De titels van de nummers op het album ‘Archean’ van het Doppler Trio rakelen de Klassieken op. Het is geen renaissancemuziek, titels als ‘Herodotus’, ‘Pangea’ en ‘Gaia’, je hebt ervan gehoord maar kent de achtergrond niet meer. De ontwikkeling van de aarde, van vuurbal tot het ontstaan van leven, inspireerde het trio bij het maken van de cd ‘Archean’.

Niet allen de Klassieken, het boek Genesis speelt op de achtergrond een rol in het ontstaan van het album. Het concept is daardoor theatraal. Andere nummertitels zoals Life en Origins en Earth versterken dat beeld. Nogal ambitieus, een zweem van megalomanie.

Dat theatrale maakt wel heel nieuwsgierig naar een live-uitvoering van Archean. De muziek ademt zo nu en dan door dwingende, pulserende, repeterende motieven een soort urgentie. Geluidseffecten, sommige geënt op zingen vanuit de keel, de kopstem zoals we die kennen uit Mongolië, geven tussendoor een haast verstild effect. Alsof je in de doodstille ruimte van het heelal zweeft en als een astronaut vanuit je capsule naar Moeder Aarde kijkt.

Ruimtevaarders schijnen bijna zonder uitzondering daardoor in een sentimentele en in elk geval in een emotionele stemming te raken. Een live-uitvoering kan dus niet zonder begeleiding van beelden van het heelal. Een multimediale productie die de band maakte naar aanleiding van het uitkomen van Archean, net vóór de lockdown in 2020, is alvast een aardig surrogaat voor hun optredens.

Door het megalomane karakter van het album neigt de aanpak nu en dan naar kitsch, naar effectbejag. Als je daarvoor de ogen sluit, dan roept de muziek vanzelf die film op. Mits je vatbaar bent voor een dergelijke muziekbeleving natuurlijk. Maar, hoe dan ook, theater kan niet zonder overdrijving en uitvergroting. Dat begrijpt het Doppler Trio kennelijk goed.

Valt deze programmatische muziek te duiden als jazz ? Ja, want een nummer als Pelagornis, waarmee ook Darwin om de hoek komt kijken, is helemaal het trio piano, bas en slagwerk in improvisatie, zij het met een licht sausje van vervormde zang. Het nummer ONID haalt het lichtvoetig thema met een enigszins Einaudi-smaak terug. Urgente thema’s wisselen af met poëtische momenten van bezinning. Een soort Dopplereffect in hun composities.

Het slotnummer Earth zou op een popalbum niet misstaan. Het raakvlak met andere muziekgenres dan geïmproviseerde muziek benut het trio voor hun kijk op de ontwikkeling van de aarde. Van enig Urgenda-gehalte is wel sprake op deze cd.

JAN BOL

 

DOPPLER TRIO
ARCHEAN

Berthold/Zennez Records

Daniël van der Duim – piano, synthesizer
Floris-jan van den Berg – contrabas, stem
Hendrik Echler – slagwerk, tablas, keelzang

 

www.dopplertrio.com

Previous

Met Mudita kun je nauwelijks dichterbij de natuur komen

Next

Teus Nobel gaat verder dan de hardboptraditie

Lees ook