Buiten de grenzen treden. Musici zijn het gewend. Althans als ze tot de geïmproviseerde tak behoren. Toch moet het – ondanks je vrije geest – hondsmoeilijk zijn om muziek die wortelt in de achtste eeuw en ontstond aan het hof van Damascus, hoofdstad van Syrië, te doorgronden. Laat staan haar te spelen en – nog moeilijker – een synthese tot stand te brengen met je eigen westerse achtergrond. Het oer-Hollandse Metropole Orkest en de oer-Hollandse trompettist Eric Vloeimans flikten het. Ze voerden het Holland Festival 2018 er op de tweede dag al mee naar een hoogtepunt. Een waar huzarenstuk.
Arabische musici hebben al enkele jaren geleden hun intrede gedaan in het milieu van jazz- en geïmproviseerde muziek in Nederland. Voortrekkers als Tony Overwater, Yuri Honing en Rembrandt Frerichs smeedden samenwerkingsverbanden en veelal met groot succes. Geconditioneerde westerse oortjes zijn op dit gebied dus al wat gewend geraakt, maar het bijzondere project dat de tweede avond van het Holland Festval 2018 opende, Metropole Orkest & Soloists of the Syrian Big Band trok die oortjes wagenwijd open. In een niet aflatende stroom van uiterst vakmanschap en een onmogelijk geacht samengaan van twee zo uiteenlopende culturen is een nieuwe stap gezet in de wetenschap dat muziek álle mensen en culturen kan verbinden.
BEZONKENHEID
Want dat gebeurde op deze gedenkwaardige avond in een zo goed als uitverkocht Koninklijk Theater Carré. Er klonk muziek die bezonkenheid opriep, een mens in zichzelf liet keren, een kreet om vrede liet slaken. En mogelijk liet beseffen dat daar slechts culturele kameraadschap voor nodig is in plaats van wapens, macht en diplomatie. Er vloeiden tranen, van ontroering en ook van vreugde. Omdat de ene mens de andere nodig heeft en slechts wil communiceren met zijn ziel en niet met verziekte breinen van machtige potentaten. Daar is balsem voor nodig en die leverden het Metropole Orkest, vier solisten uit de Syrian Big Band en trompettist Eric Vloeimans in overstelpende hoeveelheden.
Dit wordt een bespreking die bol staat van de superlatieven. Kan niet anders, want het bleekneuzige Metropole Orkest en Eric Vloeimans leverden een kolossale prestatie. De trompettist toonde in de volle breedte welk een groot kunstenaar hij is. Zijn trompetspel is – zoals we weten – doordrenkt van een loepzuiver technisch gehalte, hetgeen hij koppelt aan een doorleefd-emotionele uitdrukkingswijze. Dat maakte het mogelijk dat Eric Vloeimans met alle kracht die hij in zich had de enorme akoestiek van Carré aan zich ondergeschikt maakte. Maar ook dat hij fluisterend en omfloerst zijn trompet deed klinken als een Arabische duduk. En daarmee haast vanzelf de belevingswereld van zijn Syrische gasten deelde.
En dan het Metropole Orkest. Majestueus het gehele podium innemend liet het een oerkracht los die zijn gelijke niet kent. Het deed geen seconde onder voor de grote Arabische orkesten die met hun specifieke toonhoogtes en de ordening ervan binnen hun improvisaties, hun onberekenbare solisten begeleiden. Het Metropole Orkest gaf geen krimp bij deze moeilijke opdracht en speelde of het zijn geboortegrond in Syrië had. Prachtige solo’s van onder andere de jazzmusici Angelo Verploegen, Herman van Haaren, Leo Janssen en Paul van der Feen hielden echter de klik overeind met het ware thuisland: Nederland.
TRADITIONEEL
Syrië kent sinds 2005 een eigen big band. Het orkest combineert – evenals zijn westerse bondgenoten – wereldmuziek, jazz, eigentijdse- en klassieke westerse muziek en uiteraard Arabische en Syrische traditionele muziek. Maar van deze laatste vorm werd deze avond nauwelijks gebruik gemaakt. De solisten van de Syrian Big Band verlieten zich op volksmuziek uit hun land en dat verschafte vrolijke franje aan wat het podium te bieden had. Vooral de buzokspeler/zanger Ibrahim Keivo getuigde hiervan door zich meerdere malen aan een dansje te wagen, compleet met een wapperende, witte zakdoek. Ook echter door in zijn zang zijn gehele ziel en zaligheid te leggen en wijd uithalend de zaal voor zich in te nemen.
Klarinettist Kinan Azmeh, mezzosopraan Dima Orsho, neyspeler Moslem Rahal en natuurlijk Ibrahim Keivo zijn gelouterde muzikanten waarbij techniek voorop staat, maar de broodnodige intuïtie om Syrische muziek te kunnen vertolken, ermee om voorrang vecht. Hun soli waren zonder uitzondering imponerend, getuigend van een leven dat in dienst van muziek is gesteld. Al in het tweede stuk van de avond, Allala, trad Moslem Rahal naar voren met zijn ney (rietfluit) voor een lange solo, waar het Metropole Orkest met een Arabische totaalklank bij aanschoof om vervolgens de blazerssectie daar keihard overheen te laten gaan.
Mooiste stuk van de avond was Hidwa, waarvoor Eric Vloeimans, Kinan Azmeh, Moslem Rahal en Dima Orsho zich voor het Metropole Orkest posteerden. Eerder op de avond was al aangekondigd dat de meeste muziek die werd gebracht stamde uit het gebied tussen Eufraat en Tigris. Hier, in Hidwa, vloeiden oost en west ongekend samen, precies zoals beide rivieren dat ook doen. Dima Orsho’s zang was koninklijk, het samengaan van klarinet en bendir (platte slagtrom) van Alper Kekec aangrijpend en het was wederom nauwelijks te begrijpen hoe de zangstem boven de monumentale orkestklank uitsteeg.
WERELDPREMIÈRE
En dan was er nog de wereldpremière van Tragoudi, een creatie van de Nederlands-Griekse componiste Calliope Tsoupaki. Met voorgeschreven hoofdrollen voor Eric Vloeimans en Kinan Azmeh. Beiden zetten in, met het ragfijn klinkende Metropole Orkest als partner. De samenklank was zo sterk als was er een nog niet benoemd instrument aan het orkest toegevoegd. Eric Vloeimans kreeg volop de gelegenheid zijn meesterschap op de trompet improviserend te laten horen, waarna het de beurt was aan de klarinet om even langdurig en grondig de veelzijdigheid ervan te tonen. De manier waarop beide instrumenten uiteindelijk ineen vloeiden, was meesterlijk.
Syrische muziek draagt vaak vreugde maar evenzeer verdriet in zich. In Vloeimans’ Song For Syria klonk zijn trompet ingehouden en dat deden ook de orkestrale invullingen. Maar dan ontbrandde het instrument, precies zoals in oorlogen de tanks en mortieren. Stop de oorlog, wilde je haast uitroepen. De laatste klanken voor deze muzikale hulpkreet voor de slachtoffers van de burgeroorlog in Syrië stierven weg als in een dodenmis. Het verdriet dat oorlog veroorzaakt kreeg opnieuw een gezicht in Wedding, een bruiloftaanduiding waarvan je het tegengestelde zou verwachten. Kinan Azmeh deed aan het begin ervan een oproep: “Liefde is een van de menselijke rechten die ze niet van je kunnen afnemen.” Hij droeg Wedding op aan alle Syrische slachtoffers van de oorlog en de vluchtelingenstroom die dit heeft veroorzaakt.
WAARDIG
Het project tussen Syrische en Nederlandse muzikanten was een waardig en lovenswaardig initiatief van het Holland Festival. Het betrof muziek die je in je wezen als mens raakt. Rechtstreeks, want zij bezit een onontkoombare, keiharde zuiverheid. Daar valt niet mee te marchanderen. En dat deden het Metropole Orkest, Eric Vloeimans en hun Syrische gasten dan ook geen moment.
RINUS VAN DER HEIJDEN
Foto’s ADA NIEUWENDIJK
Dima Orsho en Kinan Azmeh zijn nogmaals te beluisteren tijdens het Holland Festival 2018. Op 22 juni maken zij deel uit van de Syrische groep Hewar, die dan met het Armeense Gurdjieff Ensemble een ode brengt aan de muziek van Syrië en Armenië. Het concert is in het Muziekgebouw aan ’t IJ in Amsterdam, aanvang 20.30 uur.
Opening Holland Festival
Metropole Orkest, Eric Vloeimans en solisten van de Syrian Big Band
Koninklijk Theater Carré Amsterdam, 8 juni ‘18
Jules Buckley– dirigent
Eric Vloeimans – trompet
Dima Orsho– zang
Ibrahim Keivo– buzok en zang
Kinan Azmeh– klarinet
Moslem Rahal– ney
Metropole Orkest– grote bezetting