Voor de 31ste keer stond Den Bosch in het teken van November Music. Een muziekfestival dat de randen opzoekt in alle denkbare muziekgenres. Meer dan honderd concerten in twaalf dagen met nieuwe groepen, nieuwe stromingen en nieuwe ontmoetingen. JazzNu luisterde naar enkele van de vele concerten.
Al twee jaar geleden kreeg alt- en sopraansaxofonist Kika Sprangers van November Music een compositieopdracht die ze nu in de grootste, vrijwel uitverkochte zaal van de Verkadefabriek ten gehore bracht. Haar vaste kwintet met drummer Willem Romers, contrabassist William Barrett, pianist Koen Schalkwijk en zangeres Anna Serierse werd uitgebreid tot een dertienkoppige band, waarin harpist Remy van Kesteren de positie van ‘special guest’ innam. En waar een koor van vier zangeressen een bijzonder opvallende en in de jazz ongebruikelijke rol werd toebedeeld.
Voor deze opdracht had Sprangers vijf nieuwe composities geschreven en die samengevoegd met composities die ze eerder dit jaar voor haar grote ensemble had geschreven. Gezien de verschillen tussen de samengevoegde composities was er sprake van een steeds veranderend karakter. Het leek alsof bij een deel van de nummers de focus was gericht op klank en kleur van melancholieke muziek die door Ravel beïnvloed leek. De vier vocalisten vormden daarin een woordloos zingend koor dat de klinkende kern van de compositie was. Hun rol was de beschouwende partij die meeleefde met de muziek, daarop reageerde en er richting aan gaf.
De vier blazers hadden de rol om als één geheel hun commentaar op de muziek te geven. In die nummers werd, afgezien van enkele korte solo’s van Sprangers zelf, nauwelijks gesoleerd. Hier en daar speelde van Kesteren liefdevolle noten die hij afwisselde met woeste uitbarstingen op zijn harp. In de andere nummers was de rol van het koor niet wezenlijk anders, maar de muziek wel. Die nummers hadden een sterkere band met de jazztraditie en het koor zong pregnanter. De zang werd vrijer, en sloeg op een gegeven moment zelfs een richting in die deed denken aan boventoonzang.
Kika Sprangers liet haar boterzachte geluid over de composities neerdalen, terwijl de blazers een voor een de ruimte kregen om hun eigen commentaar op de fraaie composities te geven. Enigszins jammer was het dat de rol die Remy van Kesteren werd toebedeeld een beperkte bleef. Dat hij tot veel meer in staat is dan de muziek van heldere accenten te voorzien bleek uit zijn zinderende duet met bassist William Barrett, waarbij ook drummer Romers zich niet onbetuigd liet.
November Music is niet alleen dé plaats voor grensoverschrijdende muziek, maar ook voor unieke, soms verrassende ontmoetingen. Zo leek de eerste ontmoeting tussen de ud spelende Nederlandse Syriër Nawras Altaky en zijn Franse landgenoot, zangeres en fluitist Naïssam Jalal iets bijzonders te worden. Een Syrische ontmoeting waarover de website van November Music schreef: ‘Dat ze elkaar voor het eerst ontmoeten om hun gezamenlijke voorliefde voor Arabische maqam-muziek en eigentijdse jazz te voorzien van een heel eigen stempel’. Die ontmoeting viel helaas tegen. Altaky en Jalal hadden geen klik met elkaar. Jalal die met haar eigen trio speelde duldde Altaky op het podium, maar ook niet meer dan dat. In een optreden van ruim een uur liet ze hem in twee nummers hoogstens vijf minuten soleren.
Die vijf minuten waren wel het hoogtepunt van het concert. Altaky speelt met grote schoonheid en techniek de ud (Arabische luit) en zo mogelijk nog imponerender was zijn Arabische zang waarin weemoed, verlangen en verdriet hartverscheurend mooi klonken. Zo mooi dat hij een ruimere plek op het podium verdiende. Daar stak Jalal bleekjes bij af. Zij maakte er een gewoon trio-optreden van, wat een beetje vreemd was omdat ze drie dagen eerder tijdens dit festival hetzelfde programma, maar dan zonder Altaky, ook al had gegeven.
Het trio had met Syrische en Arabische muziek weinig tot niets te maken en was in feite een doorsnee jazztrio. Jalal is een dito fluitist en haar zang miste de intensieve doorleefdheid die bij Altaky zo door de ziel sneed. Haar composities zijn haar ‘selling point’. Mooie, rustige muziek die als een koele zomerbries door de Toonzaal fluisterde, prachtig in de steigers gezet door de Braziliaanse pianist Leonardo Montana en de Franse contrabassist Claude Tchamitchian, waarbij Jalal fraai simultaan zong en fluit speelde.
Saxofonist Ben van Gelder speelde muziek van zijn laatste album Manifold. Een bijzonder project dat ontstond als compositie-opdracht van Het Orgelpark uit Amsterdam. De kern van deze compositie wordt niet gevormd door Van Gelder zelf, maar door de Britse organist Kit Downes die onzichtbaar voor de band en het publiek in de zaal op het balkon van de Toonzaal het kleine, maar fraaie pijporgel van de voormalige synagoge bespeelde. Beneden klonk het bescheiden geluid van het orgel dankzij de fenomenale akoestiek van de Toonzaal alsof het op het podium stond.
De band speelde de liefdevolle muziek met de grootst mogelijke subtiliteit. Het zwoele geluid van de altsax mengde zich zowel met de glasheldere zang en Spaanse teksten van Fuensanta Mendez als met de andere blazers, terwijl het orgel daar doorheen bromde en floot. Drums en bas fluisterden het ritme om de breekbare sfeer niet te verstoren.
De compositie greep terug op zowel klassieke muziek als op georkestreerde jazz. De band kon op momenten lijken op de gevoeligste muziek van Ellington, Mingus en Bach. Atonale passages gingen vloeiend over in pakkende stukken waarin improvisatie de ruimte kreeg. De intieme, zangerige noten van Downes wiegden de band in een voortdurende staat van verlichting. In het laatste nummer Voice of Reason gingen drie blazers de trap op naar het balkon, zodat ze daar ook fysiek bij Downes konden zijn om echt alles uit de spirituele sfeer te halen.
Daarna van de kleine intieme Toonzaal naar de grootste zaal van de Verkadefabriek, bleek dat ook daar sfeervolle muziek tot zijn recht kan komen. In het kader van het vaste November-Musiconderdeel Colours of Improvisation opende de Noorse accordeonist Frode Haltli de avond. Met zijn groep Avant Folk begeeft hij zich op het grensgebied tussen hedendaagse jazz en volksmuziek. Het ensemble Avant Folk is nog groter dan dat van Van Gelder, maar ook daarmee konden verstilde Noorse klanken een breekbare sfeer oproepen. In zijn groep speelt de accordeon de leidende rol. De knopaccordeon die belangrijk is in de Noorse volksmuziek en onmisbaar is als eerste stem, speelde opwindende dansmuziek. Muziek die voor Noorse begrippen woest en wild was en als free-jazz klonk, maar binnen enkele momenten kon overgaan in diep gepeins van de Noorse hardangerviool, die door Erlend Apneseth vooral op de schoot werd bespeeld door op de snaren te tokkelen.
De Noorse traditie werd ook uitgedragen door trompettiste Hildegunn Øiseth die de traditionele bukkehorn van Noorse herders bespeelde. Een instrument dat we als sjofar uit de Joodse traditie kennen, maar door Øiseth van drie gaatjes was voorzien zodat het geluid meer overeenkwam met een trompet. Waarmee zij een gevoel opriep van eindeloos lege Noorse landschappen. Frode Haltli versterkte dat gevoel nog verder met zijn sentiment en passie voor de natuur dat kenmerkend was voor de softe en gevoelige manier waarmee hij zijn muziek verdiepte.
Na een pauze waarin trompettist Koen Smits naast de bar fraaie soundscapes met trompet en synthesizer speelde op een niveau dat veel hoger was dan simpele pauzemuziek, werd door Donny McCaslin radicaal gebroken met de subtiliteit daarvoor. Al bij de eerste noot ging de beuk erin. En die beuk ging er anderhalf uur ook niet meer uit. Dit moet een groep zijn naar het hart van Frans Timmermans, want bij zo veel energie zijn kerncentrales niet meer nodig. Er waren in dit kwartet drie energiecentrales terwijl bassist Andrew Lombardini de connectie daartussen in stand hield. Toetsenist Jason Lindner vrat zijn toetsen er bijna bij op. In zijn eentje liet hij spitsuur in Manhattan horen, sirenes en luid toeterend stokte het verkeer tot een zodanige chaos dat de verf van de sponningen in de Verkadefabriek er vanaf bladderde. Lindler liet zijn hele lichaam meedeinen en liet ons met zijn muts waarop de tekst ‘Pleasures Now’ stond, weten dat hij zich senang voelde.
Lombardini moest keihard werken om de drie anderen niet helemaal uit de bocht te laten vliegen. Een taak die kennelijk minder ‘pleasures’ opriep gezien de tekst ‘No Fun’ op zijn gitaarband. McCaslin, zelf met het geluid van een rijnaak in de mist, vocht nog het hardst met drummer Antonio Sanchez. Sanchez hield eufemistisch gezegd het tempo erin, razend snel dus met een enorme verzameling geluiden in zijn repertoire. En ja, met de energie om heipalen in de grond te slaan.
Tekst en foto’s TOM BEETZ
NOVEMBER MUSIC
Verschillende locaties in Den Bosch, w.o. de Verkadefabriek, Podium Azijnfabriek, Willem Twee Toonzaal en Grote Kerk, 1-12 november ‘23
Kika Sprangers Large Ensemble ft. Remy van Kesteren
Kika Sprangers – sopraan- en altsaxofoon
Remy van Kesteren – harp
Morris Kliphuis – hoorn
Mete Erker – tenorsaxofoon en basklarinet
Alistair Payne – trompet
Ketija Ringa Karahona – fluit
Anna Serierse – vocalen
Nina Rompa – vocalen
Līva Dumpe – vocalen
Marit van der Lei – vocalen
Koen Schalkwijk – piano en Wurlitzer
William Barrett – contrabas
Willem Romers – drums
Naïssam Jalal Trio & Nawras Altaky
Naïssam Jalal – fluit, zang
Nawras Altaky – ud, zang
Claude Tchamitchian – contrabas
Leonardo Montana – piano
Manifold
Ben van Gelder – altsaxofoon, dwarsfluit
Kit Downes – orgel
Fuensanta Mendez – zang
Hristo Goleminov – tenorsaxofoon
Jean Paul Estiévenart – trompet
Tijs Klaassen –contrabas
Martijn Vink – drums
Federico Calcagno– basklarinet
Frode Haltli Avant Folk
Frode Haltli – knopaccordeon
Erlend Apneseth – hardangerviool
Hans P. Kjorstad – viool
Rolf-Erik Nystrøm – altsaxofoon
Hildegunn Øiseth – trompet, ramshoorn
Oddrun Lilja – gitaar, zang
Juhani Silvola – gitaar
Ståle Storløkken – orgel
Fredrik Luhr Dietrichson – contrabas
Veslemøy Narvesen – drums
Donny McCaslin – I Want More
Donny McCaslin – tenorsaxofoon
Jason Lindner – toetsen
Andrew Lombardini– elektrische bas
Antonio Sánchez – drums
Pauzemuziek
Koen Smits – trompet, elektronica