Het concept van North Sea Jazz is inmiddels bekend en vaststaand. Dat was deze 46ste editie niet anders. Er was weer een Artist in Residence (Esperanza Spalding), er worden compositie-opdrachten ten gehore gebracht en dit jaar was er een thema ‘Sounds of Diversity’. Dus niets veranderd? Nee, toch niet helemaal, want aan de ene kant was er ruimte gegeven aan een stoet van rappers die de toekomst van dit festival moeten garanderen en aan de andere kant was er veel ruimte voor jonge jazzmusici. Veelal nog vrijwel onbekend, die de toekomst van de jazz in hun vaandel dragen.

Het Mette Rasmussen Trio North zorgde voor een complete verrassing op de openingsdag van het festival.

Het thema Sounds of Diversity werd geopend met het Metropole Orkest dat een ambitieus project onder handen had genomen. Daarover later. De echte opening had het Da Kali Trio moeten zijn dat dit thema onterecht werd ontzegd. Als er één optreden was waar de diversiteit werd gevierd was het de oude Malinese griot-traditie die met de Europese klassieke traditie van het North Sea String Quartet samenvloeide. De indringende griotzang van Hawa Kassé Mady Diabaté vormde samen met de klaterende balafoon een aanvulling op het strijkkwartet, waarbij beide tradities in elkaar opgingen en elkaar versterkten. Diversiteit waarvan de combinatie aanzienlijk meer was dan de afzonderlijke componenten.

Zangeres Hama Kassé Mady Diabaté van Da Kali vormde een perfecte eenheid met het North Sea String Quartet.

De oude jazzgarde dunt in een rap tempo uit, maar sommigen hebben nog niets ingeboet aan zeggingskracht en creativiteit. Kenny Barron, inmiddels tachtig jaar, mag wel een van de laatst levende pianolegendes worden genoemd. Nog steeds is hij een meester van het vederlichte toucher en nog steeds kan hij een oude standard tot nieuw leven wekken. Barron is op zijn best als begeleider en altsaxofonist Jesse Davis – die zowel in omvang als manier van spelen steeds meer op Cannonball Adderley gaat lijken ­– was de ideale sparring partner. 

Kenny Barron is nog altijd een meester van het vederlichte toucher.

In deze seniorenafdeling is Barron nog een jonkie in vergelijking met de bijna 87-jarig Chicagoblues-gitarist Buddy Guy die zijn afscheidstournee door Europa maakte. Het briljante van Barron is bij hem verdwenen. Hij ziet er nog goed uit en het is mooi hem nog een laatste keer te kunnen horen, maar zijn stem vertoont de nodige craquelé, hij praat meer dan hij zingt en zijn befaamde gitaarspel is tot het minimum beperkt. Tekenend was ook dat hij Peggy Lee’s superhit Fever inzette, die toch niets met de Chicagoblues van doen heeft.

Mette Rasmussen lijkt op een boerendochter, maar is een beest dat de noten uitspuugt.

Dat kan allemaal niet gezegd worden voor de generatie die nog onder hem zit. Maria Schneider leidde een groot orkest uit Oslo met de briljante composities van haar album Data Lords. Dat de geest van haar mentor Gil Evans nog boven de muziek hangt is niet vreemd, maar met haar benadering van extra accenten voor het accordeon, de kernrol die zij het koper toebedeelt en het afwisselen van romantische stukken met exhibitionistische uitbarstingen heeft ze haar muziek een eigen signatuur gegeven.

Maria Schneider, dirigent en muzikaal leider.

Schneider staat nog te dirigeren, maar haar generatiegenoot, trompettist Wynton Marsalis is sideman in zijn eigen Jazz at Lincoln Center Orchestra geworden. Weggestopt op de achterste rij probeert hij het minst opvallende bandlid te zijn. Een groot orkest zonder dirigent dat klinkt als een klok. Jazz uit de rijke traditie wordt perfect uitgevoerd, maar zelf soleert Marsalis niet. Die perfectie is ook zijn valkuil, want hoe perfect ook, echt levend wordt de muziek niet en blijft het een fraai monument  voor de jazzhistorie.

Wynton Marsalis had een bescheiden rol ingevuld voor zichzelf.

De toekomst zit niet hier, maar bij de jongste generatie musici. Drummer Terri Lyne Carrington wil die nieuwe generatie een kans geven, vooral als het vrouwen zijn. Een prachtig streven, zeker door alleen composities van vrouwen te spelen. Net als bij het Metropole Orkest pakte die veelheid van gasten niet goed uit. Bij het Metropole Orkest kwam de een na de ander op het podium om 150 jaar afschaffing van de slavernij te vieren. Hoe dan ook, van toch al zo’n taai onderwerp werd voor jazz- en popliefhebbers een oneetbaar geheel gemaakt.

Terri Lyne Carrington sloeg de weg vrij voor de nieuwe generatie jazzmusici.

Bij Carrington was het niet zo erg, maar ook zij brak haar eigen muziek op door allerlei gasten op het podium te halen. Met haar eerste gast, altsaxofoniste Lakecia Benjamin werd haar groep nog tot stratosferische hoogten opgezweept, in de volgende nummers met steeds een andere gast zakte haar muziek als een soufflé in elkaar. Lakecia Benjamin komt zaterdag met haar eigen groep en de verwachtingen zijn hooggespannen.

Carringtons bassiste Linda May Han Oh trad eerder die dag met haar eigen groep op. Haar muziek was tamelijk vrij, met veel woordeloze zang die een atmosfeer vol sfeer opriep. In haar muziek gaat het om klank, zelf zong ze en speelde voornamelijk basgitaar, onder een steady beat van de drummer. Het klonk intrigerend en het geluid riep vreemd genoeg herinneringen op aan groepen die in de jaren vijftig Bebop for the People zongen.

Linda May Han Oh leidde ook een eigen formatie.

Ook bij de jonge altsaxofoniste Camilla George werd veel gezongen. In dit geval door de toetsenist wat geen nuttige toevoeging aan de muziek was. Zij verdient hoe dan ook een betere groep, want dat deze Nigeriaans-Britse saxofonist, voortbouwend op de jazztraditie een frisse wind kan laten waaien, is zeker.

Camilla George laat een frisse wind door de jazztraditie waaien.

De grote verrassing kwam van een andere altsaxofoniste. Binnenkomen bij de Deense Mette Rasmussen was al een ervaring. Woeste free jazz hoorde ik, waar geen touw aan vast te knopen leek. Na twintig minuten stond zij zwaar hijgend op het podium en was de zaal voor meer dan de helft weggelopen. Net toen ik dat voorbeeld wilde volgen, zette Rasmussen een nummer in dat mij aan de grond nagelde. Ze mag de indruk wekken een flinke boerendochter te zijn, de werkelijkheid is dat zij een beest is, dat de noten als vuur uitspuugt. Haar Trio North speelt met dezelfde heftigheid en stuwt de gekte nog eens extra op.

North Sea Jazz is alleen al om zulke dingen onmisbaar. En dan moeten er nog twee dagen komen.

Foto’s en tekst TOM BEETZ

NORTH SEA JAZZ FESTIVAL

AHOY’ Rotterdam, 7 juli ‘23

Trio Da Kali & North Sea String Quartet
Hawa Kassé Mady Diabaté – zang
Mamadou Kouyaté – bas-ngoni
Fodé Lassana Diabaté – balafoon
George Dumitriu – viool
Pablo Rodrigues – viool
Yanna Pelser – altviool
Thomas van Geelen – cello

Kenny Barron Quartet
Jesse Davis
– altsaxofoon
Kenny Barron – piano
Kiyoshi Kitagawa – contrabas
Savannah Harris – slagwerk

Buddy Guy ‘Damn Right Farewell’
Buddy Guy
– zang en gitaar
Ric Hall – gitaar
Dan Souvigny – toetsen
Orlando Wright  – basgitaar
Tom Hambridge – slagwerk

Maria Schneider & Oslo Jazz Ensemble – Data Lords
Maria Schneider – dirigent en muzikale directie
Joakim Bergsrønning – altsaxofoon, klarinet, fluit
Børge Are Halvorson – altsaxofoon en fluit
Atle Nymo – tenorsaxofoon
Myhre Olse – tenorsaxofoon
Tina Laegreid Olsen – baritonsaxofoon, basklarinet
Frank Brodahl – fluegelhorn en trompet
Anders Eriksson – fluegelhorn en trompet
Marius Haltli – fluegelhorn en trompet
Richard Köster – fluegelhorn en trompet
Nils Andreas Granseth – trombone
Magnus Murphy Joelson – trombone
Even Kruse Skatrud – trombone
Ingrid Utne – bastrombone
Jens Thoresen – gitaar
Kalle Moberg – accordeon
Jørn Øien – piano
Trygve Waldemar Fiske – contrabas
Hakon Mjaset Johansen – slagwerk

Jazz at Lincoln Center Orchestra & Wynton Marsalis
Alexa Tarantino
– klarinet, fluit, altsaxofoon
Abdias Armenteros – klarinet en tenorsaxofoon
Sherman Irby – klarinet en tenorsaxofoon
Chris Lewis – klarinet en tenorsaxofoon
Paul Nedzela – klarinet en baritonsaxofoon
Ryan Kisor – trompet
Wynton Marsalis – trompet
Kenny Rampton – trompet
Chris Crenshaw – trombone
Vincent Gardner – trombone
Elliot Mason – trombone
Dan Nimmer – piano
Carlos Henriquez – contrabas
Obed Calvaire – slagwerk

Terri Lyne Carrington – New Standards
Michael Mayo
– zang
Milena Casado Fauquet – fluegelhorn en trompet
Matthew Stevens – gitaar
Kris Davis – piano
Linda May Han Oh – contrabas en basgitaar
Terri Lyne Carrington – slagwerk

Linda May Han Oh Quintet
Sara Serpa
– zang
Greg Ward – tenorsaxofoon
Fabian Almazan – piano
Linda May Han Oh – contrabas en basgitaar
Obed Calvaire – slagwerk

Camilla George Quartet
Camilla George
– altsaxofoon
Renato Paris – toetsen en zang
Jihad Darwish – contrabas
Rod Youngs – slagwerk

Mette Rasmussen Trio North
Mette Rasmussen
– altsaxofoon
Ingebrigt Haker Flaten – contrabas
Olaf Olsen – slagwerk

www.northseajazz.com

Previous

Hobby Orkest krijgt nu pas de eer die het allang verdiende

Next

Tweede dag North Sea Jazz ’23 wederom heftig en intens

2 comments

  1. Anno 2023 is het belangrijk om bewust te zijn van en rekening te houden met gendergelijkheid en het vermijden van stereotypes. De opmerking “flinke boerendochter” over saxofoniste Mette Rasmussen draagt bij aan het objectiveren en stereotyperen van vrouwen op basis van hun fysieke verschijning. Het reduceert een persoon tot een stereotype en negeert hun individuele capaciteiten, talenten en ambities. Het is essentieel om respectvol en inclusief taalgebruik te hanteren dat iedereen op gelijke voet behandelt, ongeacht hun afkomst, geslacht of achtergrond.
    Klaartje de Bever

  2. Over Mette Rasmussen – ik woonde haar concert bij – werd door de auteur niets depreciërends, neerbuigends, reducerends geschreven. Het tegendeel is het geval, zij werd terecht beschreven als de relevatie van het NSJ. De gebezigde tekst verdient het onbevooroordeeld te worden gelezen. Dan blijkt hoe in enkele woorden deze geweldige muzikant recht wordt gedaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook