Femke Smit, koersend tussen pop- en wereldmuziek met jazzinvloeden én Braziliaanse muziek.


Koen Schalkwijk, de stokjesdrager van de juli-editie van JAZZ-tafette, was er duidelijk in. Hij vond zijn zelfbenoemde opvolgster Femke Smit ‘een gave zangeres’. Dus reisde JazzNu naar Amsterdam voor een ontmoeting met een 31-jarige vrouw, die jazzzang studeerde aan het Conservatorium van Amsterdam, daar in 2012 afstudeerde en zich nadien is gaan specialiseren in Braziliaanse muziek. Ze vertelt er met dezelfde passie over die nodig is om samba’s, choro en bossa nova tot leven te brengen. De in Amsterdam geboren Femke heeft twee bands: Roda da Holanda en Coyoco. Met die laatste groep, uitsluitend bevolkt door vrouwen, brengt zij haar eigen muziek. Hoe zij die omschrijft? “Pop- en wereldmuziek met jazzinvloeden”. Femke Smit is daarom een welkome gast in de serie JAZZ-tafette.

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Op de eerste plaats wil ik kwijt dat ik het grappig vind dat Koen mij heeft aangewezen. Ik doe op dit moment weinig met jazz. Mijn groep Roda da Holanda is een heel traditioneel Braziliaans project. Wij zitten tijdens een concert aan een tafel en het publiek zit er omheen. Zo gaat dat ook in Brazilië. Deze groep is voor mij een heel emotioneel ‘ding’. Ik zing erin en speel percussie. Mijn tweede band is Coyoco waarmee ik eigen muziek breng. Ik ben ervan overtuigd dat je moet maken wat je zelf mist. Ik heb jazz gestudeerd, Braziliaanse muziek, ik kom uit een klassiek nest en heb in de wereld van de underground hiphop gezeten. Wat ik doe schaar ik onder pop- en wereldmuziek met jazzinvloeden. Coyoco is een band met vijf andere vrouwen. Dat geeft heel andere energie dan met mannen spelen.

Femke Smit: “Ik heb zoveel bloed, zweet en tranen moeten laten om mij deze muziek eigen te maken.”


Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Een absoluut hoogtepunt voor mij was het concert met Paulinho da Viola, waar ik backing vocals deed. Dat was twee jaar geleden in De Doelen in Rotterdam. Paulinho is een idool van mij, hij is een van de grootste Braziliaanse componisten. Deze herinnering is een kroon op mijn werk. Ik heb zoveel bloed, zweet en tranen moeten laten om mij deze muziek eigen te maken.

Waarom doe je graag wat je doet?
Omdat ik terug wil naar wat de functie en het belang van muziek is. Muziek is een communicatiemiddel, een manier om samen te zijn en te voelen. Als ik zing, maak ik ook contact met mezelf. Daar heb ik veel over nagedacht, het is zo’n kwetsbaar iets, muziek die verbindt.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Ik ben opgegroeid in een huis waar alleen maar klassieke muziek binnenkwam. Alle andere muzieksoorten noemde mijn vader lichte muziek. Mijn tante is (jazzzangeres) Lydia van Dam. Van haar heb ik al jong concerten gezien. Toen ik achttien jaar was ontdekte ik Ella (Fitzgerald). Ik heb haar muziek grijs gedraaid, ik ken elk detail. Wat zij deed met How High The Moon; alle schaamte achterlaten. Dat was zo bevrijdend.

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
Ik vond de tijd dat jazz mainstream was, heel gaaf. Dat je uitging en de hele nacht op die muziek danste.

Femke Smit heeft vele muzikale achtergronden.

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
In 2012 kwam een album uit van mijn vroegere groep Mrs Smit & The Boys From Brasil. De presentatie was in de kleine zaal van Paradiso. Ik was aan het zingen en plotseling zag ik een deel van mijn familie uit Canada in het publiek staan. Mijn vader was in 2010 overleden en dit was het eerste moment dat ik mijn eigen muziek weer bracht. Toen ik mijn familie zag was ik erg geraakt, ik huilde en móest vertellen wat er aan de hand was. Bijzonder was dat er een last van me afviel en er een band met mijn verre familie ontstond.

Waar vind je inspiratie?
Overal. Ik zei het al eerder: ik ben ervan overtuigd dat je moet maken wat je zelf nog niet weet. Leuk is het voorwerpen en dingen te vinden waar geen muziek in zit. Een voorbeeld. Ik heb een vriendin die in een rolstoel zit. Die maakt geluiden. Wij hebben een soort ‘beatje’ gemaakt met ‘spoken word’, waarin zij vertelt welke bizarre vragen zij regelmatig krijgt. Zoals mensen die zeggen: ‘Weet je wat jij moet doen? Yoga!’ Of lui die uit de bijbel lezen. Wij maakten een liedje over zoveel schoonheid die in allerlei dingen zit.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Ik studeerde in 2012 af aan het conservatorium van Amsterdam. Een half jaar daarna ben ik in mijn eentje drie maanden naar Brazilië gegaan. Het was doodeng, maar daarom moest ik het doen. Ik stelde de reis steeds uit, maar ik wilde zo graag in mijn eentje gaan en daar de muziek leren. Ik heb er ongelooflijk veel geleerd. Ik speelde in een percussieband, nam danslessen, ging elke avond naar concerten. Het was spannend, maar het heeft veel voldoening gegeven.

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
De opera Pelléas et Mélisande van Claude Debussy. Toen ik een jaar of zes was zongen mijn vader en moeder samen in deze opera. Ik was er nauw bij betrokken, liep op het toneel, bekeek de decors, was bij de grime. De opera zelf was een magische ervaring voor mij. De laatste keer dat ik mijn vader bij leven zag, kreeg ik een dvd van deze productie. Wij beleefden samen deze bijzondere momenten. Ik realiseerde me toen: de manier waarop  ik muziek beleef, heb ik van jou. Ik heb ook een lievelingsalbum: Os Afro Sambas van Baden Powell en Vinícius de Moraes en dan wel de eerste editie uit 1966. Er zit een magie in die opname die ik niet kan omschrijven. Het lijkt alsof je er zelf bij bent, omdat het zo imperfect is.

Glitters spelen een vooraanstaande rol in het leven van Femke Smit.

Wat neem je altijd met je mee?
Glitters. Voor als ik het leven een beetje saai vind.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
De positie van vrouwen in de wereld van de muziek. Ik merk ineens dat nu ik een band heb met vijf vrouwen, dat die band uit vrouwen bestaat. Op een feestje vertelde ik dat eens tegen een jongen. Zijn eerste reactie was: zijn die dan wel goed? Aan dat soort onzin heb ik absoluut geen boodschap. Ik merk dat er de laatste tijd weinig vrouwen worden geprogrammeerd. Op professionele platformen krijgen ze nauwelijks kansen. Ik heb geen band met vijf vrouwen omdat dat muzikaal nodig is. Maar ik vind het heel fijn dat ik er voor de verandering een statement mee maak.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Dan noem ik meteen één naam: Elis Regina. Zij is mijn grote voorbeeld. Ze overleed jong aan een overdosis cocaïne. Je hebt echt een zwaar leven als je zo betrokken bent als wat zij deed. Haar eerlijkheid tijdens het zingen inspireert mij enorm.

Wat intrigeert je aan je instrument?
De stem komt heel direct binnen omdat iedere mens een stem heeft. Als je begint te zingen, kijken mensen meteen op. Bovendien kun je er zoveel persoonlijks mee doen. Ik houd wel van identificering met een instrument.

Femke Smit: “Ik vind dat er de laatste tijd weinig vrouwen worden geprogrammeerd.”

Wat heb je geleerd van je muziek?
Dat de mooiste dingen ontstaan als je alle twijfels en schaamte achterlaat. Op de momenten dat ik het laat stromen en niet denk dat ik de diepte in moet gaan, komen er prachtige dingen uit. Dat is ook omdat ik diep in mij onzekerheid voel en ik daaraan wil ontsnappen. Ik wil me tegen de schaamte verzetten.

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Schoonmaakster. En vrij serieus: dierenverzorgster. Ik wilde in Artis gaan werken.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Op het moment dat het ego uit de weg is geruimd. Dat is wel zeldzaam. Ik merk dat ik dat goed kan in Braziliaanse muziek. Omdat ik die muziek niet heb geschreven. In samba zit zoveel! Mensen moeten die muziek horen en daar past mijn ego niet bij.

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Ik ben grote fan van de mix die in Amerika ontstaat tussen hiphop en jazz. Dat is een nóg expressievere vorm waarin meer connectie met de muziek wordt gezocht. In Nederland zie je dat minder. Ik vind het prachtig hoe bijvoorbeeld Robert Glasper een directe verbinding met muziek legt en zonder te oordelen stijlen met elkaar mengt. Dat gebeurt inderdaad al langer, maar nu is er sprake van een nieuwe generatie. Q-Tip is een duidelijk voorbeeld van de tweede golf.

Met wie werk je graag samen?
Ik heb een bijzondere band met Breno Viricimo die feestjes organiseert in Amsterdam-Noord. Hij is bassist, maar bij Roda da Holanda speelt hij gitaar. Met hem is het altijd fijn op het podium, omdat ik weet wat ik aan hem heb. Mijn vier jaar jongere zusje Marieke speelt ook in Coyoto en ik vind het heel bijzonder dat we onze ervaringen daar kunnen delen.

Femke Smit heeft twee eigen groepen.

Welke dromen liggen nog voor je?
Daarop geef ik een tweeledig antwoord. De twee projecten die ik onder handen heb staan voor twee paden. Die zie ik nog niet zo bij elkaar komen. Aan de ene kant is er de Braziliaanse droom, waarbij ik zoveel passie voel. Ik zou graag een tijdje naar Brazilië willen. Ik heb nu het idee dat ik daar iets zou kunnen bereiken. Ten tweede zou ik graag in mijn eigen muziek doorgaan en mij ontwikkelen als componist en producer. Ik zou daarmee graag het publiek willen aanspreken omdat ik dan iets breng wat nog niet bestaat. Ik weet echter niet of er plek is voor allebei mijn dromen.

Aan wie geef je het JAZZ-tafette stokje door?
Aan zangeres Lydia van Dam. Zij is iemand die ik van jongs af aan bewonder en een inspiratiebron voor me is. Bovendien heb ik van haar les gehad op het conservatorium. Er was eens iemand die mij hoorde en zei: hé, dat is Lydia van Dam. Zij heeft dezelfde beleving van muziek als ik.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA VAN DER HEYDEN

 

 

Previous

22e Jazz au Broukay bewijst zichzelf zonder moeite

Next

The Preacher Men houden Hammond meer in bedwang

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook