Er zijn jazzmusici die zonder enige schroom twee of drie cd’s per jaar opnemen. Maar er zijn er ook die er jaren over doen. Die wikken en wegen, blijven uitstellen en in een aantal gevallen er dan maar van afzien. Een enkeling heeft dat uitstellen echter tot ‘kunst’ verheven, gaat nóg maar eens bij zichzelf te rade en komt dan na jaren met een album dat niet alleen de tand des voorbereidingstijd heeft doorstaan, maar ook die van alle jaren die volgen. Zo’n musicus is slagwerker Joost Lijbaart.
Er waren twee crises voor nodig en een tijdspanne van zes jaar, maar nu komt volgende maand Free uit, een meer dan doorwrocht solo-album, waarop Joost Lijbaart naar eigen zeggen een reis naar zijn binnenste in dertien eigen stukken registreert. “Zes jaar geleden durfde ik niet, nu is het de tijd ervoor. Van het resultaat denk ik dat het veel meer is dan muziek, mijn hele leven zit in Free. Al mijn reizen, allerlei culturen, al mijn verwondering en absurdisme.”
In 2014 kwam Joost Lijbaart in wat hij noemt ‘een persoonlijke crisis’ terecht. “Ik wist niet hoe ik verder moest met mijn leven. Dat jaar was ik mijzelf helemaal kwijt. Ik heb serieus overwogen ander werk te gaan doen. Ik was zó moe van al het geregel en de dingen die ik moest doen om te kunnen blijven spelen. Ik kwam er toen achter dat ik het gelukkigst word van drummen. Ik ben in mijn eentje gaan spelen en zo ontstond het idee om een soloplaat te gaan maken.” Dat idee ging door de dagelijkse werkelijkheid de ijskast in. “In 2015 belde Sanne Rambags om samen met haar en Bram Stadhouders een trio concert te geven als studieproject aan het conservatorium in Tilburg.” Wat daarna komt is geschiedenis: het trio dat zichzelf de naam gaf Under The Surface verzorgde 160 concerten in 22 landen en op vier continenten en bracht twee cd’s uit. “Ik ging in die periode ideetjes opschrijven voor mijn ‘soloding’ en nam ook elementen mee voor het trio. Maar meer zat er op dat moment niet in.”
Tot in februari van dit jaar de volgende crisis zich aandiende: die van Covid-19. “Door de lockdown deed zich voor mij dezelfde crisis voor als in 2014. Ik ging oude zaken terug luisteren, andere verder ontwikkelen. En na zes maanden kon ik alles rond Free afronden. Door met Sanne en Bram vijf jaar lang te improviseren, heb ik zóveel geleerd. Anders had ik nooit een soloplaat durven maken. Bij hen heb ik geleerd dat je schaamteloos moet zijn, diep moet graven om tijdens het proces tot een soort waarachtigheid te komen. Het is een reis naar binnen geworden met antwoorden op vragen als: wat wil ik, hoe wil ik spelen?”
“Toen ik op het conservatorium in Hilversum studeerde had ik Victor Oskam als klassieke bijvakdocent. Die had snel door dat ik naast het drummen erg geïnteresseerd was in klassiek slagwerk. Door hem ontdekte ik dat ik daar meer mee wilde doen. Met de reis naar binnen tijdens de coronaperiode merkte ik dat ik veel dieper ging: wie ben ik als ik niet speel? Waarom speel ik? Waarom vind ik het interessant om drummer te zijn? In muziek zitten voor mij veel lagen en sferen, zoals melodie. Deze reis naar binnen heeft me geleerd meer naar mezelf te kijken. Ik ging terug naar vroeger met de kennis van nu.” Betekent dit dat Joost Lijbaart zijn solo-album een filosofische ondergrond wilde meegeven? “Tja, dat gebeurt eigenlijk altijd vanzelf. Ik ben nu 52 jaar en merk dat naarmate ik ouder word muziek alles omvat: woede, schaamte, kwaadheid, vreugde, eenzaamheid, kracht, oneindigheid. Mijn reis heeft me geleerd over mijn schaamte heen te stappen.” Waarbij Joost Lijbaart aangeeft dat zijn privéleven daar ook een bepaalde plek bij inneemt. “Het is vijftig jaar geleden dat mijn vader op 37-jarige leeftijd overleed. We hebben elkaar niet gekend, toch voel ik zijn aanwezigheid. Ik heb dat gevoel nooit toegelaten, het was te pijnlijk. Nu gaat het veel beter. Tot mijn vijftigste jaar had ik altijd veel haast, ik kon nooit iets uitstellen. Door corona is dit allemaal anders geworden.”
“Door muziek kun je een gevoel van oneindigheid verbeelden, maar ook onthechting. Je begint ergens aan en hebt geen idee wat er gaat gebeuren. Zonder verwachting ergens induiken, zo kwetsbaar zijn, zo op je tenen lopen, maakt wel dat je jezelf heel levend voelt. Dat is iets heel anders dan in een veilige omgeving wegduiken, warmte en gezelligheid zoeken. Zaken inspireren me meer als het koud en ongezellig is.” Als we het toch over de diepere gronden van het mens zijn hebben, vormt dan naast filosofische beweegredenen ook het feit dat Joost Lijbaart een man is, onderdeel van die reis naar binnen? “In tijden van bespiegeling ga ik ook op mannelijkheid reflecteren. Ik ben nooit zo bezig geweest met mannelijkheid of man zijn. Ik merkte dat ik meer begreep van vrouwen en vrouwelijkheid. Het overlijden van mijn vader en het opgroeien met een moeder en een zus hebben daar ongetwijfeld mee te maken. Ik heb ook momenten gekend dat ik dacht: laat me die man nu eens omarmen alhoewel ik niet helemaal geloof in mannelijkheid en vrouwelijkheid. Meer in het herstellen van het contact met jezelf.” Joost Lijbaart kwam in contact met zichzelf door van zijn moeder los te komen. Door de afwezigheid van zijn vader duurde dat proces heel lang. Hij kwam erachter dat hij “’man’ was en dat was gewoon goed. Bij het proces dat ik doormaakte ging dat steeds meer een rol spelen. Ik kon er zachtheid, kwetsbaarheid en geloof in vinden.”
Toen Joost Lijbaart dat hele proces had doorlopen, voelde hij zich klaar om een al zes jaar gekoesterde wens daadwerkelijk vorm te gaan geven: het opnemen van een solo-album waarbij hij alle instrumenten zelf bespeelt en alleen voor eigen composities koos. “Als voorbereiding heb ik mezelf telkens met een zoomrecorder opgenomen en ben daar dan andere dingen bij gaan spelen. Sommige ideeën waren al jaren oud en andere ontstonden tijdens het studeren. In mei ben ik een dag de studio ingegaan om te kijken of alles wat ik in mijn hoofd had ook zou werken als ik het echt zou opnemen. Ik was zo blij met het resultaat dat ik nog twee studiodagen heb bijgeboekt. Naast de drums speel ik veel harmonium, allerlei gestemde percussie, klokkenspel, vibrafoon, handpercussie, maar ook meer Afrikaanse en Aziatische percussie zoals anklung, balafoon en odaiko’s (Chinese trommels). Ik had niet al die instrumenten zelf, maar kon eigenlijk alles voor de opnames huren.”
“Naast het spelen en opnemen heb ik tijdens dit proces ook veel naar soloalbums geluisterd van andere jazzdrummers om te kijken hoe die dit hebben gedaan. Pictures van Jack DeJohnette kende ik al, maar ook in het oeuvre Max Roach heb ik veel interessante dingen ontdekt waaronder de percussieplaat M’Boom. Ik heb ook vaak naar drummers/percussionisten geluisterd met een andersoortige set-up zoals Airto Moreira, Nana Vansconselos, Tony Oxley, Pierre Favre en de Japanse free drummer Tatsuya Nakatani. Ook ben ik voor het soloalbum echt muziek gaan schrijven. Hoewel ik alles heel schetsmatig wilde benaderen zodat er voldoende ‘lucht’ in de stukken zit en niet alles dichtgetimmerd is, heb ik wel bepaalde harmonische en melodische ideeën uitgewerkt. Dit is zeker iets wat ik in de toekomst meer wil gaan doen. Ook heb ik voor het album echt wat moeten studeren op de melodische instrumenten zodat ik ermee kon doen wat ik wilde en heb ik zelf wat nieuwe instrumenten aangeschaft zoals de balafoon waarop ik nu veel aan het spelen ben.”
Een soloplaat uitbrengen getuigt van durf. Want wie is jouw koperspubliek, wie wil er naar dertien stukken, door één man vertolkt, gaan luisteren? Op die laatste vraag ligt nu al een duidelijk antwoord op tafel: de diversiteit van composities en instrumentarium maakt van Free een album dat van noot tot noot boeit. Want de muziek beperkt zich niet alleen tot jazz. Uiteraard niet, mag je zeggen als je Joost Lijbaart kent. “Ik heb veel binding met Afrikaanse en Aziatische muziek. Ik ontdekte er zaken in die je niet snel tegenkomt als je met een band speelt. De lucht in de muziek interesseert me erg. Ik hou van het spelen zonder begin en eind. Dat hoor ik ook in de vroege jazzrock van de jaren zeventig. In A Silent Way van Miles Davis bijvoorbeeld.”
Het reizen zonder verplaatsing tijdens de eerste coronagolf en Lijbaarts reis naar binnen spelen ook een belangrijke rol bij zijn reflectieperiode. “Ik ben in die zin speciaal voor dit album erg geïnspireerd geraakt door een aantal films waaronder Into the Wild met Sean Penn, Interstellar en wat oudere sf-films als Strangers From The Sky. Dit alles heeft te maken met het oneindige. Dat zie je ook een beetje terug in de titels van de stukken op mijn album.” Maar hoe heeft Joost Lijbaart het dan na een periode van zes jaar wikken en wegen voor elkaar gekregen om binnen zes maanden zijn soloalbum daadwerkelijk van de grond te krijgen? “Toen de coronaperiode zich aandiende, kreeg ik in eerste instantie de aandrang om iets te creëren. Toen ik na twee weken over de kwaadheid en shock van corona heen was, kreeg ik een enorme behoefte om te drummen. Het gevoel van: ik moet spelen, moet maken, wil dit niet loslaten. Dat was een soort van redding. Ik ben toen begonnen met het leren bespelen van een harmonium, klokkenspel en balafoon. Het was niet alleen de drang om te spelen, ook om mijn eigen muziek te maken. Ik merkte dat door zelf iets te doen, ideeën van jou zelf worden. Ik heb veel research gedaan, diep in het universum van slagwerk gezocht. En hoorde daardoor allerlei dingen die me inspireerden.”
In het oeuvre en dan met name in diens plaat M’Boom van Max Roach hoorde Joost Lijbaart een soort bevestiging van wat hijzelf het beste kon. De mallet-achtige zaken in het spel van Roach speelden daarbij een belangrijke rol. “Elk stuk heeft bij hem een melodische passage, bij mij is dat ook zo. Die zijn door slagwerk en percussie heen geweven. Max behoort tot de jazztraditie, ik ben van 1967. Mijn roots liggen ergens anders, bij Tony Williams, Elvin Jones, Jack DeJohnette, Miles Davis, Joni Mitchell, Herbie Hancock, Weather Report. Zij vormen mijn achtergrond, samen met een sterke Noord- en West-Afrikaanse component.” En toen begon het creëren. “Ik begon met ritme en melodie. Het stuk Free had ik al eens opgenomen met mijn ensemble Batik. Het is een compositie met akkoorden en melodie. De ballad Manhood op mijn soloalbum is op het harmonium ontstaan. Dat werkt heel goed als je simpel speelt. De invloed van Joni Mitchell op bijvoorbeeld het nummer Woodstock komt ook voorbij, met zoveel lucht tussen de noten. Aan het openingsstuk Strangers From The Sky heb ik lang gewerkt. Ik had de akkoorden en nog veel meer elementen, het werd te druk. Vanuit het harmonium ontstond een soort mineur-majeur-idee, ontstaan door naar Noord-Indiase muziek te luisteren. Zo heeft elk stuk een eigen verhaal gekregen.”
Aan Free ligt geen commerciële dwang ten grondslag. Maar het album moet natuurlijk wel verkocht worden. “De cd uitbrengen is een artistieke behoefte, een noodzaak ook. Nu heb ik rust en tijd en een beetje geld om Free op de markt te brengen. Ik ben ook ondernemer. Ik denk dat ik in de loop der jaren tweeduizend gigs heb geboekt in negentig landen. Ik weet daardoor wel hoe ik iets moet verkopen. Daar ben ik al volop mee bezig. Vanwege de dubs op de cd wil ik live met gasten gaan werken, wellicht een tweede drummer/percussionist en nog wat mensen die de andere instrumenten kunnen bespelen. Zou je denken dat een (toen nog) onbekende zangeres met een onorthodoxe gitarist en mij ook zou werken?”
“Muziek gaat voor mij altijd over meer dan muziek. Eigenlijk zit altijd mijn hele leven erin. Publiek in Mexico en Taiwan duikt volledig in onze muziek. Daar denken ze niet: ‘oh, die komt een liedje spelen’ en die spirit zit ook in dit soloalbum. Ik denk dan ook heel positief over de verkoopmogelijkheden van Free.” En dat er ruimte is voor een soloplaat van een drummer, daarvan is Joost Lijbaart overtuigd. “Er zijn er niet zoveel van. Andere soloalbums klinken heel anders. Hoe dichter je bij jezelf blijft als kunstenaar, hoe oorspronkelijker er alles uit komt. En hoe beter het dan ook verkoopt.”
Free, vrijheid. De titel dekt alle bedoelingen van Joost Lijbaart plus zijn ervaringen van een 52-jarig leven, zijn filosofie, zijn behoefte om buiten zichzelf te treden, zijn contact met zichzelf. “Erachter komen dat je vrij in je hoofd kunt zijn zonder groots en meeslepend te leven, is een enorme ontdekking. Vrijheid is ook het contact herstellen met jezelf. Maar ook met je achtergrond, je verhalen uit je comfortzone beleven, die de waardevolste momenten van je zijn betreffen. Mijn vrijheid zit nu ook in de durf mijn stukken te spelen. Alle momenten van de afgelopen dertig jaar reflecteren in deze plaat. Als je jong bent spiegel je jezelf, je wilt van alles zijn. Op zeker moment kom je daarvan los. Je gaat jezelf analyseren, ziet dat timing het moeilijkste is, het gaat steeds beter, alles wordt ruimtelijker, echter. Je speelt minder noten en krijgt toch meer zeggingskracht. Alles wordt driedimensionaler.”
“Je evolueert van een drumset naar een klankuniversum. Je gaat steeds meer vanuit de muziek denken, steeds minder vanuit het drummen. Om schaamteloos te spelen, heb je járen nodig. Enne… als ik erover kan dromen, weet ik dat het goed is.”
RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS
‘Free’ komt in november uit bij Challenge Records. Er staan op dit moment twee officiële presentatieconcerten gepland.
11 december Paradox Tilburg
12 december Bimhuis Amsterdam