Het is hopelijk loos alarm, maar in een recent interview zei Pierre Courbois dat hij in 2025 de podia vaarwel zal zeggen. Dat is hem gegund maar in dat geval zou de dubbel-cd ‘Pierre Courbois: 3Gen3’, uitgebracht bij het Timeless Daybreak Records, de zwanenzang kunnen zijn van een levende drumlegende.
Daarom willen we hier snel de hoop uitspreken dat het loos alarm is en dat 3Gen3 oftewel het Three Generations Trio ons nog met vele opnames zal verblijden. Het trio bestaat naast de 84-jarige Courbois die hier dus de boomers vertegenwoordigt, uit GenX bassist Wiro Mahieu (1964) en GenZ saxofonist Jesse Schilderink (1995).
Pierre Courbois schreef meer dan honderd stukken en bij deze opnames krijgen negen daarvan een geheel nieuw jasje. Als je niet zou weten dat hier drie generaties aan het werk zijn, zou je zomaar kunnen denken dat je luistert naar een van die zinderende albums uit de hoogtijdagen van live-jazz-opnames.
Ach, waar zijn ze gebleven, die dagen toen er nog zoiets als een cultuurbudget bestond. Onder de sterrenhemel ademloos luisteren naar een kleine bezetting waar elke instrumentalist op zijn beurt solist of deel van het geheel is. Geen noot willen missen en betekenisvol naar elkaar knikken als je doorhad met welk bizar ritme hier werd gesold. En Pierre Courbois houdt van ingewikkelde ritmes en schema’s met ongelijke maten. Gelukkig is dat voor de leek nergens te horen en kun je met je Arthur Murray-danspassen in een hoekje rustig mee schuifelen.
Op de eerste cd opent One more de selectie. De naam voluit had kunnen zijn One more twelve bar blues. Na een gepaste circusroffel swingen de knullen binnen. Denk aan een Jimmy Giuffre-achtige melodie, een heerlijk niemendalletje dat alle kanten van de zaal te zien krijgt in swingende solo’s van achtereenvolgend tenorsax, contrabas en drums. Met om-en-om spelletjes waarin het meesterschap van Courbois moeiteloos wordt geëtaleerd. Een tijdloze opname die gelukkig nu vereeuwigd is.
Iets verderop zet de saxofoon February 1953 in, een stuk dat Courbois schreef naar aanleiding van de watersnoodramp in dat jaar. Het is een gedragen thema met mooi samenspel tussen gestreken bas en saxofoon. De drums ondersteunen bijna melodisch de processie die als in een zwart-wit Polygoon Journaal tot innerlijke reflectie oproept. Inverness op de akkoorden van Always van Irvin Berlin begint met de tenor die de melodie speelt, afgezet door een hekwerkje van bekkens. Het is geen vier- en geen driekwarts. Wat het wel is, is niet belangrijk want er wordt lekker geswingd. Aminona begint met een drumsolo waarbij het slagwerk oosters klinkt, zoals van die sonore Japanse trommels. Melodisch ook. Het is een uptempo wandeling als afsluiter van cd-een.
Schijf twee begint minder vrijblijvend. De titel Wuhan doet vermoeden dat dit een oogst is van ergens rond 2020: er staan geen jaargangen bij de composities en het nummer begint en eindigt met een meedogenloze Wuhanggong, dus ook dat kan de titel verklaren. De ruim twintig minuten durende suite schept beelden van een plat land met mist op de velden. De saxofoon zwaluwt binnen en lijkt te zoeken naar een warmere golfstroom. Het virus nestelt zich en de contrabas neemt een trage maar gestage verspreiding op zich. Het volle trio barst daarna los – schreeuwende saxofoon, stuwende bas, rotsvaste drums, ze gaan met z’n drieën door alle fases van rouw, verwondering, kwaadheid, verzet, tot uiteindelijk acceptatie. Het slagwerk komt berustend samen met zuchtende saxofoon en strijkende contrabas en de gong krijgt het laatste woord.
Heet One Less misschien voluit een one less rythm schema? Het zijn geen twaalf maten en geen zestien maten met een Monkiaanse melodie. Ook hier is de theorie onbelangrijk, want het luistergenot ervaart geen hinder.
Chocolatine is een lekkere bonbon in driekwartsmaat. De saxofoon blaast een zomers briesje tot leven. Die Jesse Schilderink heeft echt een tijdloze ziel die alle oude crooner-blazers lijkt te kanaliseren. De drums schuifelen zo onopvallend als Art Blakey in zijn tuinbroek binnen. Ze sporen aan tot ‘voetjes van de grond’ waarna bas en sax als vrolijk fluitende kabouters verder improviseren. De bekkens sluiten het doek.
Ga hier maar gerust voor zitten en neem de tijd. Bij de vele live-albums die soms noodgedwongen worden uitgegeven vanwege het verdienmodel van de kerkarme jazzmuis, mag dit pareltje niet onopgemerkt blijven.
De cd kent geen toegift. Reden te meer om massaal naar de mogelijk laatste tour van deze slagwerk-maestro te gaan, die momenteel nog langs Nederlandse podia trekt.
MONICA RIJPMA
PIERRE COURBOIS 3GEN3
3Gen3
Timeless Daybreak Records
Jesse Schilderink – tenorsaxofoon
Wiro Mahieu – contrabas
Pierre Courbois – slagwerk