Theater de Nieuwe Regentes is de nieuwe locatie van het Haagse Cutting Edge Festival. Bedoeld om het publiek kennis te laten maken met nieuwe namen, stromingen en aanstormend talent, naast meer gevestigde muzikanten die nog steeds vernieuwend zijn.
Het eerste optreden, een ligconcert, vindt plaats in ´Het Diepe´, waar de zaal voor de deelnemers is voorzien van yogamatjes. De van oorsprong Litouwse zangeres en instrumentaliste Rugilé Daujotaite laat de luisteraars al liggend een muzikale meditatie ondergaan. Haar stem is zeer helder, maar tegelijk ook heel klein en heeft qua geluid veel gelijkenis met de stem van de IJslandse Enya. Zichzelf begeleidend op dwarsfluit en kankles (een Litouws snaarinstrument, jph) en Sebastiaan Scheurleer op gitaar. De gekozen stukken zijn voornamelijk oeroude liederen uit Litouwen die zij in een eigen interpretatie brengt en daarbij voor ons onbegrijpelijke teksten zingt. Voor de deelnemers is er een bekend muziekstuk te spotten, My Favorite Things uit de musical The Sound of Music. Maar ook hier in een geheel eigen uitvoering. Het geheel lijkt een mix van fado en Oosterse muziek. Het werkt wel, want zelden is deze recensent zo rustig een festival binnen gestapt.
Het volgende optreden is van Ikarai, een jong gezelschap dat vanuit klassieke muziek jazzcomposities uitvoert. De muziek vertelt het verhaal van Icarus’ zonnevlucht. Prachtig opgebouwde, klassieke composities vullen de ruimte. Mooie verstilde stukken, opgebouwd vanuit een strijkkwartet op viool, altviool, cello en contrabas. Ondersteund met een bijna zoekend gespeelde vleugel en met verstilde drums. Opvallend is de rol van de enthousiaste Camiel Jansen op contrabas. Bevlogen leidt hij het gezelschap door het muzikale verhaal. De jazz is bij Ikarai vooral vindbaar omdat de stukken geen echte kop en staart lijken te hebben.
Jeroen van Vliet verzorgt een solo-optreden op vleugel. Van Vliet spreekt zijn publiek toe en geeft aan dat hij waarschijnlijk eigen stukken en muziek van anderen zal spelen, hij ziet daarbij wel ´hoe het zich ontwikkelt´. Het resultaat is prachtige, klassiek klinkende stukken. Dromerig opgebouwd, de toetsen worden met grote precisie voor toon en moment aangeslagen. De tonen klinken vrij lang door voor de volgende toets wordt aangeslagen, waardoor de muziek nog kleiner en verstild klinkt. Er ontwikkelt zich een vraag- en antwoordspel. Exact op het ´oh ja´-moment maakt de muziek een onverwachte wending, waardoor er een enorme speelsheid in de stukken ontstaat. Aan het eind van het optreden is een staande ovatie zijn deel. Waarna Van Vliet aangeeft improvisaties op eigen werk te hebben gespeeld.
Tijdens dit festival worden pauzes opgevuld door de enthousiaste amateurmuzikanten van Jazzschool Den Haag. Snel wisselende samenstellingen van trio´s, kwartetten, kwintetten en sextetten brengen voornamelijk jazzstandards voor het publiek. De aanwezigen krijgen instrumentale en vocale stukken voorgeschoteld. De leeftijd van deze muzikanten loopt van jonge student tot ruimschoots gepensioneerd.
Aansluitend is er een opvallende samenwerking tussen auteur Wil Boesten en een aantal jonge muzikanten te beluisteren. Voor het boek Grond over het leven van de gefingeerde jazztrompettist Lucas Lels is de auteur een aantal maanden opgetrokken met trompettist Teus Nobel. De schrijver draagt een aantal passages voor, waarna deze door Teus Nobel, pianist Alexander van Popta en contrabassist Jeroen Vierdag als muzikale schetsen worden vertaald. Een opvallend project, waar slechts beperkt belangstelling voor blijkt te zijn.
Wat nu volgt is een langzame opmaat naar de meer gevestigde namen binnen de moderne Nederlandse jazz. Onder leiding van de bevlogen gitariste Corrie van Binsbergen wordt een spetterend optreden neergezet met Vanbinsbergen Playstation. Aan het begin van het optreden vertelt zij dat het lang geleden is dat de musici hebben mogen optreden en ze er enorm veel zin in hebben. Het optreden heeft de sfeer van een schoolreisje met Van Binsbergen als uitgelaten reisleidster en gangmaakster. De samenstelling van deze Nederlandse ‘superband’ bestaat uit onder andere Mete Eker (Artvark, tenorsaxofoon) en Morris Kliphuis (Kapok, hoorn). Wat opvalt is dat alle stukken van papier gespeeld worden en er weinig wordt geïmproviseerd. Volgens Van Binsbergen is het korte optreden (45 minuten) daar de oorzaak van en wordt de cd Live in zijn geheel gespeeld. “Zonder uitgebreide solopartijen van de muzikanten want dan komen ze in tijdsnood.”
Het afsluitende optreden wordt verzorgd door Gatecrash onder leiding van Eric Vloeimans. Samen met Jeroen van Vliet, Gulli Gudmundsson en Jasper van Hulten wordt er een muzikaal landschap opgetrokken. Bij tijden lijken musici vanaf eigen eilanden te spelen, waarbij de muziek zich toch vormt tot een geheel. De elektronische hulpmiddelen rondom de trompettist werken bij tijd en wijle vervreemdend. Maar inmiddels is Vloeimans in een fase dat het basisgeluid van zijn instrument voor het grootste gedeelte weer aanwezig is. Met funkachtige ritmes en akkoorden, flink up-temponummers en mooie solo’s van de muzikanten wordt gewerkt naar het indrukwekkende Ocean of Petals als afsluiter.
Het vierde Cutting Edge Festival heeft met dit programma op een nieuwe locatie in Den Haag een stap vooruit gezet in het introduceren van jonge, vernieuwende muzikanten en ervaringen rondom jazz. De bezoekers waren in de wandelgangen tussen de reeks optredens door, dan ook hoorbaar positief.
tekst en beeld JAN PIET HARTMAN
Cutting Edge Festival
Theater De Nieuwe Regentes Den Haag, 12 november 2016