Een link leggen tussen het zevenhonderd jaar oude klassieke werk ‘La Divina Commedia’ van Dante Alighieri en eigentijdse gecomponeerde, maar vooral geïmproviseerde muziek lijkt bijna op duivelskunst. Dat komt mooi uit, want in ‘De Goddelijke Komedie’ van de Italiaanse schrijver en dichter Dante huizen nogal wat duivels. Drummer en componist Ruud Voesten hield er zich een paar jaar mee bezig en nu ligt het resultaat vastgelegd op de cd ‘Ambrosia’, die op 22 september wordt gepresenteerd.
Ruud Voesten komt uit de hoek van de poppunk, maar trok zodanig naar jazzmuziek, dat hij in 2015 zijn Jazz drums master behaalde aan het Codarts Conservatorium in Rotterdam. Sinds die tijd beweegt hij zich voornamelijk in jazzkringen, zoals bijvoorbeeld in die van Wiro Mahieu, Bart Tarenskeen, Miguel Boelens, Bob Soloff en Marit van der Lei.
Zoals alle anderen werd ook Ruud Voesten in 2020 getroffen door Covid-19. Een lange periode van niks doen zag hij niet zitten, zeker omdat hij al speelde met het idee een volwaardige plaat te gaan schrijven rondom een kunstwerk. “Ik was en blijf hevig onder de indruk van conceptplaten als Blackstar van David Bowie”, zegt hij hierover, “hoe iemand zijn eigen terminale ziekteverloop kon gebruiken als brandstof voor zijn kunst. Ik was op zoek hoe me in die richting te ontwikkelen. Het nemen van de verhaallijn van een andere kunstuiting leek een mooie eerste stap om een volledige plaat te structureren.”
Hij weet niet meer waarom, maar toevallig was Ruud Voesten in die tijd wat aan het snuffelen aan het werk van Dante. Daarbij was de kennismaking met diens La Divina Commedia onvermijdelijk. Het werk, dat tussen 1307 en 1321 ontstond, wordt gezien als het belangrijkste literaire opus van de middeleeuwen. Het bestaat uit drie delen: Inferno, Louteringsberg en Paradijs, die Dante als een reis beschrijft en die hij ondernam met de dichter Vergilius. In feite beschrijft Dante de reis die vele (gelovige) mensen toen en nu nog steeds maken: van diepe ellende tot opname in het paradijs, dus van de hel, via vagevuur naar de hemel.
“De opzet van Inferno met zijn zonden, de tien ringen om af te dalen in de hel en de straffen sprak erg tot mijn verbeelding en zo ontstond het idee Inferno te vertalen naar muziek.”, legt Ruud Voesten uit. “Ondanks dat ik begin 2020 net een nieuwe ep had uitgebracht met ROEST, beschikte ik een aantal maanden daarna over zeeën van tijd. Redelijk rap besloot ik mij te focussen op het werken aan de conceptplaat rond Inferno. Ik ben toen begonnen met lezen van het boek en zoeken naar aanverwante teksten of kunstwerken. Ik kwam veel schilderkunst tegen, een aantal teksten waarin De Goddelijke Komedie werd gekoppeld aan de psychoanalyse of humanisme, en een collegereeks over Dante van Yale University, gegeven door professor Mazzotta.”
“Voor mijn beleving heeft Dante in dichtvorm opgeschreven hoe hij omging met wat het leven hem voor de voeten wierp. Hij leefde in een tumultueuze tijd, was kunstenaar, maar bekleedde ook publieke functies voor zijn geliefde stad Florence. Hij werd er uiteindelijk als gevolg van politieke strijd uit verbannen. Door in De Goddelijke Komedie zijn eigen ‘verdwalen’, zijn zelfonderzoek en innerlijke wereld met ons te delen, geeft hij een voorbeeld hoe om te gaan met tegenslag.”
Nadat Ruud Voesten aantekeningen had gemaakt, kwam de fase van associëren en reflecteren hierop. “Is wat Dante vertelt nog relevant voor nu? Voor mij? Wat herken ik, of wat zie ik anders? Deze gedachten heb ik hierna uitgewerkt en toegevoegd aan mijn aantekeningen. Tot aan dat moment had ik nog geen noot gecomponeerd.”
Hierna begon Ruud Voestens zoektocht naar hoe hij al deze informatie als basis voor de plaat kon gebruiken. Daarbij doken allerlei nieuwe vragen op: “Hoe ging dit de rode draad voor de plaat worden? Wilde ik stukken schrijven bij bepaalde personages, situaties of zondaars? Of juist de stijgende spanning en heftigheid van de straffen door de ringen heen als opbouw gebruiken? Uiteindelijk is mijn keuze geweest de structuur die Dante aan de hel geeft met zijn tien ringen plus de reis hier doorheen als rode draad voor de plaat te gebruiken.”
De tien ringen die Dante’s Inferno kenmerken, komen terug in Ambrosia. Voorzien van een inleiding en slot komt componist Voesten tot twaalf delen op de cd. Die zien er als volgt uit:
1. Within a forest dark: over Dante’s dwaling in het leven (inleiding van het verhaal)
2. Enter: Our Hero over het vinden van zijn gids Vergilius + de binnenkomst in ring 1, de vestibule van de hel
3. This is fine: het voorgeborchte ofwel Limbo (ring 2)
4. Goesting: Lust (ring 3)
5. Empty: Vraatzucht (ring 4)
6. The Crypto Shuffle: Hebzucht (5)
7. Recreational Outrage: Woede (6)
8. Heresy: Ketterij (7)
9. Wood of Thorns: Geweld (8)
10: Clickbait Merchants: Fraude (9)
11: Brutus Semper Est: Verraad (10)
12: Antifragile: Einde van het verhaal en ontsnapping uit de hel, door de klim over de rug van Lucifer naar beneden en aan de andere kant van de aarde weer ‘omhoog’.
Ruud Voesten vervolgt: “Toen ik had besloten dat dit de vorm van de plaat zou worden, heb ik de informatie en associaties gebundeld per stuk en ben gaan schrijven. Uiteraard heb ik niet alles kunnen gebruiken voor de muziek, maar waren het vaak enkele beelden of ideeën van mij die inspiratie waren voor de compositie. Soms is de relatie tussen de muziek en het boek heel los, soms heel letterlijk of bijdehand.”
De schrijver van dit artikel wilde in eerste instantie de cd Ambrosia van Ruud Voesten recenseren, maar liep tegen een obstakel aan dat vrijwel alle programmatische muziek kenmerkt. Hoe hij ook zijn best deed, de verbinding tussen De Goddelijke Komedie en de opstap naar jazz kwam er maar niet van. Waarop hij zich tot Ruud Voesten richtte. Die begrijpt dat volkomen: “Er bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat een luisteraar het verhaal niet in de muziek herkent. Dit ligt altijd op de loer als er individuele associaties of persoonlijke reflecties aan de muziek ten grondslag liggen. Wat mij betreft zou dit geen afbreuk doen aan de muziek, maar wel als bijvangst opleveren dat er innerlijke dialoog ontstaat bij de luisteraar over de muziek en het onderwerp.”
“Mijn doel is altijd geweest dat de muziek op zichzelf moet kunnen staan, maar voor een luisteraar die naar meer op zoek is dan de muziek alleen, hoop ik dat mijn album iets vergelijkbaars laat zien. Een extra voorbeeld, een kijkje in mijn innerlijke wereld en zelfonderzoek. Uiteindelijk was de koppeling van Inferno aan het componeren in eerste instantie voor mijzelf. Ik wilde mezelf hiermee structuur bieden en een compositorische integriteit door de hele plaat waarborgen. Pas later ontdekte ik diepere lagen in Inferno die voor mij interessant bleken en wellicht ook voor een luisteraar.”
Ambrosia komt op 22 september op de markt. De daaraan gekoppelde tournee ziet er als volgt uit: 24-9: Jazz in Limburg, Venlo; 30-9 Diekhuus, Middelharnis’ 12-10 Pletterij, Haarlem; 15-11 Orpheus, Apeldoorn; 18-11 Roode Bioscoop, Amsterdam; 19-11Taste of Jazz, Deventer; 16-12 Artishock, Soest, 27-12 Bimhuis, Amsterdam. Sommige optredens worden ingeleid met een lezing over Dante door Sandra Overdijk, Italiaans letterkundige.
CD-RECENSIE
‘Ambrosia’ is een moeilijk te doorgronden fenomeen, dat mag hierboven al overduidelijk zijn geworden. Met de uitleg van componist Ruud Voesten wordt de link tussen ‘De Goddelijke Komedie’ en muziek van nú een stuk duidelijker. Dat wil zeggen dat de lijnen die Ruud Voesten tussen de literatuur en de muziek legt, aan de oppervlakte schemeren. Dat maakt ‘Ambrosia’ tot een intrigerend muziekwerk.
De cd opent met Within a Forest Dark en eindigt met Antifragile. Ruud Voesten heeft er duidelijk voor gekozen beide stukken met elkaar te verbinden en de tien andere daarin op te sluiten. Zo wordt de tocht door de hel een cirkel, die perfect afsluit. Omdat in het eerste stuk met de zonde wordt kennis gemaakt en in het laatste het afscheid van de zonde wordt verbeeld, is de sfeer die met name de gestreken contrabas neerlegt, duister en dreigend.
Ambrosia is het muzikale zinnebeeld dat Dante literair met La Divina Commedia heeft beschreven. Beide verschijnselen maken dezelfde reis en waar Dante de verschrikkingen onderweg in woorden uitdrukt, heeft Voesten de vrijwel onmogelijke taak op zich genomen, dat in muziek te doen. Dat lukt hem echter vrijwel overal. Neem bijvoorbeeld het stuk Recreational Outrage, dat Woede omvat. Voesten behandelt zijn slagwerk nerveus, woedend, ongecontroleerd, zo lijkt het. Maar dat is schijn. Hij schept ruimte voor de piano en synthesizer die samen met de contrabas harmonisch in elkaar opgaan.
Fraai is hoe dat samengaan even terzijde wordt gelegd om de weg vrij te maken voor Heresy, Geweld. Daarbij is het uiteraard onvermijdbaar dat religieuze aspecten om de hoek komen kijken. Dante wijst er niet alleen in de titel van zijn boek naar, ook de inhoud van De Goddelijke Komedie is vergeven van godsdienstige verwijzingen. Ruud Voesten heeft om die vorm te geven, gekozen voor de numeriek die Dante vaak aanhaalt en die hij neerlegt in de cijfers drie, zeven en tien. Als je goed luistert hoor je ze in Ambrosia terug, bijvoorbeeld in de zevenkwarts maat.
En dan wordt Woede weer van stal gehaald, want Wood of Thorns (Geweld) dient zich aan. Ook hier wordt met zachte schreden door de tenorsaxofoon een naar het lijkt onschuldig thema neergelegd. En waar in het leven van de mens uit zulke onschuld buitenissige explosies kunnen optreden, lijken ze hier aan banden gelegd.
Laten we nu eens los wat hierboven is omschreven. Wat rest dan, mag je je afvragen. Ambrosia is een samengeperst totaalproduct, dat meesterlijk is neergezet door de uitgekiende bezetting waarvoor Ruud Voesten heeft gekozen. Met Mo van der Does, Wietse Voermans, Koen Schalkwijk en Tijs Klaassen heeft hij de generatie jazzmusici binnen gehaald, die nu aan de beurt is om de Nederlandse jazz nieuwe vleugels te geven. Deze musici hebben al eerder bewezen daar knappe handwerklieden in te zijn.
Op Ambrosia moet het voor Ruud Voesten een zegen zijn om te horen hoe zijn project werkelijkheid is geworden. De muziek zindert een uur lang van spanning, van onverwachte wendingen, van zwaar aangezette passages, van verglijden in hoogstaande muzikale technieken. De individuele fantasie van ieder bandlid doet de rest.
En de onvolprezen opnametechniek van Micha de Kanter in de Fattoria Musica studio laat net zo’n diepe indruk na als bij degenen die de euvele moed hadden La Divina Commedia uit te lezen. Want waar Dante strooit met allegorische verwijzingen, heeft Voesten een burcht gebouwd. Die beschermt tegen Dante’s overvloedige pogingen de mens te bevrijden uit de zonde. De vrijmoedigheid van Ambrosia heeft namelijk niets met zonde te maken, hoogstens met die welke ontstaat als je geen kennis neemt van dit imposante album.
RINUS VAN DER HEIJDEN
RUUD VOESTEN
Ambrosia
Zennez Records
Mo van der Does – altsaxofoon
Wietse Voermans – tenorsaxofoon
Koen Schalkwijk – piano en synthesizer
Tijs Klaassen – contrabas
Ruud Voesten – slagwerk en composities