, vanwege de geschiedenis ervan. Ik moest concurreren met mensen als Count Basie. Na verloop van tijd wist ik wat ik wilde doen en ik wist wie mijn concurrenten waren. Ik heb hard gewerkt om lid te worden van die kleine familie van bigbandleiders. Maar het is me gelukt.

En het trio?
Het trio is momenteel voor mij het maximaal haalbare. Meer kan ik me niet veroorloven. Deze beperking geldt overigens niet alleen voor mij. Tegenwoordig heeft geen enkele organisator geld genoeg om bigbands te programmeren. Op festivals spelen lokale amateurmusici of kleine bands. Als je anno 2016 nog een bigband ziet optreden gaat het om een groep onderbetaalde muzikanten of studenten. Het is namelijk onmogelijk een complete bigband op de been te houden, de hotelkamers en de vliegtickets te betalen en een tournee in verschillende landen te regelen. Dat geld heeft niemand. Voor mezelf geldt dat ik niet van plan ben om te stoppen met mijn muziek. Daarom heb ik nu mijn trio. Mijn trio is in feite mijn miniatuur-bigband.

Het is een financiële keuze.
Het is een noodzakelijke keuze, maar het is toch ook leuk!

Het voelt nog steeds behaaglijk?
Het voelt helemaal goed.

Ik neem aan dat u inmiddels bezig bent met een nieuw album.
Ik heb geen flauw idee. Ik begin over twee weken. Ik ben nu klaar met mijn Big Band Boys Choirproject, genaamd Lala Song Français, een oratorium. Dat wordt binnen een jaar uitgebracht, maar intussen zal ik uiteraard weer iets nieuws schrijven. Maar ik heb nu nog geen idee hoe dat klinkt en hoe deze compositie er precies uit gaat zien.

Heeft u zelf de tekst geschreven voor dit oratorium?
Ja, ik heb de woorden van Lala Song Français zelf geschreven. Maar het is niet gebruikelijk dat ik de tekst zelf schrijf.

…want dat deed voorheen Paul Haines.
Ja, maar hij is nu dood, dus ik moest het zelf doen.

En uw langdurige samenwerking met Steve en Andy, hoe is deze ontstaan?
Het begon met Andy. Hij had een optreden, hij was in Londen voor een opdracht. Steve en ik waren er ook en hadden geen werk met de bigband. Andy benaderde ons. We speelden met ons drieën enkele nummers en wat volgde was gewoon magie. Het klikte meteen. Ik had destijds al door dat het spelen met de bigband mij steeds meer begon tegen te staan en ik merkte dat het trio beter bij mij paste. Steve en ik gingen in zee met Andy en dat is een verstandige keuze geweest. We zijn inmiddels vijfentwintig jaar verder.

Het begon met Andy.
Ja, het begon met Andy. En ik heb er nooit meer over getwijfeld dat ik een andere saxofonist zou nemen. En ik zou ook niet willen spelen met een andere bassist. Ik denk dat we niet uitsluitend een trio zijn, maar veeleer een groep mensen. De groep zou groter kunnen zijn, maar het is uiteindelijk een trio geworden en dat heeft goed uitgepakt. Het was bovendien economisch gezien een goede keuze, omdat grotere groepen kostbaarder zijn.

Gemma van der Heyden/JazzNu.comEn de bassist, Steve Swallow, wat maakt dat zijn speelstijl zo goed past bij uw muziek – of andersom?
Ik denk dat je wel kunt stellen dat hij mij leerde spelen. Hij bracht mij de stijl bij die het best bij zijn basspel paste. Ik was gewend voornamelijk te schrijven toen ik hem ontmoette. Ik voerde mijn eigen muziek dus niet uit. Op een bepaald moment vroeg hij me: ‘Waarom gaan we niet spelen?’ En toen zei ik: ‘Ik kan niet spelen! Ik heb papier en pen hier, laten we wat muziek schrijven als je dat leuk vindt’. En hij antwoordde: ‘Nee, nee, nee, leg pen en papier maar weg. Hier is een exemplaar van The Real Book. Kijk maar eens naar die de muziek die er in staat.’ En ik keek naar een van de titels en zei: ‘Oh ja, dat nummer ken ik wel, dat is van Richard Rogers, maar… er staat telkens maar één noot. Wat doe je dan met je linkerhand?’ en Steve zei: ‘Maak het jezelf niet te moeilijk. Je begint gewoon met het spelen van de derde noot en de zevende noot van de toonsoort die je wil spelen! Dus als je Bes 7 ziet staan, speel je een D en een As’ en ik zei meteen ‘Waarom zou ik geen Bes spelen als er een Bes staat!’ ‘Natuurlijk’, zei hij, ‘maar ik speel op die plek geen Bes!’ Dus moest hij me de volledige stijl van begin af aan leren. Ik voelde me zo onnozel, alsof ik ergens in een boerengehucht was geboren en voor het eerst in mijn leven de grote stad binnenreed (gelach).

Steve leerde u spelen, maar hoe componeerde u tot die tijd?
Ik wist niet precies hoe het in elkaar stak. Ik schreef de piano- en baspartij naast elkaar, maar de baspartij was uitgeschreven als een pianopartij. Dus mijn akkoorden voor de bas waren gelijk aan de akkoorden voor de piano. Bij een modulatie zou ik een enorm aantal noten hebben geschreven voor de bas en een pinkje voor de linkerhand op de piano. En dat was zo onnodig. Omdat ik niet beter wist schreef ik die idiote pianopartijen uit.

Omdat u van origine pianist bent.
Ja, dat is hoe ik eigenlijk ook mijn muziek schrijf, zittend achter de piano. Zo ben ik begonnen. Het is inmiddels al zo lang geleden dat ik me nauwelijks nog kan herinneren wat ik precies deed, maar tegenwoordig schrijf ik op dezelfde wijze als mijn collega’s het gewend zijn te doen. Ik probeer, met enorm veel inspanning, normaal en standaard te zijn en dingen te doen die iedereen doet. En het enige positieve aan mij is dat ik er nooit in slaag. Het lukt me gewoonweg niet. En dat komt terug in mijn muziek. Ik kan geen standaard dingen doen.

We zijn er allemaal blij mee.
Dank je. Je hebt me helemaal opgemonterd met dit interview.

ROBIN ARENDS
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN

www.wattxtrawatt.com

Lees op JazzNu de recensie terug van het concert dat na dit interview volgde:

Bladmuziek speelt de baas over spel van Carla Bley

 

Previous

Zapmachine steekt vol durf vingers uit naar ‘Rock Bottom’

Next

SPOTIFY MASHA BIJLSMA

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook