Met het concert van Mary Halvorson had het Tilburgse Paradox een bijzonder optreden in huis gehaald. Bijzonder omdat dit het enige concert in Nederland was, bijzonder omdat dit de eerste presentatie van haar twee dagen eerder uitgekomen cd ‘Cloudward’ was, bijzonder omdat Halvorson in feite alleen op de grote jazzfestivals en de grootste podia van de grote Europese steden optreedt, en bijzonder omdat haar Amaryllis Sextet hoe dan ook tot een van de meest eigenzinnige groepen van dit moment behoort.
Dat zou je allemaal niet zeggen als je deze bescheiden vrouw op het bescheiden podium van het volle, zogenaamde ‘provinciale’ jazzpodium zag zitten. Het leek of er geen wereldster stond maar een doorsnee groepje. Met je neus op het podium en na afloop oog-in-oog bij haar een cd kopen. Kom daar maar eens om bij het North Sea Jazz Festival waar ze diverse malen in de grote zalen stond.
Mary Halvorson en haar groep hadden het uitermate naar hun zin. Misschien omdat ze het zelf ook leuk vonden om weer eens in een intieme jazzclub te spelen. De keren dat ik haar eerder hoorde waren steeds met een trio of kwartet, waarin ze zich bewees als een meesterlijke gitarist.
Met dit sextet toonde ze vooral een andere kant van zichzelf. Nu viel ze op als componist van complexe composities, die op het gehoor uiterst simpel leken, dat niet waren en zich in je hoofd vastzetten. Composities die urgent zijn en als noodzakelijk voor de jazzontwikkeling lijken. In haar composities heeft Halvorson de hardbop van de vorige eeuw vertaald naar 2024. De muziek is geheel vernieuwd, van deze tijd, voelt anders aan. Maar wie de muziek terug vertaalt hoort de grote jazztraditie.
Het sextet is een compact geheel, er wordt weinig gesoleerd, en al helemaal niet door Halvorson zelf. Enkele solo’s worden gegund aan Patricia Brennan die haar heldere vibrafoon laat samenvloeien met het onweerstaanbare ritme van drummer Tomas Fujiwara. Trombonist Jacob Garchik speelt een aantal solo’s die met beide benen uit de hardbop komen, en nog het meest aan het woord is Adam O’Farrill die zijn trompet afwisselend laat jubelen en klagende toontjes laat spelen. Heel bijzonder is de manier waarop bassist Nick Dunston zijn contrabas maltraiteert. Hij ramt met zijn strijkstok en trekt met alle kracht die hij in zich heeft aan de snaren. Dunston laat luid en duidelijk merken dat hij aan de bescheiden rol die doorgaans aan de bas wordt toegekend geen boodschap heeft.
Halvorson soleert nauwelijks. Haar rol is belangrijker. Haar gitaar vormt het anker voor de anderen. Daarop gefocust hoor je hoe ze haar gitaar een oneindig aantal stemmingen en geluiden geeft. Van de klank van een twinkelende piano tot een Hawaiigitaar of gierende sirenes.
Pas in het laatste nummer Ultramarine neemt ze iets meer ruimte. Ze laat haar gitaar los komen als een op hol geslagen paard dat langzaam tot rust komt om te eindigen in de gitaartraditie van ver voor de komst van Wes Montgomery.
Een perfect slotakkoord van een bijzonder concert.
Tekst en foto’s TOM BEETZ
MARY HALVERSON AMARYLLIS SEXTET
Paradox Tilburg, 20 januari 2024
Mary Halvorson – gitaar
Adam O’Farrill – trompet
Jacob Garchik – trombone
Patricia Brennan – vibrafoon
Nick Dunston – contrabas
Tomas Fujiwara – drums