Het gaat op de d ‘The Power of Movement in Plants’ van het Oğuz Büyükberber Trio om negen stukken, maar het zou net zo goed één lange improvisatie kunnen zijn. De muzikale handelingen zijn zo intens, dat er nauwelijks ruimte is om adem te halen. Hetgeen een fascinerend resultaat oplevert.

Je kunt het omschrijven als kamermuziek, de klanken die Oğuz Büyükberber met zijn trio op The Power of Movement in Plants voortbrengt. Waar kamermuziek vrijwel altijd braaf vanaf muziekpapier wordt vertolkt, is daar op deze cd geen plek voor. De negen stukken – alle van de hand van de drie bandleden – zijn volstrekt vrije improvisaties, waarbij meteen opvalt hoe intensief de interactie tussen de drie musici verloopt. Vooral die tussen Oğuz Büyükberber en percussionist Yorgos Dimitriadis beklijven: ze zijn donderend, overheersend, prikkelend, intensief. Contrabassist Meinrad Kneer lijkt zich op het eerste gehoor wat op de achtergrond te houden, maar schijn bedriegt.

Het zou mooi zijn als de hedendaagse techniek zo ver was gevorderd dat je bij een maakproces in het hoofd van de musicus zou kunnen kijken (in de praktijk natuurlijk beter van niet, je moet er niet aan denken). Dan zou je in elk geval de vraag beantwoord krijgen waarom deze cd de titel The Power of Movement in Plants heeft meegekregen. Is die power, die kracht te meten? Of de beweging die door die kracht in planten in gang wordt gezet? En zouden die kracht en beweging in de wereld van de muziek de getuigenissen zijn van de ongekende intensiteit waarmee stukken als Polemonium Caeruleum, Paeonia Lactiflora en Hydrangea Quercifolia zijn vastgelegd?

Of de overige zes composities – je moet ze beslist zo noemen vanwege de structuur die onder de improvisaties is geschoven – want er is nergens een hapering wat de heftigheid van de muziek aangaat. Zoals al opgemerkt lijkt The Power of Movement in Plants op een negendelige suite, waar de rusten zijn weggelaten om zodoende één lange, voortgaande lijn uit te leggen. De Turkse achtergrond van Oğuz Büyükberber sijpelt – zoals ook op eerdere cd’s – als parfum door de muziek heen; de vindingrijkheid van Meinrad Kneer is manifest en de Griekse afkomst van Yorgos Dimitriadis legt – waarschijnlijk – een polyritmiek neer die én de totaalklank gecompliceerd maakt én avontuur en spanning oproept, omdat je als medemusicus op de toppen van je kunnen moet spelen, wil je niet verward raken in deze ritmische mallemolen.

The Power of Movement in Plants is daardoor een voor de huidige tijd tamelijk zeldzaam album, dat doet denken aan de free jazz uit de jaren zeventig, maar dan sterk gekruid met verworvenheden van nu. Zoals het ongeëvenaarde samenspel van de drie musici.

RINUS VAN DER HEIJDEN

OĞUZ BÜYÜKBERBER TRIO

TryTone

Oğuz Büyükberber – klarinet
Meinrad Kneer – contrabas
Yorgos Dimitriadis – percussie en elektronica

www.trytone.org

Previous

Kunst en cultuur Nederland nu definitief opgeheven

Next

De muzikale wervelstorm van Nardozza en Thuriot

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees ook