Vanaf het eerste moment is het duidelijk waar we heen gaan met Herbie en z’n crew: ‘to stars and beyond’. De band begint niet meteen met één van de Hancock-klassiekers waar velen op staan te wachten in de uitverkochte grote zaal van TivoliVredenburg. Met de attitude van een rockband komen de musici op en nemen hun posities in.
Vanuit het keyboard van Hancock klinken een paar ruimte-ombuigende akkoorden. De rest van de band trekt een rookgordijn van sterrenstof op. De snaarinstrumenten zijn tot de tanden bewapend met pedalen, die de dwarsfluit van Elena Pinderhughes niet nodig heeft om even buitenaards te klinken. De fluitiste, die eerder speelde met Christian Scott, is als een soort paradijsvogel die is meegekomen aan boord van Hancocks ruimteschip. Zwevende noten, maar ze landen stevig in de eerste beat die drummer Justin Tyson en basgitarist James Genus neerleggen.
Tyson is vooral bekend als de drummer in verschillende bands van pianist Robert Glasper. Hij neemt de R&B-achtige grooves mee naar Hancock en speelt vrij en krachtig als de neten. Basgitarist Genus vormt het hartritme van de groep, een relaxed, seksueel opgewonden hartritme. Als je niet oppast vergeet je naar de rest van de groep te luisteren en sta je alleen maar te kijken naar de manier waarop zijn vingers over zijn vijfsnarige basgitaar dansen.
Het ritme van de groep is vloeibaar. Overgrote delen van het publiek zullen de volgende ochtend zeker last hebben van hun nek door al het knikken. Het is knikken zonder weten, maar weten zou ook het punt niet zijn. Meester van het ritmedansen is Lionel Loueke.
Hancock is duidelijk de kapitein, maar ‘second in command’ is Loueke. De gitarist uit Benin – volgens Hancock echter afkomstig van Mars – speelt al meer dan tien jaar met Hancock. Op een natuurlijke manier neemt hij af en toe de rol van bandleider over. Zijn gitaar heeft het grootste deel van de tijd elektronisch versterkte boventonen, wat zijn geluid dicht naar dat van Hancocks keyboard trekt.
Pianist Pablo Held heeft op Youtube een serie interviews geüpload. In zijn interview met Loueke wordt gesproken over spelen met Hancock. Loueke vertelt hoe hij elke avond zenuwachtig werd als ze Actual Proof speelden, omdat Hancock het nummer elke keer vermorzelt met zijn solo. Ook vanavond is dat het geval. Hancock werkt naar een climax waarin hij soleert met akkoorden, zoals we kennen van een nummer als Driftin.
Machtig grote geluiden klinken op uit de vleugel. En dan sta je daar, vertelt Loueke, met zo’n gevoel van ‘en nou jij’. Maar de gitarist is zelf ook de minste niet. Halverwege de avond scheurt hij als een jongere BB King, maar hij neemt ook de leiding in een soort drum and bass-geïnspireerd nummer.
De groep heeft veel mogelijkheden, zo zijn er drie zangers in huis met Loueke, Pinderhughes en Hancock (met een vocoder). Ook kan basgitarist Genus in z’n eentje de grote zaal van TivoliVredenburg in z’n greep houden met zijn instrument en pedalenarsenaal. In elke stijl krijgt de band vleugels. En laat het publiek mee opstijgen. Dat vliegen beschrijven gaat nauwelijks, dat kun je alleen snappen door het live te ervaren.
Dan voel je hoe de band een soort orgie van liefde en vreugde in muzikale vorm is. Hancock viert met deze band zijn ruimtereis, die als sinds de jaren zeventig gaande is (zie de cover van het album Thrust uit 1974). Daarmee associaties oproepend met Buzz Lightyear uit de Amerikaanse animatiefilm Toy Story. Hij viert zijn werk onbaatzuchtig, niet-egoïstisch, ook al is hij nog steeds een onbetwiste baas aan de piano.
Aan het einde laat Hancock het publiek een simpel melodietje zingen op de groove van de toegift, zijn hit Chameleon. Pam pam padam, padam pam padam… Bij het verlaten van de zaal hoor je het deuntje overal om je heen nog geneuried worden.
FREEK DIJKSTRA
Foto’s RANJANI NIROSHA
Herbie Hancock
TivoliVredenburg Utrecht, 4 november ‘19
Herbie Hancock – piano
Elena Pinderhughes – fluit en zang
Lionel Loueke – gitaar en zang
James Genus – basgitaar
Justin Tyson – slagwerk