Een hobby, die voer je meestal uit in je eigen tijd. In de jaren zestig was dat natuurlijk niet anders. Dus kwam er zomaar een hobby-orkest. ‘Dus’? Helemaal niet. Dit Hobby Orkest, dat weliswaar met een Engelse naam wordt gesierd, was een orkest dat zijn gelijke niet kende. En derhalve slechts in naam iets met hobby had te maken.

Nederlandse jazzmusici in de jaren zestig pakten elke klus aan die voorbij kwam. Ook al droegen ze toen al beroemde namen als Piet Noordijk, Frans Elsen, Cees Smal, Herman Schoonderwalt of Rob Langereis. In de tweede helft van dat decennium was het hard knokken tegen de opkomst van nieuwe popmuziek zoals die welke gekoppeld was aan flower power, de voorbode van hardrock van Jimi Hendrix of de hallucinerende, psychedelische bombardementen van Pink Floyd, Jefferson Airplane en Cream. En wat te denken van de vaderlandse hippies en studenten, die revoltes gingen ontketenen. De creativiteit van jazzmusici hier te lande kwam klem te zitten en ze dreigden daaraan ten onder te gaan.

Niet helemaal, want sommigen konden hun artistieke ei kwijt in kleine ensembles, waarin het beter toeven was dan in de grote (radio-)orkesten die veelal hun broodheer waren. Sommigen, lang niet allemaal. Wat was het een creatieve opluchting, toen trompettist Frans Mijts in 1966 de kans aangreep de pas geopende Soundpush Studio in Blaricum te gaan leiden. De behoefte om eigen werk te gaan spelen, eigen inzichten voor het voetlicht te brengen, eigen grenzen te overtreden, het werd allemaal werkelijkheid toen een groot orkest zichzelf oprichtte en de Blaricumse studio in de nachtelijke uren volop gelegenheid bood fiks tegengas te bieden aan de opgelegde taken van overdag.

Het Hobby Orkest was geboren. De musici die er hun nachtrust of een deel ervan voor wilden opgeven, waren immers hobbyisten die hun favoriete muziek met elkaar wilden delen. ’s Nachts gebeurde dat ongedwongen, met een glas bier of een borreltje erbij, met slechts een kwartiertje oefenen om er daarna knoerhard tegenaan te gaan. En niet alleen door jazzpuristen; musici uit het Rotterdamse Philharmonisch Orkest en Malando’s Tango en Rumba Orkest sloten ook gewoon aan.

Het Hobby Orkest bewaarde zijn inspanningen voor binnenshuis. Buiten de deur werd een enkele keer opgetreden. Een plaatopname voor het Duitse MPS-label kwam er niet, wel werd er een beetje muziek geregistreerd toen Hank Mobley in 1967 in Nederland optrad. Het Nederlands Jazz Archief heeft er wat opnamen van, maar nu wordt het Hobby Orkest de juiste eer aangedaan door het uitbrengen van de cd Our Time, met veertien opnamen uit de jaren 1967 en 1968, geput uit de nalatenschap van Frans Mijts.

Het is niet alleen bijzonder dat er nu bijna tachtig minuten muziek van het Hobby Orkest valt te beluisteren, ook dat die muziek op de modernste manier uit die periode in de ultramoderne Soundpush Studio werd vastgelegd. De veertien stukken zijn vrijwel allemaal van de hand van de bandleden, zijn door hen opnieuw gearrangeerd en door de perfecte opnames knalt de muziek de luidsprekers uit.

Je hóórt de liefde die de musici in hun ‘hobby’ legden bij elke noot. Onwillekeurig dringt zich een vergelijking op met een vergelijkbaar orkest van nú, dat kwaliteit ook zo hoog in het vaandel heeft staan: het Paradox Jazz Orchestra. Bij hun muziek is de tijd over de arrangementen en de erfenissen van beroemde voorgangers als Buddy Rich, Duke Ellington en Stan Kenton heengegaan. Dat betekent big bandmuziek met de blik van nu.

Het Hobby Orkest stond meer dan vijftig jaar geleden dichter bij de traditie van de grote, geschiedenis schrijvende orkesten. Je hoort de geest van Duke Ellington, Count Basie, Benny Goodman, Tommy Dorsey en Glenn Miller – om maar wat namen te noemen – boven de muziek zweven. Dat betekent luie swing, puur naturel ontstaan uit de bevlogenheid van die handjesvolle aantallen musici in de Blaricumse studio. Mét de aanstormende jonge garde als Ferdinand Povel, Rob Langereis en Eddie Engels hoor je hoe toen hun wildemans driften keurig werden ingekapseld in de ervaringen van de gevestigde garde. Fantastisch.

RINUS VAN DER HEIJDEN

THE DUTCH HOBBY ORCHESTRA

Our Time

Nederlands Jazz Archief

Frans Mijs, Jaap Leben, Eddie Engels, John Bannet, Fons Diercks – trompet
Cees Smal – ventieltrombone
Rudy Bosch, Bertil Peerenboom Voller, Erik van Lier – trombone
Herman Schoonderwalt  en Tony Vos – altsaxofoon en klarinet
Piet Noordijk – altsaxofoon
Sander Sprong en Ferdinand Povel – tenorsaxofoon
Joop Mastenbroek – tenor- en baritonsaxofoon
Joop Scholten – gitaar
Frans Elsen – piano
Rob Langereis – contrabas
Evert Overweg – slagwerk
Rogier van Otterloo – dirigent

www.jazzarchief.nl


Previous

Inspiratie en historisch besef maken muziek Ronald Snijders grenzeloos

Next

North Sea Jazz Festival ruimt plek in voor beetje oud en veel jong

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook