Het was koud, verdraaid koud eigenlijk. En het stonk een uur lang naar uitlaatgassen van de passerende stoet auto’s en bromfietsen. Hetgeen nog toenam toen de chauffeur van een lijnbus bruusk het gaspedaal losliet om te zien wat er zich op de stoep voor De Oosterpoort in Groningen afspeelde en daarna snel weer optrok. Dat het publiek voortdurend wisselde van aantal en samenstelling, was eigenlijk best leuk. Maar het aangenaamst was die ene figuur in de luwte van een partytent, een gitaar omgegord en staand naast een immens dansorgel, dat kennelijk iets met die gitarist te maken had.
Die gitarist was Bram Stadhouders. En het enorme Rhapsody-orgel naast hem een instrument dat hij in zijn eentje met zijn gitaar, een laptop en wat andere elektronica aanstuurde. Het was het tweede concert van Bram Stadhouders in het festival Cross Linx, ditmaal in de open lucht, zomaar op de stoep voor cultuurcenrum De Oosterpoort in Groningen. Het werd een ludieke happening die imponeerde en verraste en een fel licht wierp op nieuwe uitingsmogelijkheden voor een draaiorgel. Plus de durf die sommige improviserende musici aan de dag leggen om hun zeggingskracht van andere impulsen te voorzien. In dit geval MIDI, een interface (koppeling om mens en machine met elkaar te laten communiceren, rvdh) voor elektronische instrumenten. Dat behoeft een kleine toelichting.
COMMANDO’S
MIDI staat voor Musical Instrument Digital Interface. Een MIDI-bestand kan via commando’s elektronische muziekinstrumenten – bijvoorbeeld een gitaar – aansturen. Dat kan op verschillende manieren, bijvoorbeeld om noten weer te geven, maar ook om zelfspelende instrumenten via een keyboard in te schakelen. Omdat dit zoals bij computers ook gaat met enen en nullen is MIDI-taal te vergelijken met orgelboeken die draai- en kermisorgels van muziek voorzien. Alleen is het bij MIDI zo dat deze taal veel meer mogelijkheden biedt dan de traditionele orgelboeken. Die zijn beperkt in het aantal gaatjes dat wordt gekapt. Als er teveel zijn, verliest het boek zijn structuur en stort het orgelboek in. Bij MIDI is daar geen sprake van: de elektronische enen en nullen zijn onbeperkt, waardoor het kan gebeuren dat een orgel in razende vaart zijn klanken kan spuien.
Bij het project van Bram Stadhouders gebeurde dat dan ook. Het enorme Kelders-dansorgel reageerde als een hondje op de commando’s van zijn baas. De ene keer hoorde je vrolijke accordeon- en trommelklanken, een andere keer woedend blazende orgelpijpen, die donderden en raasden en de notenreeksen als slagregens het instrument lieten verlaten. Zo hoorde je een draaiorgel nog nooit, zo volgzaam en woest tegelijk. Je hoorde de diverse instrumenten van het orgelorkest volop improviseren – ook zoiets – waarbij het bevreemdende was dat dit door één persoon werd aangestuurd. Want als Bram Stadhouders er niet was geweest, had het dansorgel zich slechts in stilte gehuld.
TERRASKACHEL
Het was een prachtig uurtje, daar aan de koude Trompsingel in Groningen. De partytent bood naast de elektronica ook onderdak aan een terraskachel, die de ergste koude voor de gitaristenvingers van Bram Stadhouders moest tegenhouden. Hij speelde een uur lang, gedeeltelijk via gecomponeerde klanken in zijn laptop en voor de rest via de geïmproviseerde delen middels zijn gitaar. Terwijl het Rhapsody-orgel zich hulde in de kleuren rose, blauw, groen en geel braakte het muziek uit die de bouwers ervan nooit voor ogen hebben kunnen gehad. Snelle passages, mediumstukken, vrije improvisaties, Rhapsody kon het allemaal aan. De achthonderd orgelpijpen, twee accordeons en twaalf slagwerkinstrumenten waren ‘slachtoffer’ van de elektrische gitaar en laptop van Bram Stadhouders en deden precies wat er van hen werd verwacht. Waardoor het kon gebeuren dat de gitarist een symfonisch einde aan zijn concert kon breien, waarbij het dansorgel jubelend al zijn registers open trok.
Rhapsody is het grootste verrijdbare dansorgel ter wereld. Het is in 2010 gebouwd door Wim Kelders en in eigendom bij RBA Verhuur in het Brabantse Son en Breugel. De pijpen van het dansorgel dateren van voor de Tweede Wereldoorlog. Via lucht en magneten worden de orgelklanken tot leven gebracht. Dansorgels zoals Rhapsody waren vooral in grote danszalen in België en het zuiden van Nederland te vinden. In dancing De Veertien Billekens in het Vlaamse Zandhoven stond een Decap-orgel, dat busladingen touristen uit België en Nederland trok. Die niet alleen op de dansorgelfeesten afkwamen, maar zeker ook op de zeven dochters (veertien billetjes) van de eigenaar.
‘T JUWEELTJE
Dat was tóen. Nú lijken dansorgels nieuw leven te hebben gekregen door de toepassing van Midi-taal. Danscafé ’t Juweeltje in Middelkerke en café Modern in Teuven-Voeren, beide in België, hebben al zulke aan de wereld van de computers aangepaste Decaporgels. En nu is er de tandem Rhapsody/Bram Stadhouders. De gitarist heeft door zijn vooruitstrevende inborst nogal wat werk, maar mocht dat niet zo zijn dan kan hij in Zuid-Nederland en België voldoende nieuw emplooi vinden. Niet alleen om danslustigen te bedienen, want daar zal hij zeker niet voor tekenen. Maar wel om hen kennis te laten maken met een nieuwe uitingsvorm van geïmproviseerde muziek. Fraai hoor!
RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN
Bram Stadhouders & The Big Barrel Organ
De Oosterpoort Groningen, 3 maart 2017
Bram Stadhouders – gitaar, laptop en MIDI
Rhapsody – dansorgel