In een twee maanden durende, volledig dichtgeplempte tournee, deed trompettist Nils Petter Molvaer met zijn kwartet Paradox in Tilburg aan. Het was het enige concert in Nederland en daarmee was het label ‘uitverkocht’ al op voorhand gegarandeerd. Het kwartet rond Molvaer deed precies waar het publiek voor kwam: zich laten baden in een overdaad aan elektronica, die denkbeeldige handen legde onder de toehoorders om hen drijvend door de muzikale landschappen van het kwartet mee te laten voeren.
Deze vergelijking ontleent de recensent aan Molvaers laatste cd Buoyancy, waarin de Noor zijn voorliefde voor duiken muzikaal heeft vormgegeven. De trompettist doelt met buoyancy op het punt waarop de opwaartse druk van het water gelijk is aan het gewicht van een menselijk lichaam, dat daarop gaat drijven. In Paradox beeldde hij dit deze avond uit in een ruim anderhalf uur durend concert, zonder pauze en met één lange voortgaande lijn, die de toehoorders in hallucinerende sferen bracht.
ELEKTRONICA
Zoals van Nils Petter Molvaer bekend, is zijn concept al bijna twintig jaar gestoeld op elektronica die wordt gekoppeld aan elementen die de trompettist interesseren. Zijn internationale doorbraak met het album Khmer in 1997 was te danken aan de veelheid aan ritmes, die opduiken bij de toen zo hippe elektronische dansmuziek. Nu, met Buoyancy is het de schoonheid van duiken, het volgende album gaat over ervaringen uit Molvaers jeugd. Dit alles houdt in dat de uitgangspunten voor al die projecten verschillend zijn. De praktijk bevestigt echter, dat de basis nauwelijks verandert. De ‘sound-generators’ van de vier bandleden verpakken het totale muziekconcept in een wurggreep, waaraan niet valt te ontsnappen.
Als uitvoerder wordt Nils Petter Molvaer altijd vergeleken met de trompettisten Miles Davis en Jon Hassell. Maar ook bij de omschrijving van zijn muziek kom je niet onder vergelijkingen uit. Wat Molvaer en band deze avond brachten, was nogal eens geput uit de vroege albums van Pink Floyd, met name More en A Saucerful of Secrets. De psychedelica van Pink Floyd uit de late jaren zestig, hun ‘spaced out’-solo’s en de gestructureerde improvisaties, zijn eveneens bouwstenen voor Nils Petter Molvaer en de zijnen. Alleen Pink Floyds filosofisch-hallucinerende teksten ontbreken bij Molvaers instrumentale klanken.
Het concert begon met een diep, sonoor basgeluid van de geluidsman, die een belangrijke rol speelt in de muziek van Molvaer c.s. In die sonoriteit voegde zich Molvaers trompet om te gaan improviseren. Op de achtergrond beroerde Jo Berger Myhre zijn basgitaar met een strijkstok. Allemaal voorbereidingen om de hele band de ruimte te geven en voor het eerst kennis te maken met de elektronische vervormingen. Pink Floyds invloeden werden blootgelegd, toen Nils Petter Molvaer in de beker van zijn trompet ging zingen. Dit fragment raakte aan David Gilmour in Cirrus Minor, ook toen Molvaer dat verderop nog eens deed en hij weloverwogen gebruik maakte van zijn ervaringen als elektronicamusicus. Hij koos daarbij steeds voor drie wegen: rechtstreeks in de contactmicrofoon van zijn instrument zingen; daarentegen in de beker prevelen, waardoor de microfoon een andere akoestiek krijgt voorgelegd, of zijn hand voor beker en microfoon houden, hetgeen weer een andere geluidsweergave opleverde.
CLIMAX
Het concert was opgezet als delen die telkens vanuit het niets werden opgebouwd naar een climax. Waarna opnieuw vanuit vrijwel stilte naar de finale van het volgende deel werd toegewerkt. Ergens gebeurde dat met een jankende gitaar – althans zo leek het. Dat instrument was er wel, maar achter de trompet die de gierende hoofdrol opeiste. Dat was maar goed ook, want gitarist Geir Sundstøl was het showpikkie van de band, dat het met zijn pedalsteelgitaar allemaal wel bijbeende, maar in de soli op zijn elektrische gitaar het vooral moest hebben van zijn fysiek. Zijn pedalen had hij niet op de grond liggen, maar ergens op kniehoogte, zodat hij ze met opgeheven en gebogen been moest bedienen. Zijn inspanningen die al miljoenen keren door anderen veel technischer zijn uitgewerkt, werden er niet beter op. Wat een verschil met basgitarist Jo Berger Myhre en vooral slagwerker Erland Dahlen, die als het efficiëntste bandlid achter het stuur zat als Molvaer weer eens gas gaf. Zoals in de inleiding van de toegift, toen trompet en slagwerk waarlijk hun duivels ontbonden.
Nils Petter Molvaer is een typische publiekslieveling. Overal ter wereld. Niet geheel ten onrechte: hij is de pionier die de typisch Noorse (jazz)muziek aan velen heeft aangereikt en waarin de noordse landschappen volledig zijn uitgewerkt. Zijn epigonen komen er niet verder mee, Molvaer wel, zoals hierboven al is aangestipt. Maar hoe zou het zijn als de helft van de elektronica aan de kant zou zijn geschoven, wat blijft er dan over van Molvaers trompetspel? Misschien wel wat een bezoekende musicus uit de Tilburgse jazzscene raak opmerkte: ‘Dit is typisch muziek voor niet-jazzliefhebbers.”
CIRRUS MINOR
Een zingende Nils Petter Molvaer die geïnspireerd moet zijn door de vroege Pink Floyd; het is geen schande, integendeel. Cirrus Minor van de Floyd verschafte Molvaer ooit misschien wel een sleuteltje voor zijn zo succesvolle muziek: ‘On a trip to Cirrus Minor / Saw a crater in the Sun / A thousand miles of moonlight later’. Even over nadenken.
RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld GEMMA VAN DER HEYDEN
Nils Petter Molvaer en band
Paradox Tilburg, 21 oktober ’16
Nils Petter Molvaer – trompet, zang, elektronica, loopmachine
Geir Sundstøl – pedalsteel, Shankargitaar, elektrische gitaar, National Resonatorgitaar, elektronica
Jo Berger Myhre – basgitaren, elektrische gitaar, synthesizer, elektronica
Erland Dahlen – slagwerk, percussie, xylofoon, bellen, elektronica
David Solheim – geluid
Tord Knudsen – licht
Naar aanleiding van deze recensie vind ik het jammer dat ik dit concert niet heb bijgewoond.