Iedereen kent het. Je hebt oude vrienden al jaren niet gezien en je ontmoet elkaar weer. Dan blijkt dat je elkaar niets meer te zeggen hebt, maar het kan ook zijn dat je het gevoel hebt dat je elkaar gisteren nog sprak. Fugimundi is een jazztrio dat elkaar meer dan tien jaar niet zag en voor het eerst weer samen op een jazzpodium stond. Alles was mogelijk. Ze konden volledig muzikaal uit elkaar zijn gegroeid, elkaar niet meer begrijpen of zich met veel misverstanden door de materie werken. Maar in het ideale geval zouden ze niet eens in de gaten hebben dat ze zo’n lange tijd niet meer samen hadden gespeeld. In het uitverkochte Paradox bleek dát het geval.
Een van de laatste optredens van Fugimundi was in 2011 in Paradox, en nu was Paradox er weer bij toen dit trio, voorlopig voor drie concerten, tot leven was gewekt. Waarom dit zo lang moest duren is een raadsel. Het kwam er kennelijk niet meer van. Druk, druk, druk, of zoiets. En dat terwijl hun cd’s – Live At Yoshi’s en Summersault – toentertijd juichende recensies kregen.
Maar inderdaad, de tijd had wel degelijk stilgestaan. Het was alsof dit de cd-presentatie van toen was. De verstilde kamerjazz van Fugimundi bleek ongebroken. Door het ontbreken van een drummer en bassist openden de vergezichten zich als vanouds. Vloeimans kuste zijn trompet wakker. Zoete geluiden werden aan zijn instrument ontlokt, noten verbogen met de soepelheid van caoutchouc. “Muziek is de taal van het hart”, zei Vloeimans en hij liet zijn hart spreken. Bedachtzaam en intiem klonk de muziek, bijna breekbaar alsof zij beschadigd zou kunnen worden.
Anton Goudsmit, anders nooit te beroerd om een baksteen in de vijver te werpen, beroerde zijn snaren met de liefde alsof ze van kwetsbaar zijde waren gemaakt. Zijn plectrum tikte zo zacht mogelijk tegen de snaren terwijl hij met zijn duim de baspartijen speelde om als het ware aan te tonen dat de ontbrekende bassist echt niet nodig was.
In deze serene sfeer vielen de noten van pianist Harmen Fraanje als vanzelf op de juiste plek. Zacht, harmonieus en nooit opdringerig. In een spaarzaam nummer werd deze sfeer doorbroken met een up-temponummer van hun decennia oude cd’s of werd Fraanje als een jonge hond losgelaten. Verhalenverteller Vloeimans begon in die gevallen nog voorzichtig te spelen en voerde de spanning op tot een climax die als een pointe van een grap eindigde en daarna weer langzaam terugzakte naar een oase van rust.
Er heerste op het podium een relaxte sfeer waarbij Paradox een belangrijke rol speelde. Hier was de plek waar zowel Vloeimans als Fraanje in het workshoporkest van Niko Langenhuijsen hun eerste jazzstappen hadden gezet. Zij voelden dat als thuiskomen en benoemden dat ook zo. Zeker omdat hun leermeester Langenhuijsen speciaal voor hun was gekomen en zag dat zijn werk nu echt af was.
Vloeimans praatte de stukken met humor aan elkaar, vertelde wat hem had geïnspireerd, waar de titels vandaan kwamen en wie het stuk had geschreven. Vaak Anton Goudsmit. Dat was stimulerend. Het publiek lachte vrolijk en ging met het verhaal mee om te kijken of ook zij de radslag van jonge meisjes uit Martin Brils column ‘rokjesdag’ in de muziek herkenden. Die sfeer werd in de loop van het optreden steeds sterker.
Afspraken hadden de musici van te voren niet gemaakt. Tot hilariteit van de bandleden zaten ze op een gegeven moment op elkaar te wachten wie het aangekondigde nummer zou beginnen. “We wachten op jou”, zei Vloeimans uiteindelijk tegen Goudsmit. Ze leken maar wat te doen. Schijn natuurlijk want het trio, ondanks dat de tijd had stil gestaan, paste in elkaar als een Zwitsers uurwerk.
Tekst en foto’s TOM BEETZ
FUGIMUNDI
Paradox, Tilburg
20 november 2022
Eric Vloeimans – trompet
Harmen Fraanje – piano
Anton Goudsmit – gitaar