David Sanborn. Was hij nu jazzmusicus, dienaar van popmuziek in haar grootste breedte, bluesknakker of fusion-held? Het antwoord moet vaag zijn, kan niet anders, want altsaxofonist Sanborn at van vele walletjes. Misschien was hij het allemáál wel. Nu is hij dood, op 12 mei overleden aan prostaatkanker. Achtenzeventig jaar oud.
We spraken elkaar een keer uitgebreid in Amsterdam in een uiterst chique hotel. Beter had niet gekund voor Sanborn, want zijn kleding, kapsel en houding waren navenant. Hij leek gereserveerd, zich misschien aanpassend aan dit extravagante logement? Het leek, want Sanborn draaide als een blad aan een boom toen we begonnen over blues. Bij deze schrijver aangereikt door het zelfbewuste optreden van David Sanborn op Woodstock. Op de parel aller festivals? Op Woodstock? Jazeker, want de altsaxofonist maakte daar deel uit van The Paul Butterfield Blues Band en maakte honkend en sleurend in Everything’s Gonna Be Allright evenveel overrompelende ‘heibel’ als blues-shouter Butterfield zelf. Al kreeg hij veel minder tijd toebedeeld.
Woodstock valt niet in de categorie jazzfestivals, maar de korte improvisaties van David Sanborn op het thema, daar in 1969, zetten de deur al wijd open naar wat zich met name in de jaren zeventig en tachtig ging ontplooien: de zich tot een belangrijke persoon ontwikkelende Sanborn in de traditie van grote altsaxofonisten als Johnny Hodges, Benny Carter, Phil Woods en Lee Konitz. En toch heeft David Sanborn hun niveau niet bereikt. Het is altijd link grote kunstenaars met elkaar te gaan vergelijken en zeker als daar ook enige vorm van competitie bij komt kijken. Sanborn leek op weg even toonaangevend te gaan worden als voornoemde collega’s, maar zijn op en neer gereis van genre naar genre heeft dat verhinderd. Daardoor is hij ook niet altijd op de juiste waarde geschat en wordt hij in sommige kringen beschouwd als een gemankeerde jazzmusicus.
Uiteraard is David Sanborn beïnvloed door voorgangers als Hodges en Woods. Soms wordt de saxofonist omschreven als uitvoerder van smooth jazz. Maar dat is discutabel. Zijn geluid wordt vooral bepaald door een snijdende, scherpe kracht, die het hoge volume dat hij voortbrengt extra benadrukt. Dat vlijmscherpe geluid doet de altsaxofoon alle eer aan. Geen wonder dat vele jazzsaxofonisten dankbaar van Sanborns sound geplukt hebben.
Een saxofonist wiens altgeluid lijkt op dat van Sanborn is de Nederlandse altsaxofonist Paul van Kemenade. Of moeten we stellen dat de musicus Sanborn lijkt op Van Kemenade? Beiden bogen immers op een lange muzikale carrière. Zelf maalt de laatste daar niet om. “David Sanborn was een bijzondere speler met een ongeëvenaarde sound. Zeker heeft hij grote invloed op mij gehad, buiten heel veel anderen trouwens. Vooral in zijn topjaren was hij fenomenaal.”
Tijdens het hierboven aangehaalde interview in Amsterdam vertelde David Sanborn uitgebreid over de vele wegen die hij bewandelde. Hij wilde geen definitie geven van wat jazz inhield, maar betitelde zichzelf meerdere malen tijdens het gesprek als ‘improviserende jazzmuzikant’. Zijn uitstapjes naar andere stijlen zag hij meer als entre-acts. Hij was toen al de dienaar geweest van onder andere Albert King, Stevie Wonder, Rolling Stones, David Bowie, James Taylor, Bruce Springsteen, Carlie Simon, Luther Vandross en Paul Simon. En wat te denken van wat een muziekrecensent ooit over Sanborn schreef: ‘Hij heeft de saxofoon terug in de rock&roll gebracht’. Zo zou je dat inderdaad kunnen zien, na de saxofoonkoren van bijvoorbeeld Little Richard in de jaren vijftig en zestig.
David Sanborn wordt vaak omschreven als een (jazz)fusion-musicus. Als je in ogenschouw neemt wat hij allemaal heeft gedaan, is die karakterisering juist. Maar in strikt muzikale zin is hij een allesvreter geweest, die vrijwel alle terreinen van Amerikaanse muziek heeft begraasd. Inclusief country en andere volksmuziek. Bovendien heeft Sanborn het niet gehouden bij strikte begrenzing van muzieksoorten. Hij trad daarbuiten, even goed als buiten zijn uitvoerende taken. Zo heeft hij ook naam gemaakt als componist van filmmuziek. Het bekendst is hij geworden als componist voor enkele van de Lethal Weapon-films en Psycho III, maar ook onder minder bekende rolprenten als Fair Game, Finnegan Begin Again en Moment to Moment plaatste hij zijn handtekening.
Als educator en verbinder zal David Sanborn eveneens in herinnering blijven. In 2019 richtte hij de Sanborn Sessions in. Dat initiatief mag worden gezien als een vervolg op de cult-muziekshow Saturday Night Music, een initiatief van Sanborn in de jaren tachtig waarmee hij bekende jazznamen als Sonny Rollins en Billie Holiday via de tv aan een groot publiek aanreikte. In de Sanborn Sessions bracht Sanborn vooraanstaande musici naar voren om de essentie van hun muziek te tonen en met hen te converseren door zang en gesprekken. Vanuit zijn thuisstudio in New York nodigde David Sanborn telkens een andere musicus uit om met hem en zijn band te jammen. “Het is heel relaxed allemaal”, legde hij uit. Hij wilde dat kijkers voyeurs werden – “Vliegen aan de muur” – zodat zij op de hoogte werden gebracht van de vele gezichten die muziek kenmerken. En kennis maakten met hedendaagse grootheden uit de jazz, zoals Cory Henry, Bob James, Joey DeFrancesco, Cyrille Aimée en Kendace Springs.
Zoals al aangehaald legde David Sanborn tijdens het gesprek dat wij hadden de nadruk op zijn betekenis als improviserend jazzmusicus. In Downbeat spitste hij dat later nog eens aan: “Ik ben niet zo geïnteresseerd in wat wel of niet jazz is. De poortwachters van de jazz kunnen behoorlijk strijdlustig zijn, maar wat beschermen ze? Jazz heeft altijd de omgeving geabsorbeerd en getransformeerd. Echte muzikanten hebben geen tijd om na te denken over beperkte categorieën.”
Waarmee Sanborn zestig jaar opstandig muzikantschap heel treffend samenvatte. Nadenken over jazz behoeven echte uitvoerders van jazz immers niet te doen. Dat kunnen zij beter overlaten aan de kolonie programmeurs die hen niet of veel te weinig contracteert.
RINUS VAN DER HEIJDEN