Een deel van het totaalprogramma van Jazz Middelheim 2017 was gewijd aan moderne elektronica, een ander aan huldeblijken aan drie overleden jazzkoningen plus het verscheiden van een popgrootheid. Het eerste part vulde de tweede festivaldag, het tweede de derde. Met als een Empire State Building daar bovenuit rijzend de Mingus Big Band. De muzikale nalatenschap van Charles Mingus had alles van de in 1979 overleden jazzreus. Zijn fysieke gestalte herbergde niet alleen de enorme vulkanische krant van zijn big band, evengoed zijn creatieve eigenschappen als componist en contrabassist en de onmeetbare nog altijd af te grazen muzikale steppe die hij daarmee heeft nagelaten. En die de Mingus Big Band nu naar Antwerpen bracht.
Het orkest heeft zich de authenticiteit van een Charles Mingus bij leven toegeëigend, maar bijna veertig jaar na zijn overlijden torst het gezelschap een nog grotere draagwijdte dan toen Mingus leefde. De big band die twee veteranen uit de jaren zeventig herbergt en ook jonge musici telt, wordt nog steeds gekenmerkt door de unieke jachtige klankvelden van de componist, de stortvloed aan tempowisselingen waar elk ander hofje aan ten onder zou gaan, de solistische koorddanserij van de bandleden en het ongeëvenaarde groepsgeluid. Neergelegd door een collectief dat kans ziet in de ontembare koortsigheid van tempi en maatsoorten rustig twee versnellingen terug te schakelen. En dan met de delicate sloomheid van de blues alle andere big bands achter zich te laten.
REBELS
De keuze van het repertoire was fantastisch. Je kreeg de muzikale Mingus opgediend, de rebelse, de politieke en de protesterende. Met als adembenemend hoogtepunt de vertolking van Fables of Faustus, Mingus politieke verzet tegen de Amerikaanse gouverneur Orval E. Faubus die in 1957 de Nationale Garde inzette om te voorkomen dat negen zwarte studenten zouden worden ingeschreven bij de Little Rock Central High School in Arkansas. In de uitvoering van Fables of Faustus op Middelheim hoorde je de woede van Mingus terug in de typische ritmeverbuigingen, en meer nog in de lage koper- en rietpartijen. Andere niet te vergeten momenten riep de vertolking van Don’t Let It Happen Here op, waarin Mingus de lafaards die destijds de communisten, vakbonden en joden op uiterst laffe wijze veroordeelden, de mantel uitveegde. ‘All people have the right to freedom’ was Mingus’ nog altijd recente boodschap.
Met Goodbye Pork Pie Hat maakte de Mingus Big Band er een gedenkwaardige trilogie van. Charles Mingus had een diepe bewondering voor Lester Young en die kwam in Pork Pie Hat tot uiting in een lange en vrije solo op tenorsaxofoon, waarbij later een gestreken contrabas aansloot. Wat een ballade, wat een slow-blues maakte dit fabelachtige orkest van deze klassieker. GG Train, geënt op Take The A Train van Duke Ellington was de locomotief waarmee daarna stoom werd afgeblazen.
Drumlegende Tony Allen was naar Middelheim gekomen om een eerbetoon te brengen aan collega Art Blakey. Het waarom verklaarde hij tijdens het concert zelf: “Ik breng dit tribute uit respect voor mr. Blakey, maar ik doe het wel op mijn manier.” Slim bedacht, want je kon lang niet altijd achterhalen wat Tony Allen met deze ode bedoelde. Zoals de angel van een wesp langzaam door je huid naar binnen dringt, zo doet dat ook het spel van Allen. De drummer maakte zichzelf legendarisch door zijn dertigjarige samenwerking met Fela Kuti, met wie hij de zogeheten Afrobeat ontwikkelde. Daar was hier, behalve in het allerlaatste stuk, weinig van te merken. Tony Allen werd gevoed door de vurige tenorsaxofonist Irving Acao, de uitstekende contrabassist Matthias Allamana en de dwarrelende pianonoten van Jean-Philippe Dary. Maar de hoog gespannen verwachtingen vooraf maakte de 76-jarige Nigeriaan zeker niet waar.
RANDY WESTON
Randy Weston, 91 jaar oud inmiddels, kwam naar Antwerpen om Thelonious ‘Sphere’ Monk te eren, zoals hijzelf aankondigde. Hij startte daarmee via een lange solo, die in langzame blues was gedrenkt. Weston kwam pas echt op stoom in African Sunrise, waarin hij gewild of ongewild toonde net iets te dicht bij de originaliteit van Monks pianospel te staan. De veteraan verwees voortdurend naar de traditie van de Afro-Amerikaanse muziek, gaf daar gestalte aan door dynamische hoogteverschillen in melodie en ritme. Helaas lukte dat zijn begeleidingsband niet. Die kon niet eens het tempo van Weston volgen, waardoor de groepsklank benauwend vals klonk. Randy Weston hoorde het niet of vond het wel goed zo, maar het tenenkrommende spel van de medemusici deed deze veteraan echt te kort.
Bill Frisell kwam – onder meer – naar Middelheim gevlogen om de muziek van John Lennon van een nieuwe signatuur te voorzien. Daarover raak je snel uitgepraat. De voormalige Beatle is zo’n volmaakte en unieke componist, dat je heel wat in huis moet hebben om zijn muziek van andere invalshoeken te voorzien. Met zijn gitaar, viool, steel guitar, contrabas en slagwerk liep Frisell vast in zijn eigen (Americana-)spel, dat zo karakteristiek is dat alle elementen van Lennon er stuk op liepen. In Beautiful Boy, You’ve Got To Hide Your Love Away, Come Together, Julia en Strawberry Fields Forever werd het Lennon/Beatlesrepertoire met name door slagwerker Kenny Wollesen kapot geranseld en de viool van Jenny Scheinman naar een zekere verdrinkingsdood geleid.
De muzikale In Memoriams beheersten het grote podium, maar bij de Club Stage was het vaak beter buurten. Zangeres Chantal Acda maakte indruk met Arc Sonore, een project waarin zij samenwerkte met het gelijknamige mannenkoor. Koorzang echter in een eigenwijs jasje, nog dwarser gemaakt door het euphonium van Niels van Heertum en nóg meer door slagwerk en percussie van Eric Thielemans. Hij was het vooral die in diverse bezettingen al het moois van dat kleine podium extra oppoetste. Opvallend was ook het concert van gitarist/banjoïst Ruben Machtelinckx, die de zaterdag beslag legde op het podium. Zijn optreden met gitarist Hilmar Jensson, klarinettist/altsaxofonist Joachim Badenhorst en contrabassist Nathan Wouters onderstreepte met vette halen de gouden glans, die doordachte vrije improvisaties kunnen oproepen.
De vrijdag was de dag van de elektronica, voornamelijk afkomstig uit Groot Brittanië. Met weinig eerlijk muzikantenzweet, omdat vooral de machines het werk moesten doen. Zonder deze muziekvorm op enigerlei wijze te kort te doen, was tussen de eenvormigheid en het kennelijk onontbeerlijke keiharde volume, één witte zwaan te bespeuren: het concert van Matthew Herbert’s Brexit Big Band. De toetsenist had van zijn visie op de Brexit een moderne-jazzopera gemaakt, waarin bloeddrukmeters, een groot mannen- en vrouwenkoor, ratelaars, verscheurde kranten en schitterende big-bandmuziek, vol wendingen, om voorrang vochten. Matthew Herbert wendt dit soort concerten aan om straks in 2019, wanneer de Britse uittreding uit de EU een feit is, een nieuwe cd uit te brengen. Eéntje die tot die tijd blijft groeien, omdat mensen worden verzocht geluidsfragmenten te downloaden naar de website van Herbert. Die worden dan ingepast in de cd die vele grenzen moet gaan overschrijden.
GEHANNES
Dit laatste deed dit concert op Jazz Middelheim ook. Hoewel ook deze big band uitgebreid gebruik maakt van elektronica, lag de nadruk toch vooral op de akoestische prestaties van bandleden en koor. Het concert begon met samples van de stem van de bandleider, gehannes met een draagbaar radiootje, waarna de big band glorieus zijn entree maakte. Een van de vier trombonisten was gehuld in de Engelse vlag en dat zei genoeg over het vervolg van het concert. Krant The Daily Mirror werd massaal verscheurd, het geluid daarvan elektronisch opgeslagen en weer vermengd met de massieve klank van de big band. Die bezat een ritmesectie die zo strak als de spanveer van een luchtbuks alles in het gareel hield. Aan dit project afgemeten valt het over twee jaar misschien toch nog mee met de Brexit.
Artist-in-residence Mark Giuliana trad deze dag aan met Beat Music, waarin hij de grens tussen elektronica en akoestische muziek probeerde te doen vervagen. Vervagen deed hij niet, benadrukken wel. De rol van Giuliana zelf was opvallend. Met zijn sterk benadrukte spel, roffelend, straf in de maat en met veel ‘fills’ leek het er op dat hij voortdurend doorbraken wilde forceren. Met de tenorsaxofoon van Jason Rigby in een compositie van Bob Dylan, veranderde het ensemble zomaar in een modaal jazzkwartet. Niet minder mooi, wel minder spannend.
GEEN SPRAKE VAN
Het Portico Quartet opende de tweede festivaldag. De vier zouden volgens de programmatoelichting ‘experimentele jazz steeds heruitvinden’. Daar was geen sprake van. Het kwartet bracht hippe, tot dansen uitnodigende, op minimal music lijkende klanken die vooral jongeren zullen hebben behaagd. Mét een zwaar uitversterkte bass drum, die zelfs door de asfaltlagen rond je pikzwarte zieltje heen brak. Dat was het echter wel. Een andere jongeren aansprekende groep is The Cinematic Orchestra. Die sloot de tweede festivaldag af, die vooral zal worden herinnerd als een van hard werken. Van de zijde van het publiek dan.
RINUS VAN DER HEIJDEN
Jazz Middelheim 2017
Park Den Brandt Antwerpen, 4 en 5 augustus
Met optredens van Portico Quartet, Mark Giuliana Beat Music, Matthew Herbert’s Brexit Big Band, The Cinematic Orchestra, Chantal Acda (in vier formaties), Tony Allen Quartet: Tribute to Art Blakey, Mingus Big Band, Bill Frisell – All We Are Saying: The Music of John Lennon, Randy Weston’s African Rhythms Centennial Tribute To Thelonious ‘Sphere’ Monk, Machtelinckx/Jensson/Badenhorst/Wouters