Steven Kamperman verkeerde eind vorig jaar in de meer dan gelukkige omstandigheid dat hij vier maanden mocht doorbrengen in het Maison Van Doesburg in Parijs. Daar ontstond ‘Maison Moderne’, een muzikale ode aan dat huis én aan de inspiratie die Steven Kamperman daar opdeed om zijn muzikale leven (tot in het oneindige?) voort te zetten.

Maison Van Doesburg – in Nederland beter bekend als het Van Doesburghuis – is een creatie van Theo van Doesburg, een futuristisch huis dat de man die niet alleen architect was, maar ook schilder, schrijver, dichter, typograaf en glaskunstenaar, ontwierp om artiesten van over de hele wereld te ontvangen én er zelf te wonen met zijn echtgenote Nelly van Doesburg-Moorsel. Een maison moderne werd het, dat heden ten dage nog net zo modern is als toen het in 1930 werd gebouwd. 

Dat maison moderne werd titel en inhoud van Steven Kampermans nieuwste album. Inhoud, omdat de elf stukken op het album zijn gegrondvest op verschillende vertrekken van het Van Doesburghuis. Zoals daar zijn het atelier – de lievelingsplek van Kamperman tijdens zijn verblijf aldaar – de keuken, de bibliotheek, de voorgevel en het stookhok. 

De stukken die klarinettist Steven Kamperman componeerde, ontstonden vrijwel in  hun geheel in de eenzaamheid van deze bijzondere Parijse woning. Maar om ze ten uitvoer te brengen, nodigde hij zijn Nederlandse vrienden Oene van Geel en Albert van Veenendaal uit, alsmede zijn nieuwe Franse vriend Paul Jarrett, met wie hij improvisatiesessies had belegd in het Maison Van Doesburg. Met hun viool, piano en elektrische gitaar én Steven Kampermans klarinetten werd het huis op adequate wijze muzikaal verbouwd.

Deze cd, die is uitgebracht door TryTone is niet alleen een juweeltje door de fraaie, inventieve muziek erop, maar zeker ook door het cd-boekje, dat eindelijk weer eens de bedoelingen van de uitvoerders weergeeft. De teksten zijn van de hand van Steven Kamperman, die eerst uitleg geeft over wie Theo van Doesburg was (oprichter van kunststroming De Stijl), hoe Steven in het Maison Van Doesburg terecht kwam (via het Fonds Podiumkunsten) en wat de betekenis en inhoud is van de elfdelige suite die hij componeerde. Met die kennis is het beluisteren van het album nog een stuk aangenamer.

Alle stukken zijn tot in de allerkleinste details doordacht en uitgewerkt. De improvisaties zijn niet van de lucht en als je – al is het maar zijdelings – kennis neemt van de uitleg bij de stukken, hoor je de verzinnebeelding van de vertrekken en de wereld waarin Van Doesburg leefde. Want die wereld hoort ook bij de details. Er is de compositie Intermezzo, met als ondertitel Mondriaan danse le Charleston. De schilder Mondriaan woonde sinds de Eerste Wereldoorlog in Parijs, waar hij bevriend raakte met Van Doesburg. De eerste nam zijn jongere vriend mee naar dansclubs, waar zwarte Amerikaanse soldaten, die in Frankrijk waren blijven hangen, oudere jazz speelden. Mondriaan hield van die gedeeltes die weinig melodie kenden, maar wilde ritmes met een rauw geluid mengden. 

Hoe Steven Kamperman dit gegeven handen en voeten geeft? IntermezzoMondrian danse le charleston laat vroege pianotechnieken samengaan met het ritme van de charleston, de heersende dansstijl van die tijd. Dat gebeurt met indringende loopjes van de piano, met daaronder de altviool, de klarinet en de swingende stem van een van de bandleden. 

En wat te denken van Grand Atelier, waar het binnenvallende licht de grondslag werd voor deze compositie. Dat licht krijgt toegang door tweemaal vijftien smalle, ingekaderde ramen en daaronder drie heldere grotere. Dus wat besloot componist Kamperman: hij koos voor een structuur van 3 x 5/4 plus 3 x 5/4 plus drie open maten van drie tellen. Waarin nauwelijks actie wordt toegelaten. Licht en donker wisselen elkaar af, de fundering van deze compositie laat het licht alleen toe als er gaatjes in het stuk vallen. 

En in La Chaufferie (Het stookhok) zetten de musici even alle normen opzij. Ze barsten los in een collectieve improvisatie, waarbij ze figuurlijk zo zwart worden als roet. Als je je zo heftig uitdrukt, mag je gerust vuil worden.

Maison Moderne is een plaat die je niet snel terzijde legt. De muzikale verbeeldingen die Steven Kamperman creëerde in het Van Doesburghuis komen naarmate je vaker luistert steeds meer en vooral helderder aan de oppervlakte. Improvisaties met grote diepgang wisselen af met soli van alle instrumenten die bijna suggereren als zijn ze uitgeschreven. Ze maken van Maison Moderne een compact album met een ver reikende inslag, een gietijzeren pilaar onder het Nederlandse jazzlandschap.

RINUS VAN DER HEIJDEN

STEVEN KAMPERMAN

Maison Moderne

TryTone

Steven Kamperman – alt- en b-flat-klarinet en percussie
Oene van Geel – altviool
Paul Jarret – elektrische gitaar
Albert van Veenendaal – piano en basgitaar

www.stevenkamperman.nl

www.trytone.org

Previous

De Soul Miners van Karolina Strassmayer’s Klaro 

Next

‘Embodied Poetry’ van Mehmet Polat onvergetelijk muzikaal rustpunt

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook