Ooit was het Holland Festival een jaarlijks terugkerend evenement voor de uitverkorenen. Met wie wordt bedoeld het rijke deel van Nederland, dat de dure toegangskaarten van het festival kon betalen. Daar stond wel wat tegenover van de kant van het Holland Festival. Het regelde internationaal vermaarde voorstellingen, die je anders niet in Nederland zag. In de loop der jaren is dit alles wat verwaterd. Ook de minder gefortuneerden hebben de gang naar Amsterdam – waar de voorstellingen op diverse locaties plaatsvinden – gevonden. Het Holland Festival op zijn beurt is het wat rustiger aan gaan doen met zijn programmering. In zijn algemeenheid bezien tenminste.
Maar deze avond pakte het Holland Festival nog eens ouderwets uit. Met de muziektheaterproductie Real Enemies haalde het instituut een monster in huis dat tweeledig kan worden uitgelegd: monster als synoniem voor de grootte van de productie, maar monster ook voor de inhoud, die menigeen de haren op de ziel heeft doen schroeien. Want wat componist Darcy James Argue, librettist/regisseur Isaac Butler en filmer Peter Nigrini in vijf kwartier op de planken brachten van de Amsterdamse Stadsschouwburg, kan zich meten met de beste producties van de Amerikaanse experimentele theatermaker Robert Wilson.
ROBERT WILSON
De gelijkenis valt samen met de aanpak van Real Enemies: groot, groter, groots. Maar ook met de inhoud ervan, die vooral vragen oproept die geen antwoorden behoeven. Dan resteert een kijk- en luisterspektakel dat zijn gelijke niet kent, dat overweldigt, je klein maakt en je ervan bewust laat zijn dat vernieuwing in het muziektheater nog altijd mogelijk is. Real Enemies is paranoide, mytisch, verbijsterend, schokkend en adembenemend. Het zijn dezelfde gevoelens die nablijven als je een voorstelling van Robert Wilson hebt bijgewoond.
Real Enemies speelde zich af op het volledig benutte grote podium van de Stadsschouwburg. Er was plaats gemaakt voor de Secret Society, de achttienkoppige bigband van jazzmusicus Darcy James Argue. Boven het podium hingen vijftien videoschermen, waarop zich de hele voorstelling lang een krankzinnig panopticum van beelden ontrolde. Dat er op neerkwam dat de volledige smeerlapperij waar de Verenigde Staten zich vorige en deze eeuw aan heeft bezondigd, in duizelingwekkende vaart voorbij snelde. Als je deze mallemolen hebt aanschouwd, kun je nooit meer geloven in de bewering dat Amerika op het gebied van politiek, economie en mensenrechten het beste voor heeft met zijn inwoners.
De kern van de voorstelling, met andere woorden hetgeen de makers willen duiden, is het begrip ‘samenzweringsvisie’. Dat trekken ze breed: in allerlei situaties hebben zij verwrongen ideeën opgemerkt, die leiden tot de noemer ‘samenzweringsdenken’. Dit is het geloof dat er onzichtbare krachten zijn die tegen ons samenspannen en/of daardoor controle hebben over ons lot. Aan dit soort waanideeën verbinden zij de wet van oorzaak en gevolg. Zonder dat daar aanwijsbare redenen voor zijn. Als je dat breed trekt – en dat gebeurt in Real Enemies – dan kom je tot een collage die onmeetbaar is en tot buitenissige resultaten leidt. Om dat duidelijk te maken keren de makers weer terug naar de kern van hun productie, die zij uitbeelden op de vijftien videoschermen. Die hangen in rijen van vijf, in drie lagen boven elkaar. Er tussen zitten ruimtes, die ook worden benut en waarin beelden soms verdwijnen. Metaforen voor de gaten in de kennis die de mens moet verduren.
KOUDE OORLOG
Een kleine greep van wat op die schermen met akelig makende snelheid wordt voortgestuwd: stadsbeelden vanuit de lucht, Google, NSA, Conferentie van Yalta, spionnen, Koude Oorlog, Cassius Clay, war on drugs, Andy Griffith Show, Nicaragua, Cuba, CIA, beurscijfers, Honeywell Bull, Bilderbergconferentie, Club van Rome, FBI, Laatste Avondmaal, moord Kennedy, J. Edgar Hoover, diverse Amerikaanse presidenten, Vietnam, orkaan Katarina, criminelen, maanlanding, ufo’s, marsmannetjes, Mos Def en Osama Bin Laden. En daar tussendoor tot bezinning en ook tot meer verwarring dwingende teksten: ‘Paranoia is a weapon’, ‘Who is in control?’, ‘Please focus on the dot’, ‘Shall I reveal a world?’, ‘History is a conspiracy’, ‘Who do you trust?’, ‘This is the age of conspiracy’. En of dit alles nog niet voldoende is de overkoepelende, meermalen gestelde vraag: ‘Who benefits?’
Tja, daar geven Darcy James Argue, Isaac Butler en Peter Nigrini geen antwoorden op, maar hun insinuerende beeldenstorm zegt voldoende. Real Enemies is daardoor een dartbord, waarop iedere bezoeker zijn eigen mening mag en moet werpen. De makers doen dat niet, wat een intrigerend waas over de voorstelling werpt.
En dan de muziek. Secret Society is het vaste orkest van de Canadese componist Darcy James Argue (1975). Hij wil er de (vaak) uitgesleten Amerikaanse bigbandmuziek een nieuw gezicht mee geven. Op zijn debuutalbum Infernal Machines uit 2009 lukte hem dat volkomen: nieuwe instrumenten, effecten en hedendaagse technologieën tillen het klassieke bigbandgeluid ver uit boven wat wij kennen uit de geschiedenis van de jazz. Voor Real Enemies heeft componist Argue zich laten leiden door de seriële muziek van Anton Webern en Arnold Schönberg. Hun twaalftoonsmuziek – waarin elke toon van de chromatische toonladder gelijk is en die daarmee afwijkt van de voor velen veel behaaglijker aandoende tonaliteit, waarop een grondtoon de harmonie bepaalt – heeft de componist in zijn zwaar op de jazz leunende partituur verwerkt. Hij sluit naadloos aan op de paranoïde beeldenvloed en werkt verbindend naar deze beelden toe. Musici uit het orkest treden een voor een naar de rand van het podium, waar solistenmicrofoons op hen wachten om de waanzin waarin Amerika – en veel meer op westerse waarden gebouwde culturen – is gedompeld, met vlammende solo’s uit te schreeuwen.
DANDY JAREN DERTIG
Darcy James Argue dirigeert het orkest. Hij komt op als een dandy uit de jaren dertig, met gekleed pak en bijpassende hoed. Als een robot betreedt hij het podium, draait zich hoekerig naar de dirigentenlessenaar, midden op het podium en zet het orkest in beweging. Ergens halverwege draait hij gezicht en lijf naar het publiek, staat zo minutenlang doodstil om vervolgens weer naar het orkest te zwenken. Ook dit is onderdeel van het mysterie: waarom doet hij dat? Waarom draagt hij dat strak gesneden maatpak, waarom keren de hoge koperblazers zich met regelmaat naar een soort echoput om daar hun klanken uit te strooien, waarom dragen de bigbandmusici bij opkomst ouderwetse regenjassen? Maar vooral: waarom zijn er niet vaker van dit soort adembenemende voorstellingen in Nederland te zien. Dat is de enige vraag waarop wél een antwoord kan worden gegeven: omdat het Holland Festival maar één keer per jaar, altijd in de maand juni, wordt georganiseerd. Helaas.
RINUS VAN DER HEIJDEN
beeld NOAH STERN-WEBER
Holland Festival – Real Enemies
Darcy James Argue/Isaac Butler/Peter Nigrini
Stadsschouwburg Amsterdam, 23 juni ’16
Darcy James Argue – componist en dirigent
Isaac Butler – tekstschrijver en regisseur
Peter Nigrini – projecties
Maruti Evans – decors
Sydney Maresca – kostuums
Beth Morrison Projects – productie
Darcy James Argue’s Secret Society – uitvoerders muziek
Prachtige recensie, dank!