Er is in elk geval één tevreden musicus in Nederland: pianist Sjoerd van Eijck. Dromen over een beter leven doet hij niet: hij is dik tevreden met zijn leven tot nu toe en ziet de toekomst “met veel plezier tegemoet.” Voeg daarbij nog eens de wetenschap dat hij sinds elf weken vader is van zoon Noud en zijn geluk kent geen grenzen. Sjoerd van Eijck (1992) is pianist, componist en docent. Hij studeerde af aan het Conservatorium van Tilburg (Academy of Music and Performing Arts) en heeft het naar eigen zeggen “druk genoeg”. Zijn speelstijl, die gedeeltelijk is gestoeld op de erfenis van klassieke componisten als Debussy, Brahms, Bach, Ravel en anderen, laat ook gedegen improvisaties uit de wereld van de jazz toe. Waardoor vrijheid naast melodische rijkdom hand in hand gaan en van Sjoerd van Eijck een bijzondere musicus maken. Bovendien kan hij gloedvol vertellen over zijn leven en interesses en dit alles maakt van hem een meer dan aangename stokjesdrager van de rubriek JAZZ-tafette.

Sjoerd van Eijck: “In de coronatijd heb ik een paar maanden in een cacaofabriek gewerkt, omdat ik geld wilde verdienen om een huis te kopen.”

Waar ben je op dit moment mee bezig?
Elf weken geleden ben ik vader geworden van een jongetje. Noud. Hij heeft pianovingers! Ik houd me nu met spelen rustig. Ik besteed veel tijd aan studeren; Brahms, Mendelssohn, Debussy. In april heb ik met mijn kwartet OAK een nieuw album opgenomen. Er komt over een week ook een trioplaat aan met Jorg Brinkmann en Jarle Vespestad. En verder speel ik met Eric Vloeimans en komen er nog wat losse zaken voorbij. Heb het dus druk genoeg.

Welke herinneringen aan je carrière zijn je het dierbaarst?
Alle eerste keren dat ik als musicus iets nieuws bracht. Ik ging als 14-jarige voor het eerst naar het North Sea Jazz Festival. Toen ik er twee jaar geleden zelf voor het eerst speelde, was dat heel bijzonder. Ook de eerste keer in het Bimhuis, de eerste keer in Paradox, de eerste keer optreden met mijn eigen groep.

Waarom doe je graag wat je doet?
In de coronatijd heb ik een paar maanden in een cacaofabriek gewerkt, omdat ik geld wilde verdienen om een huis te kopen. Ik ben toen gaan beseffen dat dit werk ook gedaan moet worden en dat wat ik doe als musicus heel bijzonder is. Ik ben me echt gaan realiseren dat ik daar vaker bij moet stilstaan. Ik ben gelukkig dat ik kan componeren, mensen kan ontmoeten, concerten kan geven. Ik heb van mijn hobby mijn werk gemaakt, maar heb dat nooit zo gevoeld.

Wanneer is je passie voor jazz ontstaan?
Mijn ouders hadden veel muziek in huis. Van alles, ook moderne jazz. Mijn vader liet me altijd muziek horen. Ik was een jaar of 12, 13 toen ik voor de eerste maal Eric Vloeimans hoorde. Ik vond er niks aan. Later nam mijn vader me mee naar concerten. Zo raakte ik geïnteresseerd. Ik ging naar de bieb om muziek te lenen. Toen ik voor de eerste keer een concert meemaakte van Gatecrash wist ik niet wat ik hoorde. Die Fender, wow – wat was dat voor geluid?! Ik wilde naar het conservatorium in Tilburg, omdat de bespeler van die Fender, Jeroen van Vliet, daar les gaf.

Sjoerd van Eijck: “Toen ik voor de eerste keer een concert meemaakte van Gatecrash wist ik niet wat ik hoorde.”

Van welke ontwikkeling in de jazzgeschiedenis had je onderdeel willen zijn?
De hele carrière van Miles Davis vind ik inspirerend. Hij heeft nooit in hokjes gedacht, was altijd aan het vernieuwen, dat vind ik een bijzonder interessante gedachte. Ik wil ook proberen op die manier met muziek om te gaan. Ik wil niet in kaders denken; zo kijk ik tegen jazz aan.

Wat is het bizarste dat je ooit mee hebt gemaakt tijdens een concert?
Ik vind het spannend dat als je een concert geeft, er geluid uit de omgeving mee gaat doen. Met Mudita (trio met zangeres Sanne Rambags, trompettist Koen Smits en pianist Sjoerd van Eijck, rvdh) speelden we op On the Roof. Er ging een zeildoek over de speelplek heen, omdat het heel hard waaide. Dat doek piepte en kraakte en ging mee met de muziek. Dan speel je als musicus met de omgeving. Was bijzonder en bizar.

Waar vind je inspiratie?
Bij het hardlopen en snowboarden, voor mij de ultieme vorm van vrijheid. Ik train nu voor de halve marathon. Ik kan dan loslaten en bepaalde dingen ondernemen, krijg ik inspiratie van. Ook trouwens als ik achter de vleugel zit. Als ik bewust wil schrijven, ga ik bij een leeg Paradox in Tilburg op het podium achter de Steinway zitten. Dan ben je nog bewuster met je compositie bezig.

Wat is het spannendste dat je ooit hebt ondernomen?
Met opnemen en uitbrengen van eigen muziek met Mudita. Een compositie is iets waar je je ziel en zaligheid in stopt. Als je die dan opneemt en vastlegt, gaan mensen er wat van vinden. Uiteindelijk kwamen we er goed uit.

Sjoerd van Eijck: “Als ik bewust wil schrijven, ga ik bij een leeg Paradox in Tilburg op het podium achter de Steinway zitten.”

Welk muziekstuk of album heeft voor jou een speciale betekenis?
Hyper van Gatecrash (uit 2008). Dat album heb ik grijs gedraaid, met die plaat wist ik dat ik de muziek in wilde. Ik heb daar zulke mooie herinneringen aan.

Wat neem je altijd met je mee?
Oordoppen. Vanaf het moment dat ik in bandjes ging spelen, ben ik bewust met mijn oren omgegaan. Ik heb speciaal oordoppen laten maken, als ik ze niet bij me heb voel ik me kaal. Ook op een feest of in een stad. Ik heb mijn oordoppen altijd bij me.

Welke actualiteit heeft je aandacht?
Ik kook heel graag. Koken heeft altijd mijn aandacht. Met het klimaat heb ik me de laatste jaren ook bezig gehouden en nu ik een kind heb, helemaal.

Wie is je grote voorbeeld buiten de jazz?
Niet één bepaalde persoon, wel met mensen uit mijn omgeving die zulke mooie eigenschappen hebben, dat ik daar ook wel wat van wil hebben. Mijn vader bijvoorbeeld, weet heel veel van kunst. Mensen met een passie vind ik heel bijzonder.

Wat intrigeert je aan je instrument?
Het feit dat ik achtentachtig individuele orkestleden tot mijn beschikking heb! Ik kan ze los van elkaar laten klinken, maar ook samen. Ik voel me ontzettend rijk met zo’n breed instrument. Er is zoveel klassiek repertoire voor de piano geschreven. En dat speel  ik ook heel graag.

Sjoerd van Eijck: “Je hoeft niet per se voor moeilijke zaken te kiezen om mooie muziek te maken. Ik probeer het gevoel ‘niet moeilijk’ te waarborgen.”

Wat heb je geleerd van je muziek?
Less is more. Toen ik aan het conservatorium studeerde, had ik het beeld dat de muziek altijd moeilijk moest zijn, met veel noten en gecompliceerde ritmes. Dan hoorde je er bij. Toen ik ging sparren met studiegenoten, ben ik dit anders gaan zien. Je hoeft niet per se voor moeilijke zaken te kiezen om mooie muziek te maken. Ik probeer het gevoel ‘niet moeilijk’ te waarborgen. Soms denk ik bij een compositie wel eens: dit is super simpel, dat kan toch niet. Maar dan gaan we spelen en wow!

Wat wilde je vroeger altijd worden?
Een tijdje wilde ik archeoloog worden, heb ik altijd heel veel interesse in gehad. Ik ben er daarna redelijk snel van afgeraakt, omdat ik met muziek bezig ging. Al snel kwam ik bij “boards” uit.

Wanneer ervaar je de vrijheid te falen?
Als ik improviseer. Improviseren is een vorm van een gesprek voeren, de taal die je spreekt met anderen. Ik zeg ook wel eens iets verkeerds. En soms sla ik een verkeerde noot aan. En die kan wel eens mooie momenten opleveren, kan je naar plekken voeren waar je niet bij stil had gestaan.

Welke ontwikkeling in de jazz juich je toe?
Die van mijn generatie. Er wordt veel gecreëerd, ieder gaat respectvol en waardevol met de ander om. Je ziet nu ook vaak dat de oudere generatie met jongeren speelt. Dat is overigens wel van alle tijden. Maar oud en jong hebben elkaar nodig. Leeftijdsverschil voel je niet, omdat je dezelfde taal spreekt.

Met wie werk je graag samen?
Met mensen die op dezelfde manier als ik in het leven staan, avontuur en grenzen opzoeken, zelf initiatieven tonen en soms kritiek durven geven. Dat laatste is niet altijd prettig, maar wel als het op een communicatieve manier gebeurt.

Sjoerd van Eijck: “Ik ben op dit moment heel blij met hoe het allemaal gaat, ik zie met veel plezier de toekomst tegemoet.”

Welke dromen liggen nog voor je?
Dromen? Niet per se. Ik ben op dit moment heel blij met hoe het allemaal gaat, ik zie met veel plezier de toekomst tegemoet. Ik zou wel iets met strijkers of een groot orkest of een fusion-band, eigenlijk op alle gebied van samenwerkingen, willen doen.

Aan wie geef je het JAZZ-tafette stokje door?
Aan Pascal Vermeer. Hij is een heel goede vriend van mij geworden. Ik vind hem een waanzinnige drummer. Hij is een tijdje uit de running geweest, maar is nu weer op volle sterkte terug.

RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s GEMMA KESSELS

www.sjoerdvaneijck.nl

Previous

Music Film Festival beleeft als ijsbreker zijn tweede editie

Next

Echoes of Zoo brengt dierentuin naar podium van C-Mine

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook