Het twaalfkoppige New Rotterdam Jazz Orchestra nodigt al jaren collega-musici uit om de samenwerking aan te gaan. Denk aan trompettist Eric Vloeimans, gitarist Anton Goudsmit en cellist Ernst Reijseger. De composities worden geschreven door zowel de betreffende gastmusicus als door leden van het orkest. Dat levert een mix op van muzikale ideeën die zijn weerga niet kent: we gaan van funk naar rock en van elektronisch naar modern. Het orkest is al vaak geroemd om precies die muzikale diversiteit.
Ook vanavond in LantarenVenster te Rotterdam gaat het orkest de uitdaging aan. Ditmaal met niemand minder dan scratchkampioen Kypski. Een opmerkelijke keuze en minder voor de hand liggend dan de eerder gekozen collega-musici. Toch is voor Thomas Elders, ofwel Kypski, dit eveneens geen vreemde stap. Hij werkte eerder al met het klassieke Matangi Quartet en met popzangeres Caro Emerald.
Frank van Berkel, programmeur Jazz Internationaal Rotterdam, kondigt het orkest aan als een band vol bazen. De jongens bewijzen al snel zijn gelijk, want baritonsaxofonist Wouter Schueler opent met een werkelijk prachtige solo. Hij speelt rakelings langs de randen van de ruimte die hij krijgt om te soleren. Met bescheidenheid tilt hij zo in zijn eentje het hele orkest naar ‘the next level’. Ook altsaxofonist Cyrille Oswald geeft een extra dimensie aan het stuk. Zijn solo speelt hij in absolute stilte, een prachtig contrast, het geluid zwaar en donker, vol emotie.
BOMBASTISCH
Een contrast, want de compositie van trompettist Rob van der Wouw, Gorgeous Nightmare is bijna bombastisch van stijl. Van saxofonist Bart Wirtz wordt het stuk We Are The State gespeeld, waarin trompettist Jan van Duikeren een opvallend indrukwekkende solo verzorgt. De solo’s zijn bijna rustpunten binnen het volume van zo’n twaalfkoppig orkest: de oren klapperen. Het orkest lijkt in die zin op een denderende trein. Met soms een tussenstop om even van het uitzicht te genieten. Alle leden van dit orkest zijn zo steengoed, dat je ze eigenlijk allemaal die anderhalf uur lang wilt horen soleren. Stiekem natuurlijk.
Want dat gezamenlijke geluid mag er ook zijn. Zeker het stuk Night Angel, dat componist Chiel Meijering speciaal voor het NRJO met Kypski componeerde. Het werd een suite die bestaat uit drie delen. In het tweede deel Ten Questions To The Dark Prince beluisteren we drie dwarsfluiten en kiest Kypski voor het gebruik van stemmen, in plaats van de soundwaves die we eerder hoorden. In het derde deel Get Up, Shut Up And Move horen we juist zeer interessante ritmes. Eigenlijk is dat ook het moment waar de aap uit de spreekwoordelijke mouw komt, want nu hoor je duidelijk de aanvulling van Kypski op dit orkest. De suite benadrukt de veelzijdigheid van deze bezetting en is daarom de parel van het programma.
Ook het stuk Karma Tic dat Anton Goudsmit componeerde tijdens zijn samenwerking met het NRJO, is spannend in de samenwerking met Kypski. Er borrelen junglegeluiden op, terwijl Cyrille Oswald soleert op de bamboefluit. Wanneer Kypski daar nog operazang aan toevoegt is het stuk gewoon áf. De veelzijdigheid en kracht van Karma Tic laten zien wat een dj en jazzorkest voor elkaar kunnen betekenen. Het gaat verder dan het verzorgen van een simpele beat, wat menige samenwerking tussen een band en dj niet eerder kon overstijgen.
SCRATCH
En daar gebeurt natuurlijk iets heel interessants, want iemand die scratcht bepaalt een ritme en voegt zich daardoor samen met de ritmesectie. Dat dit soms uitdagende situaties oplevert voor drummer Mark Schilders is niet verwonderlijk, want het is bijna alsof je een tweede drummer toevoegt aan het orkest.
De jazz heeft een wereld aan tempi en ritmes ontdekt, versleten en weer opnieuw uitgevonden. Een jazzdrummer als Schilders heeft daardoor zo’n schat aan vaardigheden ontwikkeld, dat het bijna jammer is wanneer hij minder vrijheid heeft deze uit te voeren. Je hebt er weliswaar een instrument bij met nieuwe geluiden en nieuwe beats, maar in elk geval op het gebied van de ritmesectie kan de scratchtafel niet helemaal tippen aan de veelzijdigheid van een jazzdrummer.
De muziek die deze samenwerking heeft opgeleverd, is nog steeds trouw aan de moderne jazz met daaraan toegevoegd elektronische-, soul-, funk- en rockelementen. We gaan van klein naar bombastisch en weer achterstevoren terug. Het is een rijk geluid dat hier ontstaat. Ondanks het feit dat het orkest steeds weer met andere musici werkt, behoudt het de hoogste kwaliteit en een eigen kracht, maar echt letterlijk de muziek leren kennen…
Dat kan praktisch niet, omdat het orkest zich de vrijheid verschaft daar elke keer een andere draai aan te geven door open te staan voor de invloed van de gastmusici: de magie van het onbekende. Prachtig. En verdwijnen achter het geluid van een draaitafel, zich figuurlijk laten kennen – dat nooit en dat is maar goed ook! De scratchtafel kan de rijkdom en de zeggingskracht van het instrument toch niet helemaal evenaren.
WEERGALOOS
Als afsluiter dan de compositie Immer Gerade Aus van trombonist Louk Boudesteijn. Met weer een weergaloze fijne solo van hemzelf en een indrukwekkend stukje saxofoon-scratch door Kypski. Wat is dit een spannend en ook dansbaar stuk! Het publiek schreeuwt ‘We want more’ en bij opkomst ‘Als wij nou eens gaan dansen!’ De jazzbezoeker laat zich weer kennen en blijft braaf zitten knikken. Drie ‘diehards’ swingen vrijelijk op de voorgrond.
MAUD MENTINK
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN
New Rotterdam Jazz Orchestra & Kypski
LantarenVenster, Rotterdam, 2 juli 2015
Jan van Duikeren – trompet
Rob van de Wouw – trompet
Louk Boudesteijn – trombone
Morris Kliphuis – hoorn
Bastiaan Woltjer – tuba
Bart Wirtz – altsax & dwarsfluit
Cyrille Oswald – tenorsax, didgeridoo, dwarsfluit
Miguel Boelens – alt-, tenor- en baritonsax
Wouter Schueler – bariton- en sopraansax, dwarsfluit
Reinier Baas – gitaar
Johan Plomp – contrabas
Mark Schilders – drums
Kypski – draaitafels