Quadrant is een groep rond contrabassist Eric van der Westen die hij eind jaren negentig oprichtte. Hij deed er nogal wat projecten mee, de band vertoefde een tijdje in slaapstand, maar nu heeft hij er een vervolg aan gegeven: New Quadrant. En zoals viel te verwachten: met New Quadrant kwam er ook een nieuwe wending in het muzikale leven van Eric van der Westen. En wat voor een.

Eric van der Westen: "Met New Quadrant vond ik die nieuwe vorm, met toffe arrangementen en goede musici die invloed hadden op het groepsgeluid. Ik schreef eenvoudige melodieën waarop we goed konden improviseren."
Eric van der Westen: “Met New Quadrant vond ik die nieuwe vorm, met toffe arrangementen en goede musici die invloed hadden op het groepsgeluid. Ik schreef eenvoudige melodieën waarop we goed konden improviseren.”

Hij is er lang naar op zoek geweest, een goede vorm vinden om alles in te gieten wat hij eerder heeft gedaan. Daarvoor benutte Eric van der Westen een aantal workshops in Paradox in Tilburg met als voornaamste doel: “Een combinatie vinden tussen vrije improvisaties en de invloed van Americana en andere stijlen die ik speelde”, zegt hij. “Ik kwam uit op viool, trombone, trompet en de combinatie gitaar en contrabas. Vooral gespeeld door jonge mensen dat wilde ik per se: Yannik Hiwat, Efe Erdem, Joël Botma. Aron Raams en ikzelf zijn de andere twee musici. Een aantal concerten die we met deze combinatie deden, was een groot succes.”

Zo groot dat de contrabassist in maart 2020 een cd wilde opnemen. Maar Covid-19 stak daar een stokje voor. “Ik wilde direct als het weer zou kunnen de studio in”, blikt hij terug. “Ik ging stukken schrijven en arrangeren en ik wilde ook odes brengen aan musici die een grote invloed hadden op mij. Met New Quadrant vond ik die nieuwe vorm, met toffe arrangementen en goede musici die invloed hadden op het groepsgeluid. Ik schreef eenvoudige melodieën waarop we goed konden improviseren. Daar is dit deel drie van The Crown & Lobster Trilogy uit voortgekomen, naar mijn gevoel de beste plaat die ik tot nu toe maakte. Ik ben er heel gelukkig mee.”

Zonder valse bescheidenheid beschouwt Eric van der Westen de muziek op deze cd als “echt mooie muziek.” En daar is geen letter aan overdreven. Aan het einde van dit artikel gaan we daar nader op in. “Ik zoek al mijn hele leven vorm en inhoud voor mijn artistieke werk. Ik heb daarvoor geen formule, ik werk liever gevarieerd in wat ik doe. Ik kan daar nog jaren mee vooruit. Komt vaak door de chemie onderling en de ruimte en sound die worden geschapen. Het klopt allemaal als een bus. Ik weet altijd wel wat ik kan, nu staat er een handtekening op mijn muziek en heb ik het gevoel dat ik een ander geluid heb gemaakt. Die bevestiging heb je af en toe nodig.”

Eric van der Westen: "Ik weet altijd wel wat ik kan, nu staat er een handtekening op mijn muziek en heb ik het gevoel dat ik een ander geluid heb gemaakt."
Eric van der Westen: “Ik weet altijd wel wat ik kan, nu staat er een handtekening op mijn muziek en heb ik het gevoel dat ik een ander geluid heb gemaakt.”

Eric van der Westen durft zichzelf geen componist te noemen. Hij heeft naar eigen zeggen wel “een beetje compositieleer gestudeerd. Compositie staat bij mij altijd in dienst van het beeld, niet van de inhoud. Dat is een groot verschil met hedendaagse componisten. Ik bedenk mijn materiaal niet, het komt rechtstreeks uit mijn hart, niet uit mijn hoofd. Het is simpel, musici die daar zo creatief mee omgaan, maken heel andere muziek. En als bassist geeft me die werkwijze ook heel veel ruimte. Ik denk vanuit een ander register als het over een viool of trombone gaat. Nu is er muziek ontstaan waaruit veel geïmproviseerd moet worden. Ik vind het het mooiste wanneer compositie en improvisatie onmerkbaar in elkaar overgaan.”

“Ik geef een raamwerk aan, je moet niet dit of dat, speel maar zoals je wilt. Ik durf de vrijheid aan om ze op die manier met de composities om te laten gaan. En dat doen ze waanzinnig goed. Aaron Raams en ik gaan zó ver terug. We hebben er een heel goede plek in gevonden. Aaron verdient een veel betere plaats, hij is een bijzonder smaakvolle gitarist, gaat nooit voor zijn ego. Maar dat is misschien wel het kenmerk van de hele club, ze doen dat geen van allen, want ze zijn gelijk aan elkaar.”

Dit deel van The Crown & Lobster Trilogy Part III is de plaat die het eerste uitkomt binnen de trilogie. Dat komt omdat een aantal dingen bij elkaar zijn gekomen en naar omstandigheden moest worden gehandeld. “Ik had een aantal plannen”, zegt Eric van der Westen, “maar die liepen spaak. Ik leef van concerten, maar plotseling konden die niet meer worden gegeven vanwege Covid-19. Bovendien werd ik ziek. Ik had tot dat moment nogal wat noten op mijn zang. Dit album stond gepland voor mei 2020, maar alle studio’s waren dicht en dus moest ik de opnamen uitstellen. Ik had materiaal dat was geïnspireerd door een Amerikaanse band met de naam Khruangbin (die een mengeling speelt van oude soul, dub, funk en licht-psychedelische muziek, rvdh). Ik zie hun muziek als een super soort moderne soul jazz met een retro geluid. Ik had op zeker moment een aantal ideetjes die ik kon inpassen in een simpel werkproces. Die namen we op in oktober 2020, maar de plaat met New Quadrant was op dat moment nog steeds niet opgenomen. We kregen pas in mei 2021 de gelegenheid de studio in te gaan.”

Eric van der Westen: "Ik vind het het mooiste wanneer compositie en improvisatie onmerkbaar in elkaar overgaan.”
Eric van der Westen: “Ik vind het het mooiste wanneer compositie en improvisatie onmerkbaar in elkaar overgaan.”

The Crown & Lobster Trilogy Part III is de eerste die uitkomt van de trilogie. Deel 1 is Private Time Machine XS Modus Operandi, een elektrisch album dat op 27 november 2021 tijdens een mini-festival in Paradox is opgenomen en dit jaar op plaat verschijnt. Jeroen van Vliet op toetsen, Aron Raams op gitaar, Dirk Peter Kölsch op drums Eric van der Westen op basgitaar vormen de bezetting.

The Crown & Lobster Trilogy Part III bevat een aantal nieuwe zaken in het oeuvre van Eric van der Westen: het groepsgeluid, warmte, blazers, verstilling en dynamiek. Deel twee van de trilogie is nog ‘onder constructie’. Het wordt een soort bloemlezing van stukken die de afgelopen dertig jaar zijn geschreven en opgenomen. Eric van der Westen heeft er zijn hele oeuvre voor omgeploegd. Blue Is All That’s Left is een van de ballads die de plaat vullen. Zij worden vertolkt door tenorsaxofonist Guido Nijs, trompettist Koen Smits, pianist Sjoerd van Eijck en drummer Pascal Vermeer. De plaat komt dit voorjaar uit. “Ik wil het album opnemen zoals jazz- en soulplaten van vroeger. De musici moeten zich aan de muziek kunnen laven.

“Als ik met muziek bezig ben geeft me dat kracht en energie”, zegt de componist/contrabassist. “Met mijn bas iets moois maken is het fijnste wat me kan overkomen. Dit zoekproces zit in heel mijn werk. Ik snap dan ook goed waar jonge mensen naar op zoek zijn. Onze generatie wilde verschillend zijn, onderscheidend. Dat geldt tegenwoordig niet meer. Jongeren vinden dat die onderscheiding er niet is: er is altijd iemand die iets al heeft gedaan. Ze gaan zoeken op internet en binnen twee seconden hebben ze zo’n iemand al te pakken. Zij kiezen voor de beleving van het moment. Dat heeft een heel andere impact dan veertig jaar geleden. Jongeren zijn nu veel meer bezig met een totaalbeeld. Bij New Quadrant zijn we samen een ding aan het maken, dat is veel belangrijker dan wie er boven iemand uitschiet.”

Charles Mingus, een van de inspirators van Eric van der Westen. Foto Hans Kumpf/Jazz Workshop

Eric van der Westen is van jongs af aan een enorme bewonderaar van contrabassist en componist Charles Mingus. “Mijn project Me, Myself & I – Looking At The Music Of Charles Mingus uit 1999 voor Quadrant Extended, waarin moderne componisten een hedendaagse kijk gaven op Mingus droeg ik aan hem op, Maar ik wilde alweer lange tijd ‘iets meer gaan doen’. Een van de belangrijkste kenmerken van Mingus is diens geëngageerdheid. Twintig jaar geleden vond ik het interessant te bekijken wat er was overgebleven van zijn erfenis (Charles Mingus stierf op 5 januari 1979, rvdh). Nu zijn we zestig jaar verder en zijn we nog altijd geconfronteerd met discriminatie (een begrip waar Mingus fervent tegenstander van was, rvdh). Er is niets veranderd. Hij sloeg ook een geweldige brug tussen pop en jazz met als grote voorbeeld de groep Blood Sweat & Tears. Hij heeft die functie echt gehad. Ik liep al tien jaar rond met het idee de muziek van Mingus in een vorm te gieten die aansluit bij hiphop, omdat in die muziek de sociaal-maatschappelijke context een essentieel onderdeel is. Ik ben aan het schrijven gegaan en heb negen stukken zo bewerkt dat ik twee of drie rappers bij de muziek van Mingus laat aanhaken. Ik heb de muziek herschreven voor de grote band Private Time Machine XS. Het is een mini bigband van dertien man, inclusief twee rappers en twee drummers, juist omdat de ritmiek van hiphop sterk gelieerd is aan jazz.”

“Ik dacht: gewoon doen. We hebben een eerste repetitie gehad en dat was heel vet. We gaan de muziek van Mingus niet naspelen, maar ik heb echt dingen veranderd, uit elkaar getrokken, bewerkt, ik weet niet eens of dit mag. De opnamen vinden binnenkort plaats voor een album met de titel Us-Min(G)-Us dat later dit jaar het levenslicht ziet. Wie zijn wij om te denken dat wij die muziek hebben uitgevonden? Mingus is super Amerikaans. Zoals wij het gaan doen is dé manier om Mingus te laten horen in de context van moderne popmuziek. Mingus was altijd vol vuur, als je niet oplette kreeg je te maken met zijn harde rechtse – hij was een bokser. Er zit zo’n rudimentaire ziel in zijn muziek. Ik heb overigens ook een paar minder bekende stukken bewerkt. Mingus’ politieke boodschap blijf ik belangrijk vinden. Onze muziek gaat over het nemen van vrijheid in een heel besloten omgeving. Het ene kan niet zonder het andere. Want daar gaat het om: niet om hoeveel noten je in een akkoord kunt stoppen.”

The Crown & Lobster Trilogy Part III is een bijzonder album geworden. De mix van jazz en Americana mengt wonderwel, die van de instrumenten wellicht nog meer. Niet dat die mix zo bijzonder is, wél dat de jonge bespelers die ze ter hand nemen, er een andere klankkleur aan mee geven. De muziek ontrolt zich vooral langs inventieve melodische bouwsels. Lang geleden zei Eric van der Westen eens in een interview met deze schrijver, dat hij zich voortaan vooral bezig wilde houden met liedjes. En voilá, schoner voorbeeld is daarvan niet te vinden op deze schijf.

In de compositie No Way Out is een hoofdrol weggelegd voor trombonist Efe Erdem: hoor hem klagen, eer bewijzen aan het begrip melancholie. Dat is echter nog maar een eerste aanzet. Het wordt pas spannend als de flugelhorn met even zachte maar dwingende, lange lijnen zich aandient, de gitaar daar noot voor noot fijnzinnige accenten onder plaatst en de viool langzaam maar o zo zeker de melodie binnen dringt.

En altijd is er die rustgevende contrabas van Eric van der Westen zelf. Rustgevend maar tegelijk heersend, inspirerend, richting wijzend en veelal staccato improviserend. Dit is vooral te horen in Consider It A Compliment, waaraan een vooruitgeschoven positie is gegund aan de gitaar van Aron Raams. Zelf plaatst de contrabas zich op de voorgrond met een fascinerende solo in The Heaven of Haden. Drie keer raden wie die Haden is: Charlie, een van de andere inspirators voor Eric van der Westen. Zijn solo is gebouwd op zo’n dertig jaar ervaring en technisch én moreel vakmanschap. Hij wortelt in de onmetelijke traditie van de contrabas in de jazz. Daar waar het instrument zich interessant kan ontrukken aan de beperkingen die het vaak binnen een ritmesectie krijgt opgelegd, zijn het de grote voormannen die de contrabas in soli tot een iconische grootmeester onder de snaarinstrumenten verheffen. In deze aangrijpende en beklijvende solo van Eric van der Westen is het niet anders.

Bovendien blijkt in ditzelfde stuk, die hemel voor Haden, hoe de rijke compositorische geest van Eric van der Westen wortelt in de jazzhistorie. Deze compositie mondt uit in een stuk onvervalste New Orleans-jazz: ontdaan van de rafeltjes die dixielandmuzikanten er in de loop van vele jaren aan hebben gebreid. Het is pure, bijna tranen trekkende blues, waarin koper en snaren uiteindelijk een onlosmakelijk verbond smeden. Blues kun je ook plakken op Salut To The Man With The Hat, een bewerking van Goodbye Pork Pie Hat van Charles Mingus. The Best I Ever Had, ook een bewerking, ditmaal van Magnolia van J.J. Cale, tekent de voorkeur van Eric van der Westen voor het Amerikaanse, culturele erfgoed. De vijf andere stukken zijn nieuw van de hand van hemzelf.

New Orleans, Afrikaanse invloeden en accenten, het binnentreden van Americana, jazz, vrije improvisaties, het zijn elementen waarlangs The Crown & Lobster Trilogy Part III is gegroepeerd. Dat Americana versterkt het liedjeskarakter van deze cd, de uitkomst van een rijk muzikantenleven en de alom tegenwoordigheid van jazz maken er een bijna ongrijpbaar geheel van. Zó gestructureerd en tegelijk zo gemakkelijk binnen dringend in het gemoed van de luisteraar dat je alleen stil en deemoedig kunt zijn bij deze nieuwe stap in het oeuvre van Eric van der Westen.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

 

ERIC VAN DER WESTEN’S NEW QUADRANT
THE CROWN & LOBSTER TRILOGY PART III

EWM

Joël Botma – fluegelhorn en trompet
Efe Erdem – trombone
Yannick Hiwat – viool
Aron Raams – gitaar
Eric van der Westen – contrabas

 

WWW . ERIC VAN DER WESTEN . COM

Previous

De late ontdekkingsreis van Kristina Fuchs in Jazzland

Next

De moed, het vuur en de stemmen van Sanne Rambags

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook