Een bijzonder concert in Genk, daarvoor reisde fotograaf Jeanschoubs naar C-Mine.
Bijzonder door de aanwezigheid van zangeres en contrabassist Sélène Saint-Aimé. Deze Française mengt Caribische en West-Afrikaanse invloeden door haar muziek, die zij met naast zich trompet, tenorsaxofoon van bèlè-drum ten gehore brengt.
Maar Sélène Saint-Aimé is meer dan zangeres en contrabassist. Zij componeert en dicht ook. Al die eigenschappen zitten in haar muziek opgesloten. Na een masterclass bij Steve Coleman kreeg haar carrière een beginpunt door residenties in New York, Chicago, Detroit, Los Angeles en Cuba.
Tijdens de coronapandemie trok zij zich terug bij haar familie in Martinique, waar zij het album Potomitan componeerde. Gestoeld op voodoo, dat een verbinding poogt te leggen tussen hemel en aarde.
Maar de achtergrond van Sélène Saint Aimé is nog veel breder. Ze mengt muziek uit haar woonplaats Parijs met voornoemde Caribische en West-Afrikaanse elementen, maar er duiken ook reminiscenties op aan Heitor Villa-Lobos, Modest Mussorgsky, Ron Carter en Lonnie Plaxico. Bij deze laatste twee musici studeerde zij contrabas.
Haar aanpak van haar kunstenaarschap vertoont gelijkenissen met – natuurlijk niet vreemd – The Sign and the Seal van Steve Coleman en Red Earth van Dee Dee Bridgewater. Sélène Saint-Aimé’s afkomst voorziet haar muziek van een vocale lenigheid en sterk benadrukte ritmes.
REDACTIE
Foto’s JEANSCHOUBS
SÉLÈNE SAINT-AIMÉ & GROUP
C-mine Genk (B), 15 november ‘23
Sélène Saint-Aimé – stem en contrabas
Hermon Mehari – trompet
Irving Acao – tenorsaxofoon
Boris Reine-Adélaïde – bèlè drum