Dick de Graaf is veertig jaar musicus. In die vier decennia heeft hij ontelbare momenten omarmd en gestapeld en is het dan niet waard om daar een monument voor op te richten? Een mijlpaal die het eeuwige leven kent en veel van die momenten in klank en beeld samenvat. Dat is nu gebeurd met een zogeheten gatefold, waarin een veertig pagina’s dik boek en een elpee zijn opgeborgen: ‘Dick de Graaf – 40 jaar thuis op het jazzpodium – FESTIVE’.
Dick de Graaf, die virtuoze tenor- en sopraansaxofonist, die componist, die zoeker naar nieuwe vormen, die man die culturen verbindt en er nieuwe dimensies aan geeft. Hij deed dat onder meer door de muziek van Johann Sebastian Bach en Jimi Hendrix te reconstrueren, door de grillige klanken van Olivier Messiaen, Peter Schat en Franz Schubert te heroriënteren en door in een ver, ver Afrikaans land de traditionele griotmuziek te gaan onderzoeken. Dit allemaal om zijn eigen concept telkens maar weer van nieuwe invalshoeken te voorzien en het van binnenuit alsmaar rijkere lagen te schenken.
Dick de Graaf mag na veertig jaar, móet na veertig jaar, worden gezien als een van de toonaangevendste jazzmusici van Nederland. Het is fascinerend te horen hoe hij in die lange tijdsspanne is geëvolueerd van een zoekende instrumentalist naar de doordesemde vakman die hij nu is. Zijn zoektocht naar nieuwe verbindingen in de jazz – zou dit niet dé opdracht moeten zijn voor iedere jazzuitvoerder? – heeft hem, zoals hierboven omschreven, naar alle uithoeken van De Muziek gebracht. Hij pakte elke uitdaging die hij zichzelf oplegde, zonder schroom aan, worstelde er vaak mee tot aan uitputting toe, maar dan kwam als een ontspruitende bloem het resultaat aan de oppervlakte. Vrijwel altijd diep respect afdwingend.
Dick de Graaf is een man voor wie als jazzmusicus het moment telt. Het moment dat een muzieknoot klinkt en tegelijk versterft. Het is zijn streven zo’n moment met zijn creativiteit als kunstenaar een meerwaarde mee te geven. En bovendien die momenten te stapelen, zodat zij telkens weer worden gevormd tot de prachtigste composities die hij op zijn repertoire heeft staan.
Componeren is één kant van deze veelzijdige kunstenaar. Uitvoeren is een tweede, onderzoeken een derde en het samenstellen van zogeheten contrafacts een vierde. Een contrafact plaatst nieuwe melodieën en nieuwe ritmische structuren over de harmonie van bestaande stukken heen. Hij begon met dit her-construeren als beginnend componist, heden ten dage heeft hij er een nieuwe muzikale vorm van gecreëerd. Met als voorlopig hoogtepunt misschien wel het titelstuk van de cd Bird Buzz uit 2017, waarvoor hij Cole Porters Night and Day als uitgangspunt nam. Maar luister er eens naar: die jazzstandard is nauwelijks nog te onderscheiden, het is een intrigerend, evenwichtig Dick de Graaf-stuk geworden.
Nu is er dus die tastbare ode aan vier decennia meesterschap: de gatefold Dick de Graaf – 40 jaar thuis op het jazzpodium – FESTIVE. Alleen al voor het veertig pagina’s tellende boek zou je dit historische document aanschaffen. Dick de Graaf vertelt er zijn eigen verhaal mee. En hoe! Voordat hij zijn steven richting de muziek keerde, studeerde hij Nederlands in Utrecht. Dat hij in die richting ook grote hoogten had kunnen bereiken bewijst zijn schrijverij in het jubileumboek. Dick de Graaf slaagt er niet alleen in de vele hoofdstukken die hij vult uiterst leesbaar te beschrijven, hij ziet daarnaast kans om de zin om dóór te lezen, tot de laatste letter door te zetten.
Het boek is opgedeeld in dertien delen. Deel één behandelt de kindertijd van Dick de Graaf, deel dertien de toekomst, De bühne na Covid-19. Tussendoor treft de lezer De aanloop, de speelcarrière (Aan de bak), Duitsland en Canada, De droom die uitkwam, Verder op een eigen label, Classic + Jazz = Clazz, More Traveling, Boter bij de vis (hoe aan de kost te komen, waaronder een kritische beschouwing op het Nederlandse subsidiestelsel), Essentiële onderdelen (waar de schrijver onder meer vertelt over de rieten van zijn instrument), Gedreven Toegewijd (over de intenties en bezieling van de uitvoerende musicus Dick de Graaf) en Education permanente (over zijn baan en inzichten als muziekdocent). Je zou én dankzij de indeling én de professionele manier waarop alles is beschreven, welhaast kunnen spreken van een wetenschappelijk document. En ook weer niet helemaal, want daar is het veel te prettig leesbaar voor.
Wetenschap is Dick de Graaf overigens niet vreemd. Hij is de eerste jazzmusicus in Nederland die promotieonderzoek deed naar de toepassingen van twintigste-eeuwse compositietechnieken, ook in jazz. Hij promoveerde er in 2017 op met zijn proefschrift Beyond Borders, Broadening the Artistic Palette of (Composing) Improvisers in Jazz. Hij brengt deze toch bijzondere gebeurtenis in het boek bescheiden ter sprake.
Van bescheidenheid is absoluut geen sprake als je de elpee Festive op de draaitafel legt. De plaat kent zeven eigen, nieuwe composities van Dick de Graaf en de Paul McCartney-klassieker Eleanor Rigby die De Graaf arrangeerde. De ontwikkeling die de tenor- en sopraansaxofonist in veertig jaar doormaakte, kan nauwelijks raker zijn getroffen. Hoewel in zijn spel gaandeweg invloeden van Nederlandse componisten als Louis Andriessen en Peter Schat zijn binnengeslopen en ook ruimte is gemaakt voor de twaalftoonstechniek en de nieuwe kijk van Olivier Messiaen op melodische en ritmische vernieuwingen in de muziek, is de muziek van Dick de Graaf immer toegankelijk voor een breed publiek.
De toon op zijn tenorsaxofoon is breed, alles omvattend, overweldigend soms. In het boek bij de jubileumuitgave zegt hij ergens dat hij, voordat hij op 26-jarige leeftijd de dwarsfluit inruilde voor de tenorsaxofoon, toen al jaren in zijn hoofd had hoe een tenorsax bij hem zou moeten klinken. Dat in woorden uitdrukken is een onmogelijke opgave, maar de muziek op Festive zegt daar alles over.
Ook voor deze plaat geldt dat het streven naar perfectie door de werkelijkheid is bevestigd. De perfectie wordt mede ingevuld door Dick de Graafs medemusici: pianist Barry Green, contrabassist Jos Machtel en slagwerker Pascal Vermeer. Zij verpakken het majestueuze geluid van de tenorsaxofonist in melodieën (Barry Green en Jos Machtel) en ritmes recht-zo-die-gaan (Pascal Vermeer). Voeg daarbij de aansprekende opnamekwaliteit en dan rest geen andere conclusie dan dat Festive een topplaat is.
Het gaat een recensent niet aan op de hoogte te zijn van de financiële perikelen rond de totstandkoming van een nieuw album. Ook niet in het geval van Festive. Maar de manier waarop Dick de Graaf hier, met het zo bijzondere platenlabel Zennez Records, uitpakt rechtvaardigt de conclusie dat kosten noch moeite zijn gespaard om iets bijzonders op de markt te brengen. In een tijd waarin vele jazzmusici zich – noodgedwongen vaak – toeleggen op digitale links om hun muziek uit te brengen, springt deze parel uit de schaarse oesters wel heel erg in het oog.
Idee en realisering van dit buitengemeen project zijn van John Weijers, directeur en producent van Zennez Records. Als je de inmiddels omvangrijke en snel groeiende catalogus van dit Nederlandse platenlabel beschouwt, kun je niet anders concluderen dan dat Zennez Records zich aan de top van platenmaatschappijen heeft gevestigd.
Een grammofoonplaat met topzware muziek, verpakt in een stevige, bontgekleurde hoes met daarbij gevoegd een elpee-groot jubileumboek, in nog bontere kleuren met talloze foto’s en super-adequate vertelsels; wat kan een mens zich in deze duistere tijden nog beter wensen?
RINUS VAN DER HEIJDEN
DICK DE GRAAF
40 JAAR THUIS OP HET JAZZPODIUM
FESTIVE
Zennez Records
Dick de Graaf – tenorsaxofoon
Barry Green – piano
Jos Machtel – contrabas
Pascal Vermeer – slagwerk