In een tijd waarin bepaalde delen van de jazzgeschiedenis voor veel uitvoerders vergeten terrein is, is het een verademing als er zich musici aandienen die deze opzij gelegde periodes wél in hun bagage hebben. En daar prachtige, nieuwe muziek mee brengen. Tot die musici behoren Ada Rave, Aaron Lumley en Onno Govaert.
Zij drieën zijn de dragers van de intrigerende cd Bioluminus, waarmee je in ruim een uur terug wordt gezet in de tijd dat de free jazz floreerde. Zeg maar grofweg tussen 1959 en 1970. De periode waarin Nederland wat betreft West-Europa een van de vaandeldragers werd van deze muziekstijl. Gelukkig bleef de vlam die toen werd ontstoken lang doorbranden, zij het op een steeds lager pitje. Maar hij is er nog altijd.
Het was het tijdvak waarin jazzmusici individualisten waren, veel meer dan nu. Zij gingen op zoek naar de grenzen van hun instrument, maar meer nog naar die van hun persoonlijkheid. Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, ego’s werden opzij gezet, waardoor de geesten werden vrijgelaten, fantasie alle limieten verbrak, eeuwenoude muzikale schoonheid op zijn kop werd gezet en de tolerantiegrens van de luisteraar tot het uiterste werd geprikkeld. Maar wie binnen die nieuwe en overweldigende tsunami zichzelf dezelfde vrijheid durfde opleggen als de uitvoerders van die free jazz, kreeg zinsbegoochelende klankvelden aangereikt.
Tenorsaxofoniste Ada Rave en haar twee kompanen transformeren de free jazz uit haar beginperiode naar de tijd van nu. Voor geconditioneerde oortjes zal de klap even hard aankomen als die van zestig jaar geleden. Ada Rave c.s. mogen dan wel voortborduren op toen, hun Bioluminus is een hedendaagse voortstuwingsmotor waarmee alle drie de musici hun kracht en vindingrijkheid niet alleen aan elkaar koppelen, maar als drie vrijstaande pijlers onder de totaalklank schuiven. Kracht – soms in de vorm van bruut geweld – en snelheid zijn nog altijd de fundering van deze muziekstijl, maar vérgaande improvisaties evenzeer. En die zijn in handen van Rave, Govaert en Lumley in onverbiddelijke, knedende handen die de muziek juist die richtingen in dwingen die niemand verwacht. Zoals momenten van stilte, waarin niet alleen de tenorsaxofoon, maar zeker ook contrabas en slagwerk subtiel aan intieme, fluweelzachte intermezzi werken. Die contrapunten zijn slechts mogelijk als ze worden gecreëerd door rasmuzikanten.
Bioluminus onderscheidt zich van de mijlpalen uit de eerste free-jazzgolf door de aanlegplaatsen die het uitvoerende trio heeft aangelegd en die vaak harmonische en melodische elementen bevatten. Het zijn geen plekken waar lang wordt vertoefd. Maar wel momenten waar de deur naar nieuwe improvisaties of nieuw samenspel ontstaat. Het is fascinerend te horen hoe de musici die overdekte opstapplaatsen benutten; even intrigerend om te ervaren dat ze voor de luisteraar niet per se rustpunten zijn in de twee composities die Bioluminus bevat.
De traditie van free jazz leert de jazzliefhebber dat de keuze voor slechts twee stukken op een album een bewuste is. Daardoor worden de improvisaties niet ingekaderd in tijd. De lengte van twee composities houdt in dat de improvisaties – voortkomend uit de intuïtie en concentratie op hét moment dat noten worden aangeraakt – ongebreideld zijn. Die lengte is derhalve onontbeerlijk en dat aspect, samen met de gebundelde kracht, het vakmanschap, de verbeelding en de durf om muziek van allerlei franje te ontdoen, maken Bioluminus tot een uiterst interessant hedendaags pareltje.
RINUS VAN DER HEIJDEN
ADA RAVE C.S.
Bioluminus
Doek RAW
Ada Rave – saxofoons
Aaron Lumley – contrabas
Onno Govaert – slagwerk