Sven Arne Tepl, artistiek directeur van het Residentie Orkest Den Haag, had een samenwerking met Fay Claassen al lang op zijn verlanglijst staan. In 2019 begon hij met het ‘Symphonic Junction’-project waarin opnames met Claassen perfect zouden passen. Vanwege de lockdownperiode was het een uitdaging om een geschikt moment te vinden om live op te nemen. Dat werd januari 2021, tijdens een korte versoepeling van de Covid-maatregelen. De bijbehorende cd is uiteindelijk  pas in mei van dit jaar uitgebracht.

Fay Claassen is bij JazzNu-lezers geen onbekende. Er zijn online nog meerdere interviews en recensies over haar werk te vinden. Symphic Stories is haar laatste cd en het is de registratie van bovengenoemde samenwerking met het Residentie Orkest The Hague (voor de rest van deze recensie afgekort tot Residentie Orkest). Symfonische verhalen  is een goed gekozen titel, want de klanken en noten vertellen evenveel of misschien wel meer dan de woorden.

Vocalisten komen vaak via de taal bij de muziek. Een hele generatie zangers en zangeressen groeide op met de muziekpoëzie van Bob Dylan, Carol King of Leonard Cohen. Binnen de jazz bieden de teksten van Cole Porter of Noël Coward volop ruimte voor eigen interpretatie. Bijna zonder uitzondering komen de vocale standards uit de musical, waar de tekst vaak even belangrijk is als de melodie. Niet voor niets waren er beroemde duo’s van tekstschrijver en componist. De tekstuele boodschap raakte de eerste gevoelige snaar waarna een sterke melodie de hit opleverde.

Bij zangeres Fay Claassen is het in eerste instantie de muziek die je raakt. Ze gebruikt haar stemgeluid, gevoel voor timing, intonatie en swing als het hengeltje waarmee je haar universum wordt binnen getrokken. En ze laat je niet meer los.

Het openingsnummer is getiteld Shoe Song en is tekstueel een luchtige overpeinzing over vrouwen die een obsessie hebben met schoenen. Het begint met een sprookjesdwarsfluit die opent naar een rubato intro van het Residentie Orkest. Dan komt Claassens band in actie met drummer Jasper van Hulten die een funky swing inzet. De compositie is van Karel Boehlee, de vaste pianist van deze band. Fay Claassen schreef zelf de tekst tijdens een studiosessie met de band, waar werd geïmproviseerd zonder bladmuziek. Het is een lichtvoetig (vergeef de woordspeling) ritmisch nummer, waarbij de gitaarsolo van Peter Tiehuis je oren open zet en je je afvraagt of je luistert naar een uitgebreide band à la ELO. De symbiose tussen zangeres, orkest en begeleidingsband is perfect. 

Bij het tweede nummer Good Times, een compositie van echtgenoot, tenorsaxofonist, componist en arrangeur Paul Heller, is de gitaar ook prominent aanwezig. Eerst in het intro en daarna in een solo die wordt overgenomen door de stem. Samen met de strijkers soleert Claassen een gevocaliseerde melodielijn, waarna het arrangement terugkomt bij het gezongen schema met tekst en melodie. Het nummer krijgt een bigbandaanpak zodat de daaropvolgende ballad een mooi contrast vormt.

Close to you van Burt Bacharach en Hal David – ook zo’n opmerkelijke duosamenwerking van componist en tekstschrijver – is een prachtige cover van de ballad, die je eerdere versies doet vergeten. Na een intro van bijna een minuut, bestaande uit samenspraak tussen gitaar en orkest, sluipt de stem je gehoor binnen met de vraag waarom er opeens vogeltjes verschijnen zodra de bezongen geliefde in de buurt is.

Een goede repertoirekeuze is voor jazzvocalisten een prioriteit omdat er meestal sprake is van covers. Waar popbands en solisten vaak hun eigen materiaal uitvoeren, is dat in de jazzmuziek anders. Tegenwoordig zijn van elke standard online zoveel versies te horen, dat het een hele uitdaging kan zijn om materiaal te vinden waaraan je nog iets kan toevoegen. Claassen omzeilt dit dilemma door geen enkele standard en slechts drie covers op te nemen op deze plaat. Behalve Close to You zijn er versies van Blackbird (Paul McCartney) en One Trick Pony (Paul Simon).

Het arrangement, de orkestratie en de ritmische aanpak van Blackbird  is mijlen van de originele gitaar- en zangversie verwijderd en leveren een echt symfonisch verhaal op, met strijkers die over de subtiele bekkens van drummer Jasper van Hulten tot een crescendo worden gedreven.

One Trick Pony krijgt een reggaebewerking en het samenspel tussen de band en het orkest klinkt bedrieglijk lichtvoetig. De pianosolo van Karel Boehlee loopt door in een pittig orkestarrangement. Na een solo van Theo de Jong op de basgitaar pakt Claassen het nummer op bij de brug en wordt er nog een minuutje gedold in het uitro. Stilzitten tijdens beluistering is ten sterkste afgeraden en het nummer is prima geschikt om te dansen alsof niemand je ziet.

Het nummer Cinema Paradiso van Ennio Morricone is tekstloos. Dat was bijna de handtekening waaraan Morricone’s muziek, na het succes van Once Upon a Time In The West, vanaf het begin herkenbaar was.

De overige vier nummers op de cd zijn origineel en het geheel telt op tot een productie die je van begin tot eind kunt afspelen en herhaaldelijk terugluisteren, zonder zwakke plekken.

De goed gebalanceerde samenwerking tussen orkest, zangeres en band is bijzonder geslaagd. De instrumentale solo’s zijn veel meer dan korte riffs tussen de zang, en elke muzikant krijgt de tijd om zich uit te drukken. De arrangementen zijn zo verweven in het geheel dat het lastig is om bij een blinde test te zeggen of het hier gaat over een band, een orkest of sterzangeres.

MONICA RIJPMA

FAY CLAASSEN EN RESIDENTIE ORKEST DEN HAAG

Symponic Stories

Challenge Records

Fay Claassen– zang
Peter Tiehuis – gitaar
Karel Boehlee – piano
Theo de Jong – contrabas en basgitaar
Jasper van Hulten – drums

Residentie Orkest The Hague
Joost Geevers
– dirigent

www.fayclaassen.com

www.challengerecords.com

www.residentieorkest.nl

Previous

Echoes of Zoo brengt dierentuin naar podium van C-Mine

Next

Hila Kulik trefzeker maar mist het avontuur

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook