Plotseling is ze er, Sanne Rambags. Een zangeres die nergens bang voor is, het vocale vocabulaire ter discussie stelt. Met gedurfde stembuigingen, soms fluisterend, soms neuriënd, improviserend en declamerend. Zo graag wilde ze ‘one of the guys’ zijn op het imponerende album ‘Under The Surface’ van Joost Lijbaart. En dat wérd ze, een derde deel van de cd kan op haar conto worden geschreven. Ze maakte een gloedvol jaar door, terwijl ze nog niet eens was afgestudeerd. Dat gebeurt nu. Op 14 juni doet ze haar eindexamenconcert in muziekpodium Paradox in Tilburg. Maar ze stáát er al, zoals dat heet. Bescheiden, maar uiterst zelfbewust. Met een uitgekiende kijk op muziek, de muziek van een 22-jarige, háár muziek. De Tilburgse vertoont de verschijnselen van een komeet. Met de snelheid ervan is zij in het Nederlandse improvisatiemilieu neergekomen. Hoog tijd derhalve om dit zo pure talent lang aan het woord te laten. Eindeloos lang.
Eerst haar eindexamen: bachelor zang lichte muziek. Met een afsluitend concert in Paradox. Nu al weet Sanne Rambags zeker dat er geen masteropleiding achteraan komt. “Ik ga niet door studeren.” Met Joost Lijbaart en Bram Stadhouders, met wie zij dit jaar een komeetachtige entree in de wereld van jazz en improvisatiemuziek maakte, gaat zij “veel spelen.” En met Mudita, haar eigen trio met trompettist Koen Smits en pianist Sjoerd van Eijck, gaat zij het plan om een cd op te nemen, verder uitwerken. “Ik sta nu voor de volgende stap, muziek maken onder mijn eigen naam”, zegt Sanne Rambags. “Zowel in het trio met Joost en Bram als in Mudita bestaat de muziek uit een derde deel van mij. Maar dat is nog niet de muziek die ik heel diep van binnen voel. Er moeten projecten komen met muziek die echt van mij is. Ik wil op zoek gaan naar musici van mijn generatie die dat ook willen. Dat is een kwestie van tijd. Die tijd heb ik nu, dus dat komt wel goed. Ik ga dat volgend jaar allemaal uitzoeken. Ik wil dan door Europa gaan reizen, want dit werelddeel trekt mij heel erg. In Nederland zijn die musici natuurlijk ook wel, maar hier gaat het om een kleine scene.”
OERDEGELIJK
Wat goed is komt snel, zo luidt een oerdegelijk Nederlands gezegde. Voor Sanne Rambags gaat dat in elk geval op. Haar naam is in korte tijd bekend geraakt onder brede lagen van muziekliefhebbers. De zangeres blijft er heel nuchter onder. “Ik vind het zo bijzonder dat dit allemaal gebeurt. Ik ben er heel dankbaar voor, maar het overkomt me gewoon. Voor mij is het allemaal heel logisch, omdat het zo dicht bij mij staat. Ik vind het zeker bijzonder dat ik deze erkenning krijg, maar ik volg alleen maar mijn hart. Al die successen zijn heel gaaf, maar ze kunnen ook afstand creëren: hoe kan ik dit allemaal delen? Succes en imago zijn niet echt belangrijk, zeker niet als het over muziek gaat. Succes zorgt er wel voor dat je identiteit creëert. Het is een middel om nog meer van de magie die muziek is, te ontwikkelen. Het doet er echter allemaal niet toe. Als ik muziek maak, ben ik een klank. Erna ben ik weer gewoon Sanne.”
Over de conservatoriumopleiding die ze nu heeft afgerond, is Sanne Rambags vol lof. Op Fontys Conservatorium in Tilburg – die sinds kort Academy of Music and Performing Arts als naam draagt – heeft ze alle ruimte gekregen om zich te ontwikkelen tot het peil van nu. Terwijl ze daar door de omstandigheden gedwongen terecht kwam. “Ik was op zowel het Utrechtse conservatorium als het Rotterdamse niet aangenomen. In Tilburg kon ik wel terecht. Nu terug kijkend is dat heel goed geweest. Ik voelde me er veilig en kreeg heel veel ruimte om te doen wat ik wilde. Docente Pauline van Schaik is daarbij heel belangrijk geweest. Zij gaf mij de mogelijkheid in Tilburg te studeren omdat ze iets in me zag en vertrouwen in me stelde. Tijdens mijn studie ben ik heel snel met Sjoerd (van Eijck) en Koen (Smits) gaan werken. Ik zie nu hoe zij ook anders in hun muziek staan. Na mijn derde studiejaar had ik het wel een beetje gezien, maar toen opperde Wolfert Brederode ook docent in Tilburg, het idee om les te gaan volgen bij Susanne Abbuehl in Zwitserland. Ik heb Susanne gemaild en ben zo met haar in contact gekomen. Ik heb nu juist vier maanden opleiding in Luzern achter de rug.”
SUSANNE ABBUEHL
Sanne Rambags loopt over van enthousiasme als ze het over Susanne Abbuehl heeft. “Ik zag in 2014 een optreden van haar in Paradox. Dat raakte me enorm; de stilte in haar muziek. Ik bouwde in die vier maanden in Luzern met haar een goede band op. Ze is niet mijn vriendin geworden, maar een band docent-leerling was er ook niet. Het laatste weekeinde dat ik in Luzern was, zijn we in de bergen gaan wandelen. Er is nog zoveel dat zij met mij kan delen. Vier maanden was veel te kort. Ik ga me volgend jaar niet focussen op haar lessen, maar ik wil Susanne nog wel ontmoeten en dingen met haar delen. Uitwisseling was ook de bedoeling van mijn tijd in Zwitserland, ik heb met geestgenoten daar een aantal concerten gegeven. Ook dat is een reden om vaker terug te gaan. Luzern kent een grote improvisatiescene. Het was super gaaf daar bij te zijn. Ik had er een eigen improvisatie-ensemble van negen mensen. We improviseerden op een vrije manier en nadien praatten we erover. Dat was heel verdiepend.”
“Met Joost (Lijbaart) en Bram (Stadhouders) spelen we modaal, in Luzern heel abstract. Interessant is daar een balans in te vinden. Die atonale kant klinkt nu door in mijn spel. Nu ik net terug ben uit Zwitserland, zit ik daar nog middenin. Maar ik denk dat ik over een paar maanden pas weet: dit heeft het mij gebracht!”
Sanne Rambags is er duidelijk in dat de opleiding en de ervaringen die ze opdeed tijdens haar studie haar hebben gevormd tot wie ze nu is. “Bij de lessen van Pauline hebben we samen wat traditioneel repertoire doorlopen. Veel ‘standards’ gedaan, solo’s uitgeschreven. Ik kon daar, evenmin als bij sessies in Paradox, veel voldoening uit putten. Dat wist ik toen niet, maar mijn gevoel gaf wel aan dat er meer uit de muziek was te halen. Platen van Pat Metheny en Jan Garbarek, die raakten me. Dat ongrijpbare erin. Het eerste anderhalf jaar was een zoekperiode. Het opbouwen van een vocabulaire, mijn leeftijd, ik wist het allemaal niet. Op mijn achttiende, toen ik begon aan mijn conservatoriumstudie, werkte ik als vrijwilliger bij Paradox. Daar zag ik veel concerten en wist al wat bij mij aansloot. Vooral de ECM-reeks raakte me. Zoals gezegd kwam Susanne toen zó bij me binnen, zo puur en oprecht. Zij heeft me ertoe gebracht muziek meer te gaan uitzoeken. Mijn conservatoriumtijd heeft me meer richting gegeven. Ik kwam uit een grijs gebied, maar wist nadien: nu weet ik waarvoor ik studeer.”
WEINIG TOEVOEGEN
Het is niet overdreven te stellen dat de meeste studenten die het conservatorium achter de rug hebben, weinig toevoegen aan wat hun opleiding hen heeft gebracht. Dat hoor je vooral bij zangeressen. Voor Sanne Rambags geldt dat echter zeker niet. Hoe dat komt? “Ik luister altijd heel sterk naar wat ik voel, ik blijf altijd dicht bij mezelf. Het conservatorium wilde me vaak in richtingen duwen die ik niet wilde. Om alleen zangeres te zijn, voelde voor mij oppervlakkig. Ik wilde altijd al deel zijn van de magie die er is als je met anderen speelt. Ik heb de sterke aandrang ‘one of the guys’ te zijn. Daarover ging ik nadenken en dat resulteerde in mijn besluit mijn stem te gebruiken als een instrument. Er zijn diverse zangeressen die dit doen: Simin Tander, Elina Duni, Mari Boine. Die vanuit hun diepste zelf hun klanken brengen. Dat is pure noodzakelijkheid in plaats van een liedje te brengen. Om ruimte te maken om samen zo oprecht mogelijk muziek te maken. Dan kom je heel sterk in verbinding met elkaar. Dat is zo bijzonder voor mij.”
Sanne Rambags veert op bij de vraag of zingen voor haar een innerlijke noodzaak is. “Dat is het echt. Tijdens elk concert… ja, dat is zo. Iets in mij laat mij vanuit een plek diep in mij creëren en als ik dat dan via mijn stem naar buiten breng, kan ik verbinding krijgen met het publiek. Vanuit noodzaak maak ik bepaalde dingen mee en dan voel ik wat ik wil. Ik ben altijd op zoek naar het los zijn van ego en identiteit. Door mijn stem te gebruiken zoals ik doe, kom ik in de ruimte die ik wil scheppen.”
Opvallend is dat jonge (jazz)zangeressen niet trefzeker zijn in hun hoge stemregister. Voor sommigen is dat niveau zelfs onbereikbaar. Komt dat omdat het conservatorium daar te weinig aandacht aan schenkt, of is het gewoon gebrek aan aanleg of talent? “Misschien heeft het te maken met het bewust zijn van je stem. Omdat mijn stem mijn instrument is, denk ik er heel veel over na. In het begin heb je geen diepte of hoogte. Ik had op het conservatorium een heel goede docente, met wie ik de stemkleuren onderzocht. Daardoor is mijn stem de afgelopen jaren sterk ontwikkeld. Ik ben me zeer bewust van de keuzes die ik maak. Op alles wat ik doe, reflecteer ik. Dat heeft met de ontwikkeling en kwaliteit van je stem te maken. Of andere zangeressen dat ook doen, weet ik niet. In het begin was ik niet tevreden over mijn geluid. Ik ging ernaar op zoek, terwijl ik dit gegeven wel accepteerde. Reflectie was ook hierbij zeer belangrijk.”
ELLA FITZGERALD
Waarbij de vraag zich aandient of improvisatie een wezenlijk deel uitmaakte van Sanne Rambags’ conservatoriumopleiding. “Improvisatie is zeker een onderdeel van de studie. Het begint met Chet Baker en Ella Fitzgerald uit te schrijven. Ik heb zoals Ella ook scattend geïmproviseerd. Maar zo wil ik me zeker niet uitdrukken. Wel zoals ik nu doe. Op school wordt er echt de hele traditie in gestampt. Dat aspect wilde ik loslaten. Ik zocht diepere klanken, die haperden. Toen ik ontdekte: dit klopt helemaal niet, ben ik me verder gaan verdiepen, zangeressen en instrumenten gaan analyseren. Zoals Jan Garbarek zijn instrument (sopraansaxofoon, rvdh) benadert, zo zou ik willen zingen. Dáár heb ik veel affiniteit mee. Hoe doe ik dat met mijn stem, hoe kan ik zoiets bereiken, daar houd ik me mee bezig. Stemkunstenares worden zal zeker niet gebeuren. Ik wil nadenken of ik in energie of de melodische kant van de muziek mee wil. Ik wil graag weg, met de noten mee.”
“Ook in de muziek van trio Mudita zit veel improvisatie. Zij klinkt als liedjes. Ik schrijf met veel ruimte voor de muziek en de uitvoerders en ook ikzelf moet ruimte en vrijheid hebben voor wat ik wil doen. Met Koen en Sjoerd studeerde ik. Toen ik hen benaderde herkende ik ook dat verstilde idioom. Hieruit ontstond Mudita en dat klikte meteen. Nu zijn we met zijn drieën aan het uitzoeken hoe we de instrumenten anders kunnen benaderen. Bij Joost Lijbaart en Bram hoeft dat niet, zij zijn veel ervarener. Bij Joost is het minimale zijn kracht, evenals bij mij. Toen ik Joost en Bram ontmoette werd dat een heel belangrijk moment voor mijn verblijf op het conservatorium. Zij hebben mij het gevoel gegeven dat waar ik mee bezig was, goed was. Ze gaven de persoon die ik ben, alle ruimte. Op het conservatorium krijg je vaak het gevoel niet serieus te worden genomen, dat je als zweverig wordt weggezet. Bij Joost en Bram kon ik ervaren hoe het is om mezelf te zijn. Dát was mijn proces, bij anderen werkt dat misschien anders. Dat ik op hun ervaring kan vertrouwen, geeft super veel zekerheid. Dat is ook het verschil met spelen met conservatoriumstudenten. Joost en Bram geven mij de ruimte om te zoeken en dat geeft volop vertrouwen.”
Zó bezig zijn met je stem, hem vanuit een filosofische hoek voeden en bijsturen, dat vraagt om een definitie van Sanne Rambags’ instrument. “Tja, dat is echt een hele goeie. Ons idioom is heel moeilijk te benoemen. Ikzelf noem me liever geen jazzzangeres; mensen krijgen dan al snel de indruk dat je alleen maar ‘standards’ zingt. Het gaat om het zíjn, de muziek is belangrijk. Zoals ik al eerder zei benader ik mijn stem als een instrument. Zeg dus maar dat ik zangeres ben.”
COMPONEREN
De website van Sanne Rambags vermeldt haar als ‘Singer / Composer / Improvisor’. Ook componist? “Op mijn zestiende begon ik liedjes te schrijven voor stem en gitaar, als singer-songwriter dus. Daarna schreef ik ook achter de piano. Door alle ‘input’ van school en door veel te luisteren, kreeg dit alles vorm. Ik houd me niet zozeer aan compositieregels, dan wel aan het zoeken naar sfeer. Ik schrijf veel met kleuren; elke noot krijgt bij mij een bepaalde kleur. Ik zie die kleuren niet, maar voel ze wel. Ik heb me nu bezig gehouden met Edvard Munch’s schilderij The Dance Of Life. Het resultaat laat ik horen tijdens mijn eindexamenconcert. Het intro speel ik met Sjoerd en Koen, het middengedeelte met Joost, Bram, Sjoerd en Koen en het derde deel met Bram en Joost. Ik vind het leuk om zo te schrijven, zonder duidelijke melodische lijnen of klanken. Ik ga ook vaak de natuur in. Om met de natuur te musiceren. De indrukken sla ik op, zij gaan zich op een bepaalde manier uiten in mijn muziek. In Luzern zag ik vooral luchten, die klinken door in mijn muziek van nu.”
Voornoemde website leert ook dat Sanne Rambags’ poëtische teksten – ook die schrijft ze – onder meer zijn gebaseerd op stilte. Maar hoe vertolk je stilte? “Ja, goeie vraag. Daar heb ik niet zo snel een antwoord op. Ik denk niet dat je stilte echt kunt vertolken, misschien wel de ruimte geven. Tijdens concerten wil ik stiltes creëren, hen heel lang laten duren, waardoor ik weer kan voelen wat de muziek nadien nodig heeft. In stilte is niks, maar ook heel veel. Stilte kan oorverdovend zijn; zoveel dat er gebeurt. Dat zoek ik ook in de natuur. Ik ga zitten en keer dan in mijzelf.”
Eigen teksten en gedichten kenmerken ook de musicus Sanne Rambags. Hoe intrigeert zij die in haar muziek? “Dat weet ik niet zo goed. Eigen teksten en gedichten waren op zeker moment logisch. Susanne Abbuehl heeft mij gestimuleerd om teksten door mijn muziek te weven. In teksten heb je iets meer vrijheid dan in gedichten. Die zijn vrij moeilijk voor te dragen, omdat ze vaak met ritme en melodie hebben te maken.”
MELANCHOLIE
Een zekere mate van melancholie kenmerkt proza en poëzie van Sanne Rambags. Dat is nogal wat als je 22 jaar bent. “Ja, ik heb daar geen antwoord op. Soms denk ik: waarom ben ik melancholisch? Dat was ik overigens vooral op mijn achttiende, nu niet meer zo. Ik heb bovendien geen reden om melancholisch te zijn, omdat ik erg gelukkig ben. Melancholie is een hele fijne pijn voelen, verlangen naar iets wat nooit meer terug komt, een soort weemoed.”
Als teksten belangrijk zijn voor Sanne Rambags, wil zij dan ook een soort boodschapper zijn? “Susanne Abbuehl zei eens tegen me: ‘Als een tekst van zichzelf sterk is, dan spreekt-ie voor zich. Ik kan wel heel overtuigend zijn, maar hoef niet per se een boodschap over te brengen. Tekst is voor mij meer een middel om andere klanken bij mezelf los te maken, ook om te zeggen wat ik voel. Ik ben er overigens van overtuigd, dat ik nog veel meer aan mijn teksten kan werken.”
Hoewel Sanne Rambags al heel jong wist dat ze wilde zingen, ging ze pas vanaf haar zestiende jaar zanglessen nemen. Terwijl ze toen al uitgebreid kennis had gemaakt met jazzmuziek. “Mijn ouders zijn enorme muziekliefhebbers, ook van jazz. Ik heb altijd jazz gehoord, meestal van de sfeervolle soort. Van Jan Garbarek, Harmen Fraanje, Jeroen van Vliet, Pat Metheny. Er zijn filmpjes waarop is te zien dat ik met mijn vader aan het dansen ben op de muziek van Herbie Hancock. Zodoende had ik toen ik muziek ging studeren, al een jaar voorsprong op anderen. Ik ben mijn ouders heel dankbaar. Ik ben er zó mee opgegroeid, die muziek komt er nu uit.”
En toen kwam het moment, die ene situatie dat ze zich bewust werd dat ze ‘iets’ met haar stem moest gaan doen. Toen ze voor de eerste keer jazz ‘zag’. “Ik was een jaar of zestien toen ik in het Bimhuis een concert bijwoonde van Francien van Tuinen. Alles eromheen was zó gaaf. Voor mijzelf is dat een bewust moment geweest, maar verder heb ik alles onbewust gedaan. Op de basisschool was het al wel zo dat ik met wat vriendinnetjes naar de juf ging met de vraag ‘Mogen wij een liedje zingen?’ Dat delen met anderen heeft er altijd in gezeten. De stem is het instrument dat het dichtst bij je hart ligt. Van mijn negende tot mijn vijftiende heb ik gitaarles gevolgd. Het instrument voelde te afstandelijk, mijn stem niet.”
EIGEN KRACHT
“Mijn moeder heeft altijd sterk benadrukt om jezelf te zijn en in je eigen kracht te staan. Daar heb ik wellicht mijn zelfbewustzijn van. Je moet ook vertrouwen in jezelf hebben. Dat vertrouwen is overigens het afgelopen jaar gigantisch gegroeid. Ik heb altijd een soort drang gekend om te doen wat ik voelde. Dat wilde ik hoe dan ook volgen. Bewustzijn telt ook zo mee. Daar was ik tijdens de musische opleiding op de middelbare school met een groep vrienden ook al zo mee bezig. Waarom is dat, hoe kan ik zorgen dat dit níet gebeurt, dat soort zaken.”
Sanne Rambags is het afgelopen jaar als een komeet neergeploft in het Nederlandse jazz- en improvisatiemilieu. Dat kwam enerzijds door het trio waar ze deel van uitmaakt, met Joost Lijbaart en Bram Stadhouders. Maar ook door de initiatieven die ze neemt met het trio Mudita, de soloconcerten die ze geeft, haar samenwerking met Martin Fondse, haar deelname in Kika Sprangers Large Ensemble, optredens met Vincent Courtois en Jeroen van Vliet, met het Jong Metropole, met FC Jongbloed en het Nationaal Jeugd Jazz Orkest onder leiding van Martin Fondse. Een bezige bij derhalve die nu de honing oogst waar zij recht op heeft. In mei werd zij winnaar van de Conservatorium Talent Award, die is gekoppeld aan Jazz in Duketown in ’s-Hertogenbosch. En nu is zij een van de tien genomineerden voor de Jacques de Leeuwprijs 2017. Op 28 juni wordt de prijswinnaar bekend gemaakt. Je zou bijna zeggen dat het grote verbazing zou wekken als Sanne Rambags dat níet zou worden.
Het eindexamenconcert van Sanne Rambags was op woensdag 14 juni in Paradox in Tilburg.
RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN